Content and Language Integrated Learning (CLIL)

CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning. Dat betekent dat je een vak geeft in een vreemde taal, zoals Engels, Duits of Frans. Leerlingen en studenten leren dus tegelijk over een onderwerp én oefenen met de taal. Denk aan een les over dieren, waarbij je in het Engels praat over uiterlijke kenmerken, leefgebieden en voedsel.

CLIL helpt jouw klas op meerdere manieren:

  • Ze leren vakinhoud én taal tegelijk.
  • Ze worden uitgedaagd om te communiceren in een vreemde taal, zowel gesproken als geschreven.
  • Ze worden actiever in de les.
  • Ze leren samenwerken en kritisch nadenken.
  • Ze krijgen een bredere blik op de wereld.

CLIL sluit goed aan bij wat leerlingen en studenten willen en moeten leren. De lessen zijn vaak speels, afwisselend en motiverend.

CLIL is niet zomaar een les in een andere taal. Het is een doordachte aanpak waarbij je let op 4 onderdelen, ook wel de 4 C’s genoemd:

Een CLIL-les bestaat uit vaste onderdelen:

  1. Motiveren en activeren

    Begin met een filmpje, voorwerp of gesprek. Laat leerlingen/studenten vertellen wat ze al weten.

  2. Input aanbieden

    Geef uitleg in de vreemde taal. Gebruik visuele middelen en taalsteun.

  3. Input verwerken en output produceren

    Laat ze actief aan de slag gaan. Ze praten, schrijven, tekenen of presenteren in de doeltaal.

  4. Controleren en reflecteren

    Check of de doelen zijn behaald. Laat leerlingen/studenten nadenken over wat ze geleerd hebben.

  5. Feedback geven

    Geef feedback op inhoud én taal. Eerst op de boodschap, later op de vorm.

Zorg ervoor dat je de structuur van een CLIL-les aanhoudt en alle 4 de onderdelen (inhoud, taal, denkvaardigheden, cultuur) hierin terugkomen. Online zijn vele voorbeelden te vinden van goede CLIL-lessen. Op deze pagina´s vind je een aanbod aan nascholing met goede CLIL-cursussen om jouw eigen kennis en vaardigheden te vergroten:

Behoefte aan uitwisselen met experts en collega’s? Sluit je aan bij het netwerk Talen en Wereldburgerschap (primair onderwijs), het netwerk tto (voortgezet onderwijs) of het netwerk tweetalig mbo.