Wereldburgerschap in de Schilderswijk

De Johan de Witt Scholengroep in Den Haag heeft maar liefst 87 nationaliteiten in huis, heeft Nederlands grootste internationale schakelklas én bevindt zich ook nog in een aantal multiculturele wijken van de stad, waaronder de Schilderswijk. Niet gek dus dat de school op verschillende manieren inzet op wereldburgerschap.

Diversiteit en meertaligheid zijn dagelijkse praktijk op de Johan de Witt Scholengroep, waar alle onderwijsniveaus zijn te vinden. “Ruim 50% van onze leerlingen heeft ook een internationale schakelkas (ISK)-achtergrond”, vertelt directeur onderwijs Ekram Dannouni. “Dat zijn dus nieuwkomers, leerlingen die nog niet langer dan één, twee jaar in Nederland zijn en bij ons op de internationale schakelklas worden klaargestoomd om het reguliere onderwijs in te stromen. We zijn een beetje een global village.”

Middle years Programme

Sinds afgelopen schooljaar biedt de Johan de Witt Scholengroep ook het middle years program (MYP), van het International Baccalaureate (IB), aan. Daar is Dannouni ook head of school van. “Het IB-onderwijs heeft wel een beetje de stempel van elite-onderwijs. Het is het onderwijs wat de koningen en de prinsessen volgen. Er hangt een behoorlijk prijskaartje aan vast. Wij zijn zo brutaal geweest om te zeggen, hoezo zouden we dat ook niet in de Schilderswijk kunnen aanbieden? Zonder prijskaartje en toegankelijk voor iedereen die daar behoefte aan heeft.”

Het MYP ademt dan ook echt internationalisering en wereldburgerschap uit, volgens Dannouni. “Binnen MYP hebben we geen vakken. Dus bijvoorbeeld geschiedenis, economie, aardrijkskunde, filosofie werken allemaal samen om het vakgebied individuals en societies te doceren.

"Als je de wereld in huis hebt, kan je daar als school eigenlijk niets anders mee dan het stimuleren en aanmoedigen"

Ekram Dannouni, Johan de Witt Scholengroep

Foto van Ekram Dannouni, directeur onderwijs Johan de Witt

Dat betekent volgens Dannouni dat deze docenten continu met elkaar in gesprek moeten gaan vanuit hun eigen expertise, en in hun lessen gebruikmaken van de culturele en talige diversiteit. “Op het moment dat je de wereld in huis hebt kan je daar als school eigenlijk niets anders mee dan wereldburgerschap te stimuleren en aan te moedigen. We willen het ook echt onderdeel maken van ons curriculum. We willen het functioneel inzetten om tot leren te kunnen komen.”

Dat uit zich volgens de directeur bijvoorbeeld in het MYP-onderwijs, wat zich heel erg richt op intercultureel begrip creëren, maar ook op een beter begrip krijgen van global context, zoals politieke aangelegenheden op wereldniveau, geopolitiek en internationale betrekkingen.

Wereldcampus

Momenteel is de Johan de Witt Scholengroep bezig met een herijking van het burgerschapsonderwijs. Dannouni legt uit dat dit onderwijs meer wereld georiënteerd gaat worden.

“Zo zijn wij stappen aan het maken om dit onder te brengen in wat wij de Wereldcampus zijn gaan noemen. Hoe zorgen we ervoor dat we onze leerlingen opleiden tot wereldburgers, die om zich heen kijken en de wereld een betere plek willen maken? We combineren dat met een stukje horizonverbreding, dus persoonsvorming in de vorm van verschillende vakoverstijgende modules die leerlingen kunnen volgen. Het is altijd een combinatie van vakken die leerlingen laat zien hoe complex de werkelijkheid daadwerkelijk is.”

"Hoe zorgen we ervoor dat we onze leerlingen opleiden tot wereldburgers, die om zich heen kijken en de wereld een betere plek willen maken?"

