Het basisonderwijs (primary education) heeft 5 klassen (P1-P5) voor 6- tot en met 10-jarigen. Leerlingen krijgen de volgende vakken, waarbij de nadruk ligt op de eerste 3 vakken:

  • moedertaal of eerste taal (L1)
  • wiskunde
  • eerste vreemde taal (L2)
  • kunst
  • muziek
  • lichamelijke opvoeding
  • wereldoriëntatie
  • religie of ethiek

In P3-P5 zijn er ook ‘Europese Uren’ waarin kinderen van verschillende nationaliteiten (en taalgroepen) elkaar leren kennen via diverse activiteiten.

Na succesvolle afronding van het basisonderwijs aan de Europese School gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs (in het jaar dat ze 11 worden).