Van burgerschap naar wereldburgerschap: wat levert het op?

Een bredere benadering van burgerschap biedt mooie kansen voor het mbo. Wat die kansen zijn en hoe je daarmee aan de slag kan gaan, vertellen onderwijsprofessionals Gyzlene Kramer-Zeroual (Albeda) en Karim Amghar (Zadkine).
Geschreven door Sang-Ah Yoo
Studenten in de klas

Vroeger, toen zij op school zat, waren ‘school’ en ‘thuis’ gescheiden werelden, zegt Gyzlene Kramer-Zeroual. Zij is programmadirecteur Strategie en gelijke kansen bij Albeda in Rotterdam en lid van de expertgroep burgerschap mbo. ‘Nu zijn die werelden versmolten. Als school uit is, gaat die online verder. Medestudenten ontmoeten elkaar op sociale media als Snapchat en TikTok. Conflicten uit de schoolbanken gaan zo soms door. Hoe ga je daar als jongere mee om? Hoe gebruik je technologie in plaats van het te misbruiken? Dat zijn relevante vraagstukken voor de huidige en toekomstige generatie.’ Tegelijkertijd spelen een aantal crises die grote impact hebben. Inflatie, klimaatverandering, oorlog in Europa en een overspannen woningmarkt, somt Kramer-Zeroual op.

‘Wij helpen met ons burgerschapsonderwijs wendbare en weerbare burgers en professionals op te leiden, die zich kunnen manoeuvreren in de snel veranderende wereld om ons heen, met compassie voor de medemens.’

Gyzlene Kramer-Zeroual, programmadirecteur Strategie en gelijke kansen bij Albeda

Docent vrouw

Internationale perspectieven

Voor de arbeidsmarkt is vakdidactiek niet voldoende, zegt Karim Amghar, onder meer senior docent Omgangskunde en Burgerschap bij Zadkine, programmamaker voor omroep NTR, onderwijsadviseur en auteur. ‘Tuurlijk moet je als student-monteur het verschil kennen tussen hoog- en laagspanning, en is het nodig dat je bij de opleiding Logistiek op een heftruck leert rijden. Maar werkgevers vinden algemene omgangskunde ook belangrijk. Dat medewerkers om kunnen gaan met verschillende klandizie. Dat je je niet rot schrikt als er iemand van kleur binnenkomt op kantoor, of als je met een vrouw op de bouwplaats staat. Daar wil ik jongeren voor klaarstomen.’

'Burgerschapsonderwijs gaat volgens Amghar nog teveel over de vier dimensies politiek, economie, maatschappij en vitaliteit. ‘Studenten moeten ook buiten de lokale, regionale of landelijke context kunnen kijken.’

Karim Amghar, senior docent Omgangskunde en Burgerschap bij Zadkine

Docent man

Met één druk op de computerknop heb je immers contact met een klaslokaal in de Verenigde Staten of Duitsland. In de schoolbanken zitten jongeren met een verschillende culturele achtergrond. Studenten gaan in het buitenland stage lopen of werken, of aan de slag bij een internationaal bedrijf in Nederland. ‘Nieuwe perspectieven innemen, begrip voor de ander, culturele sensitiviteit, dát heb je nodig om te kunnen participeren in een samenleving waarin de wereld steeds dichterbij komt.’

Herijking kwalificatie-eisen

Maar die ‘wereldse’ componenten komen niet genoeg terug in het vak burgerschap, vinden Amghar en Kramer. Verschillende onderzoeken leidden tot de Burgerschapsagenda mbo 2017–2021, opgesteld door de MBO Raad en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. In de evaluatie daarvan is te lezen dat ‘de huidige kwalificatie-eisen onvoldoende duidelijk zijn over de inhoud en minimale kwaliteit van het burgerschapsonderwijs in het mbo’.

Binnenkort geeft de expertgroep burgerschap mbo – waaraan Kramer-Zeroual deelneemt - advies aan het Ministerie van OCW om het burgerschapsonderwijs beter te duiden. De kwalificatie-eisen voor burgerschap zijn toe aan herijking, vertelt Kramer-Zeroual. ‘We zien dat het burgerschapsonderwijs niet voldoende meebeweegt met de ontwikkelingen om ons heen: de diverser wordende samenleving, de verregaande globalisering en digitalisering en het belang van kunst en cultuur. De vaardigheden en mindset die studenten nodig hebben om hiermee om te gaan, mogen een duidelijkere plek krijgen in de nieuwe kwalificatie-eisen. Het waardengedreven burgerschap mag sterker terugkomen.’ Mbo-scholen zijn wettelijk verplicht om burgerschapsonderwijs te geven, door het bevorderen van persoonlijke ontplooiing en bij te dragen aan het maatschappelijk functioneren van studenten. Maar hoe ze dat doen, is aan de school zelf. ‘Dat is ook het mooie aan het burgerschapsonderwijs. Je ziet de kleur van de school erin terug, de stad, de provincie. Maar het brengt nu teveel vrijblijvendheid met zich mee’, aldus het lid van de expertgroep.