De 4 Wereldcampus-lesuren zullen bestaan uit twee componenten: inhoudelijke theorielessen, gecombineerd met praktijklessen, waarin leerlingen ook daadwerkelijk dat wat ze hebben geleerd mogen gaan toepassen in de buitenwereld. Deze lesuren zijn voor de eerste tot en met derde leerjaren.

Dannouni vindt dat het echt de taak is van de school om leerlingen te helpen de wereld te verkennen. “We hebben de wereld in huis, maar je merkt dat onze leerlingen nog niet altijd verder kijken dan de buurt waarin ze zijn opgegroeid. Wij moeten hen bekendmaken met alles wat er nog meer is buiten de schoolmuren.”

Kunstenaars brengen een ander perspectief de klas in

Die kennismaking doen de leerlingen ook op in het kunstonderwijs, waarin de school in samenwerking met lokale kunstinstellingen een breed programma aanbiedt. Wereldburgerschap speelt daarbij ook een rol, aangezien dit onderwijs gebruikmaakt van de omgeving en context van de school, legt Mechteld van Dijk, coördinator kunstonderwijs, uit.

“We werken vanuit Authentieke Kunsteducatie. Dat houdt in dat we de cultuur van professionele kunstenaars, de cultuur van de leerlingen en de maatschappelijke cultuur bij elkaar brengen en daar een soort leergemeenschap van maken. We nemen leerlingen mee naar de kunstenaars in Den Haag.” Van Dijk: “Zij voeren de lessen uit. Dat betekent dat er altijd kunstenaars voor de klas staan. Zij brengen zo een ander perspectief de klas in. Dat vullen we dus aan met wat de leerlingen zelf meebrengen, zowel vanuit de jongerencultuur als vanuit huis.”

“Deze complexe opdracht hebben we gekoppeld aan burgerschapsthema’s om daar dan meerdere perspectieven op te leren krijgen. Om zo’n thema vanuit een kunstenaar te benaderen, geeft meteen een heel ander perspectief dan waar leerlingen normaal mee in aanraking komen. Die combinatie van perspectieven levert een heel mooi verhaal op, waarover je een gesprek kan voeren.”

Wereldburgerschap

Naast het MYP, de Wereldcampus en het kunstonderwijs komt wereldburgerschap op de Johan de Witt Scholengroep nog terug in jaarlijks terugkerende Taaldorpen, waarin de verschillende talen die op school worden gesproken en de moderne vreemde talen waarin les wordt gegeven aandacht krijgen.

Ook organiseert de school jaarlijks het GLOBI Festival, een wereldfestival waar leerlingen in aanraking komen met de verschillende culturen en talen, allerlei workshops volgen om zo ook dat intercultureel begrip een plekje te geven. Sinds november 2020 is de Johan de Witt Scholengroep aangesloten bij het Global Citizen Network. Dannouni is mee geweest op studiereis naar Finland. Wat ze heeft meegenomen is hoe het Finse onderwijs werkt aan transferable competences. Het onderwijs gaat verder dan kennis en vaardigheden. Als onderwijzer werk je ook aan het creëren van een houding en een stukje zelfredzaamheid. Als je die elementen een plek geeft in je curriculum doe je pas recht aan de ontwikkeling van een kind.

Verder kunnen leerlingen in de bovenbouw eindexamen doen in een taal die ze thuis spreken, zoals Russisch, Italiaans, Chinees, Arabisch, Turks. Voor komend schooljaar werkt de school samen met Sabina Alhanachi om de docenten verder te professionaliseren in het cultureel responsief lesgeven.

Dannouni: “Hoe zorg je ervoor dat docenten daar goed op voorbereid zijn? Nederland staat er ook echt om bekend dat docenten vanuit de lerarenopleidingen niet goed voorbereid worden op het lesgeven aan superdiverse klassen. Die noodzaak is er wel echt. Daarom willen we daar in ieder geval een onderdeel gaan maken van ons scholingsaanbod vanaf dit schooljaar.”