Meertaligheid helpt burgerschapsonderwijs

Met een samenleving die steeds diverser wordt, groeit het besef dat juist het inzetten van thuistalen ten goede komt aan leerlingen en hun welbevinden. Het draagt bovendien bij aan burgerschapsonderwijs. ‘Je hoeft zo je culturele en talige achtergrond niet achter te laten op de drempel van school.’

Lang was het idee dat als je wil integreren, je dan Nederlands moet leren. Als je je teveel richt op andere talen, zou dat ten koste gaan van de Nederlandse taal. “We weten inmiddels dat dit niet het geval is. Het doelgericht inzetten van de thuistalen kan juist ondersteunen bij de ontwikkeling van het Nederlands.”, vertelt Inge Jansen, curriculumontwikkelaar Nederlands bij SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum.

“Er is nu meer ruimte om andere talen te waarderen en te benutten. De terughoudendheid lijkt af te nemen.” Onderzoek laat zien dat succesvol meertaligheidstaalbeleid leidt tot verbeterde prestaties in het Nederlands, maar ook tot een groter welbevinden. Leerlingen voelen zich veiliger op school en krijgen meer zelfvertrouwen als ze ook hun thuistalen mogen gebruiken en dat die gezien en gewaardeerd worden.

“Leerlingen raken nieuwsgierig naar elkaar, wat zorgt voor samenhang. Het gaat niet alleen over verschillen, maar ook om wat je bindt.”

Johan van Driel, curriculumontwikkelaar geschiedenis bij SLO

Daarnaast kan meertaligheid een hulpmiddel zijn om te leren omgaan met diversiteit, gaat Johan van Driel, curriculumontwikkelaar geschiedenis bij SLO, verder. “Je leert dat mensen met andere culturele achtergronden een andere taal hebben, en hoe je je daartoe kan verhouden, en ermee om kan gaan. Aandacht voor die diversiteit kan helpen om de sociale cohesie van een groep te bevorderen. Leerlingen raken nieuwsgierig naar elkaar, wat zorgt voor samenhang. Het gaat niet alleen over verschillen, maar ook om wat je bindt.”

Dit vraagt wel om specifieke didactische vaardigheden van docenten”, stelt Van Driel. “Het is niet iets wat je zomaar van de een op de andere dag toepast in je les.” “Ook al is er op steeds meer lerarenopleidingen en pabo’s aandacht voor dit onderwerp, toch voelen veel leraren zich niet bekwaam in het lesgeven aan meertalige klassen”, vult Jansen aan.

Teamgids

Daarom heeft SLO een jaar geleden de Teamgids Meertaligheid voor het primair onderwijs ontwikkeld. Jansen: “We kregen steeds meer vragen binnen over meertaligheid. We merkten dat het een onderwerp was, waar steeds meer scholen mee aan de slag willen, maar eigenlijk niet zo goed weten hoe. Met deze teamgids willen we hen ondersteunen.”

Doel van de Teamgids Meertaligheid is om schoolteams op basis van activiteiten en expertinput het gesprek te laten voeren. Daarvoor bestaat de teamgids uit (praktijk)opdrachten die hen laat reflecteren op meertaligheid.

“Die helpt teams na te denken over hun houding tegenover talige diversiteit”, legt Jansen uit. “Het is niet zo dat de Teamgids voorschrijft hoe je meertaligheid vormgeeft. Je gaat met elkaar in gesprek en ontwikkelt een gemeenschappelijke taal en een gezamenlijk beeld hoe je meertaligheid een plek geeft in je onderwijs. Iedere schoolcontext vraagt om een eigen aanpak.”

De gids is uitgeprobeerd bij een aantal ontwikkelscholen, waaronder het OBS De Kleine Dichter in Utrecht. Daarna heeft een expertgroep er nog feedback op gegeven. Die is inmiddels verwerkt in een nieuwe versie die onlangs is gepubliceerd.

“Ook al is er op steeds meer lerarenopleidingen en pabo’s aandacht voor dit onderwerp, toch voelen veel leraren zich niet bekwaam in het lesgeven aan meertalige klassen.”

Olievlek

Op OBS De Kleine Dichter was de keuze om meertaligheid bewuster in te zetten niet meer dan logisch. Onder de ongeveer 400 leerlingen zijn maar liefst 19 verschillende thuistalen te vinden. Dankzij de teamgids staan steeds meer leerkrachten van De Kleine Dichter ervoor open, vertelt intern begeleider Myrthe de Jong.

