Wim Deetman over 10 jaar
Met welk gevoel kijkt u als naamgever en oud-burgemeester van Den Haag terug op tien jaar Wim Deetman Studiefonds?
“Ik kijk met een goed gevoel terug. We hebben toch met een behoorlijk bedrag, 1,8 miljoen, een aantal royale beurzen kunnen geven. 49 studenten hebben hier in Den Haag een opleiding kunnen volgen en afronden in internationaal recht, internationale betrekkingen, governance en mensenrechten. Dat is heel mooi, omdat die studenten uit landen komen waar studies in deze thema’s heel beperkt zijn. We hebben echt uitstekende kandidaten gehad, zo blijkt wel uit de eindpublicatie. Kijk maar wat voor werk ze nu verrichten en hoe ze terecht zijn gekomen. Het aantal is misschien klein als je het bekijkt op het totaal aantal studenten in ons land, maar de terreinen waarop ze afstuderen zijn groots. Ze kunnen hiermee later in hun eigen land echt verschil maken.”
Waarom is uw naam verbonden aan dit fonds?
“Toen ik afscheid nam als burgemeester van Den Haag heeft het college B&W me dit fonds cadeau gegeven. De besteding van het fonds moest in overleg met mij. Ik kreeg het cadeau omdat ik me als burgemeester heel erg heb ingezet om Den Haag neer te zetten als Internationale Stad van Vrede en Recht. Ik legde het accent daarbij ook op postmasters en onderzoek. Internationaal recht is een sterk punt van Den Haag en dat is de afgelopen tien jaar alleen maar sterker geworden. Het fonds was beschikbaar voor mensen die hun PhD in internationaal recht wilden afronden. En dat is dus goed gelukt.”
Heeft u zelf in het buitenland gestudeerd?
“Nee, dat was in mijn tijd echt nog niet aan de orde. Ik was al blij dat ik goed heb kunnen studeren in Nederland. Het was een mooie tijd. Eigenlijk is internationalisering van het onderwijs pas vanaf de jaren ’80 beleid geworden, toen de toenmalige EEG (nu de EU) inzette op studentenuitwisseling. Als minister heb ik toen ook mijn best gedaan om deze uitwisseling te bevorderen. Ik zeg nu nog steeds tegen alle studenten van universiteit en hogeschool dat ze een stukje van hun opleiding moeten volgen in het buitenland. “
Als u terug zou kunnen gaan en de kans zou krijgen zou u dan ook naar het buitenland gaan voor de studie?
“Geen twijfel mogelijk, ja. Studeren in het buitenland is goed voor je vorming. Ik denk dat het belangrijk is voor ons land ook. Nederland is een klein land en het is belangrijk dat studenten een internationale oriëntatie meekrijgen, kennismaken met andere culturen. Hoe je het ook wendt of keert: die oriëntatie hebben we als Nederlanders nodig.”
'Een internationale ervaring hebben we als Nederlanders nodig'
Voor de Internationale Stad van Vrede en Recht lijkt het belang van internationale studenten evident. Toen u in 2008 afscheid nam als burgemeester was internationalisering echter nog een minder politiek beladen onderwerp. Hoe kijkt u aan tegen de huidige discussie over de negatieve kanten van de komst van grote aantallen internationale studenten?
“Ik vind de huidige discussie hoogst ongelukkig. Nederlandse onderwijsinstellingen moeten faciliteiten bieden en diegenen helpen die Engels onderwijs willen volgen. Tegelijkertijd moet je ook het Nederlandstalig onderwijs handhaven. Het is het één én het ander. Nu ligt het accent in de discussie te veel op het één of het ander. De huidige discussie over internationalisering is typisch Nederlands. We slaan door. We moeten juist evenwicht bereiken. Ik vind het wel de plicht van de instellingen dat ze daarvoor meer creativiteit aan de dag leggen. We hebben er belang bij, als onderwijsinstelling maar ook als land, dat getalenteerde en begaafde studenten naar hier komen om te studeren.”
'De discussie nu over internationalisering is typisch Nederlands. We slaan door'
Wat voor belang precies?
“Kijk maar wat het fonds teweeg heeft gebracht in Den Haag. Het levert je ambassadeurs op. Die later zeggen in hun loopbaan: ik heb dit kunnen bereiken omdat ik in Den Haag Internationale Betrekkingen heb kunnen studeren. De alumni promoten op lokaal en internationaal niveau Den Haag als stad van vrede en recht.”