Tweetaligheid en mobiliteit als speerpunt op het ROC

Mark van Oosten, docent en coördinator van de opleiding International Business Studies aan het ROC Midden-Nederland, legt uit hoe tweetaligheid wordt ingezet om studenten klaar te stomen voor de wereldwijde arbeidsmarkt. "Onze studenten volgen feitelijk twee opleidingen naast elkaar: een Nederlandstalige mbo-opleiding op niveau 4 studierichting Junior Accountmanagement, gecombineerd met het intensieve Engelstalige European Business Behaviour & Democracy (EBBD)-programma.

Het zorgt ervoor dat studenten optimaal voorbereid worden op een internationale carrière, met de nadruk op mobiliteit, interculturele competenties en meertaligheid. “Dit programma richt zich volledig op internationale zaken en omvat vakken zoals marketing, international business, ondernemerschap, Europees recht en human resource management," vertelt Van Oosten. "Veel van onze studenten hebben de ambitie om een eigen bedrijf te starten. Dat wordt ondersteund door de vaardigheden en kennis die zij binnen het EBBD-programma opdoen."

Internationale stages en wereldburgerschap

Een belangrijk aspect van het tweetalig mbo is de internationale mobiliteit van de studenten. Zo gaan de eerstejaars twee dagen naar Brussel, de tweedejaars gaan een kleine week naar een stad in Europa, waaronder Porto, Kopenhagen en Edinburgh. In het derde jaar van hun opleiding moeten alle studenten een internationale stage lopen bij een bedrijf dat opereert in de business-to-business sector. Deze stage, die zes maanden duurt, kan overal ter wereld plaatsvinden, van Spanje en Italië tot Bali en Zuid-Korea.

De stages zijn een cruciaal onderdeel van de opleiding, omdat studenten worden ondergedompeld in een andere cultuur en moeten werken in een internationale zakelijke omgeving. Voor veel studenten is dit een transformatieve ervaring die niet alleen hun taalvaardigheden verbetert, maar ook hun vermogen om samen te werken in een diverse, internationale context, stelt Van Oosten.“

Door tweetaligheid krijgen de studenten internationale contacten en kunnen ze hun wereld wat verruimen, want ze leven natuurlijk allemaal in een relatief kleine bubbel. En aangezien we in onze studie veel internationale activiteiten doen, zoals de trips naar Brussel, uitwisselingen en internationale stages, heb je die tweetaligheid ook nodig.”

De studenten moeten zich goed voorbereiden op het land en de stad waar ze naartoe gaan op hun trip. “Vorig jaar in Porto hadden we een Portugese groep die zeer beperkt Engels sprak”, herinnert Van Oosten zich.

“Toen zagen we duidelijk wat een enorm voordeel het is, dat onze studenten dat wel spreken. Ze konden zich veel makkelijker voorbereiden en presenteren. Dit jaar zijn we weer naar Porto geweest en hadden we een andere groep die wel goed Engels sprak. Dat ging gelijk een stuk beter. Dan zie je ook gelijk connecties ontstaan.”

Omgaan met andere culturen is dan ook een belangrijk onderdeel van de opleiding, benadrukt Van Oosten." De stages in het buitenland dwingen onze studenten om contact te leggen en zelfstandig te opereren. De ervaring van het werken in een ander land helpt ze daarnaast om meer open te staan voor nieuwe perspectieven. Dit vergroot hun wereldwijsheid en maakt hen open-minded, wat essentieel is in de huidige globaliserende wereld."

‘Het bijzondere aan EBBD is dat het voor iedereen toegankelijk is, niet alleen voor excellente studenten. De hele klas doet mee, en de lat ligt hoog.’

-Lineke Ouwendijk, projectmedewerker tweetalig onderwijs vo-mbo bij Nuffic en coördinator van het Netwerk tweetalig mbo

Meertaligheid als uitdaging en kans

Ondanks het succes van het programma, erkent Van Oosten dat het aanbieden van meertalig onderwijs op mbo-niveau uitdagingen met zich meebrengt. “We zijn in feite drietalig,” zegt hij. “Naast Nederlands en Engels, bieden we ook Duits aan. Studenten moeten bij ons een hoger niveau van Duits halen dan op een standaard mbo. Dit is vooral uitdagend voor studenten voor wie Nederlands al moeilijk is. Toch zien we dat studenten voor wie Engels de voorkeurstaal is, zoals die uit Oekraïne of Macedonië, juist floreren in deze omgeving.”

Een andere uitdaging is de implementatie van Content and Language Integrated Learning (CLIL), een methode waarbij vakinhoud en taal tegelijkertijd worden onderwezen. "Hoewel 60 procent van onze vakken in het Engels wordt gegeven, is CLIL nog niet volledig ingebed in ons onderwijs," zegt Van Oosten. "We moeten voortdurend docenten trainen en evalueren om ervoor te zorgen dat de lessen in het Engels optimaal worden gegeven." Van Oosten heeft er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.

Ondanks de uitdagingen blijft de belangstelling voor de opleiding groeien. In de afgelopen jaren is het aantal studenten dat zich inschrijft voor International Business Studies in Utrecht bijna verdubbeld. "We zijn nu in ons tweede jaar met 55 studenten, terwijl dat er een paar jaar geleden nog maar 27 waren," aldus Van Oosten. "Die groei zie je ook bij andere mbo-instellingen die het EBBD-programma aanbieden, vooral in de Brainport-regio, waar de expatgemeenschap groot is."

De toekomst van internationalisering

Van Oosten heeft grote plannen voor de toekomst van de opleiding. “We zijn nog lang niet klaar met de internationalisering. Er zijn zoveel projecten en samenwerkingsmogelijkheden met scholen in het buitenland die we kunnen verkennen. Zo zijn er bijvoorbeeld samenwerkingsprogramma's tussen Amerikaanse en Europese scholen waarbij studenten samen een bedrijf opzetten of onderzoek doen. Het werken met internationale collega’s biedt nieuwe inzichten en dat willen we graag verder uitbouwen.”

Met de sterke focus op internationalisering, mobiliteit en meertaligheid laat ROC Midden-Nederland zien dat tweetalig mbo een krachtig instrument kan zijn om studenten klaar te stomen voor een internationale carrière. Het succes van de opleiding laat zien dat het leren van talen en culturen hand in hand gaat met het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn in deze steeds meer globaliserende wereld.