“Er wordt over gepraat en goede voorbeelden worden gedeeld. Kinderen mogen in de klas overleggen in hun thuistaal en we koppelen bijvoorbeeld kinderen met dezelfde thuistaal aan elkaar. Zo kunnen nieuwkomers, die vanuit de taalschool bij ons instromen, sneller meedoen. Onlangs hebben we bijvoorbeeld twee Russische meisjes aan elkaar kunnen koppelen. Ze hebben in deze fase zoveel aan elkaar.”

Op de foto: Myrthe de Jong, intern begeleider bij OBS De Kleine Dichter

Toen De Jong 2,5 jaar geleden kwam werken op De Kleine Dichter werd er nog niet veel gedaan met meertaligheid. “Maar het aantal meertalige kinderen hier op school groeit enorm. In de ontwikkelgroepen burgerschap en meertaligheid zijn leerkrachten hierover met elkaar in gesprek.

De Teamgids Meertaligheid helpt om met het team eenzelfde grondhouding te ontwikkelen over wat meertaligheid nu precies is en hoe we de meertaligheid van onze leerlingen kunnen benutten in het onderwijs. Onze ontwikkelgroep werkt dan praktische vragen uit, als hoe doen we de intake met ouders in een andere taal, of hoe verloopt de instroom van meertalige kinderen die van de taalschool komen? Zo komen we vanzelf tot beleid en een visie. “Sinds we zijn begonnen, is er meer oog voor de meertalige achtergrond van leerlingen en dat verspreidt zich als een olievlek binnen de school”, vertelt De Jong.

Meertalige samenleving

Meertaligheid helpt leerlingen voor te bereiden om een actieve rol te kunnen spelen in het Nederland van morgen, denkt De Jong. “Onze leerlingen groeien allemaal op in een meertalige samenleving, en de aandacht voor meertaligheid helpt hen om meer open te staan voor elkaar. Nederland wordt steeds meer een meertalige samenleving. Daar moet je je toe weten te verhouden.”

Ook helpt aandacht besteden aan meertaligheid om makkelijker in contact te komen met ouders, gaat ze verder. “Sommige ouders zien school als een bastion van Nederlands. Daar voelen ze toch niet helemaal comfortabel bij. Door oog te hebben voor meertaligheid kun je die ouders er meer bij betrekken.”

“Maar openheid voor andere culturen kun je niet afdwingen. Een open sfeer creëren is eigenlijk wat je als school vooral kan doen”, vult Jansen aan. “Je kunt je onderwijs zo organiseren dat de openheid en nieuwsgierigheid naar elkaar toe groter wordt. Talen zichtbaar maken op school, talen waarderen en benutten, helpt bij het creëren van een open en veilige sfeer. Uiteindelijk moet je met meertaligheid kunnen omgaan natuurlijk. Dat geldt op school, maar ook later in je werk. Het is goed dat kinderen hiermee starten op school.”

Van Driel: “Juist die diversiteit waarmee ze in aanraking komen, helpt hen ook om te snappen hoe onze samenleving eruit ziet.

“Onze leerlingen groeien allemaal op in een meertalige samenleving, en de aandacht voor meertaligheid helpt hen om meer open te staan voor elkaar.”

Kerndoelen

Aandacht voor meertaligheid draagt bij aan (wereld)burgerschapsonderwijs. In de conceptkerndoelen Nederlands zie je de aandacht voor meertaligheid dan ook terug. In kerndoel 1 staat beschreven hoe je als school zorgt voor een rijke taal- en leesomgeving voor alle leerlingen.

Ruimte bieden aan de verschillende talen en taalvariëteiten van leerlingen is daarin een van de aspecten. In kerndoel 14 staat dat de leerling verkent hoe je met taal uiting geeft aan je identiteit, en in kerndoel 15 gaat het over het bestaan en gebruik van verschillende talen en taalvariëteiten beschouwt in relatie tot het Nederlands.

In september 2023 zijn de conceptkerndoelen Nederlands opgeleverd. Begin 2024 volgt de fase van beproeven, waarin de conceptkerndoelen worden beproefd op bruikbaarheid in de praktijk. Na deze fase volgt politieke besluitvorming. Daarmee worden de kerndoelen wettelijk vastgelegd.

Jansen: “Dat duurt nog even, maar dat betekent niet dat je tot dan moet wachten. “We ondersteunen leraren ook nu al bij het versterken van basisvaardigheden taal van hun leerlingen. Een van onze adviezen daarvoor is het benutten van meertaligheid in de lessen.”

Op de foto: Inge Jansen, curriculumontwikkelaar Nederlands bij SLO

Meer weten?