Praktijklessen wereldburgerschap

Maar hoe doe je dat dan in de praktijk, burgerschapsonderwijs wereldser maken? Amghar: ‘Wat ik vaak doe in mijn lessen is zoeken naar common ground. Wat verbindt ons in een klaslokaal aan elkaar? Die gemeenschappelijkheid kun je vinden in wie de drie belangrijkste mensen in je leven zijn, of wat je je belangrijkste bezit vindt.’

Hij geeft vaak opdracht voor een positiviteitsschriftje, waarin studenten positieve dingen over zichzelf opschrijven, hun omgeving en mensen die anders zijn dan zijzelf. ‘Een student zegt bijvoorbeeld: Surinaamse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders zijn behalve geweldige professionals ook volhardend, ze kunnen heerlijk koken en geweldig dansen. Zo leg je heel bewust de focus op het positieve, in plaats van op de vaak onbewuste negatieve vooroordelen in je brein. Je zal merken dat er dan een wereld voor je opengaat.’ Waar het kan, maakt Amghar uitstappen naar de kunst- en cultuursector, om zo studenten ook te leren nieuwe perspectieven in te nemen in een steeds wereldser wordende samenleving. Hij bezoekt het theater met studenten, een spoken word-voorstelling. ‘Dat zijn momenten bij uitstek waarin jongeren leren zich te verplaatsen in de ander, begrip te hebben voor de medemens, ook al is die anders dan jij. Vergis je niet: met burgerschapsonderwijs kun je ontzettend veel impact uitoefenen.’

Studentenparticipatie

Goed (wereld)burgerschap begint bij visie, zegt Kramer-Zeroual. ‘Niet elke school kijkt op dezelfde manier naar burgerschap en dat hoeft ook niet.’ Maar weet in ieder geval waar je naartoe wil met dit vak, en welke ‘wereldse’ kennis en vaardigheden je de studenten wil meegeven in hun vakgebied en in hun leven. ‘Want burger, dat zijn ze al. Op school moeten ze de kans krijgen om daarmee te oefenen en te leren.’

Zet burgerschap hoog op de agenda. ‘Maak er geld voor vrij, geef collega’s de ruimte om het inhoudelijk goed neer te zetten. Voorkom dat burgerschap een sluitpost wordt. Zet het als kernvak neer, met vakmensen voor de klas’, aldus Kramer-Zeroual. En: breng die ‘wereldse’ componenten daarin terug.
Professionalisering van docenten is belangrijk. ‘Bij Albeda kun je een leergang volgen hoe je om kan gaan met verschillen in de klas. Wat doe je bij conflicten, hoe voer je lastige gesprekken, maar ook: hoe ga je om met onzekerheid in onze samenleving?’ Cultureel responsief lesgeven hoort bij professionalisering, vult Amghar aan: lesgeven op een manier die aansluit bij de culturele kennis en ervaring van studenten. Hij raadt aan bij studenten aan te kloppen. ‘Vraag om hun mening: wat vinden ze goed aan de burgerschapsles, wat minder? Gebruik dat om je lesmateriaal bij te schaven.’

Kramer-Zeroual: ‘Studentenparticipatie, de wereld om ons heen, inclusie en gelijke kansen: dat ademen we bij Albeda. Je ziet het terug in onze strategie, onze programma’s. Burgerschap is méér dan lessen burgerschap in de klas. Het is een beweging van participatie, waarbij studenten mee mogen praten en beslissen. We willen ze bewegen en laten ervaren hoe het is om zelf impact te maken op de wereld. Dat begint al in de klas, in je buurt en ga zo maar verder. Fantastisch om daaraan te kunnen bijdragen.’

Meer inspiratie?

1. Bekijk praktische lesideeën om jouw burgerschapsles van internationale context te voorzien: Wereldburgerschap in het mbo | Nuffic .

2. Lees onze whitepaper Internationalisering als middel voor professionalisering.

3. Hoe breng je cultuur in de les? Lees: internationale film/literatuur in de klas.

4. Bij het Deltion College bundelen het International Office en de afdeling HR de krachten: Professionaliseren met internationalisering | Nuffic.