Nieuws

Tweetalig primair onderwijs mag door

Met de goedkeuring van de wetswijziging door de ministerraad afgelopen 3 oktober is het officieel. Vanaf schooljaar 2026-2027 mogen alle basisscholen in Nederland tot 50 procent van de onderwijstijd lesgeven in het Engels, Frans of Duits. 

tpo-pilot scholen

Een mooie beloning voor ruim tien jaar aan onderzoek en praktijkervaring binnen de pilot tweetalig primair onderwijs (tpo). Nuffic, coördinator van de pilot, ziet de wetswijziging dan ook als een belangrijke mijlpaal.

Yeelen de Jong

Het biedt mooie kansen voor het onderwijs in Nederland, stelt Yeelen de Jong, projectmedewerker tweetalig primair onderwijs bij Nuffic. “Tpo is nu geen experiment meer, maar een volwaardige onderwijsvorm.”

Myrna Feuerstake, directeur van EarlyBird en voormalig coördinator van het tpo-netwerk bij Nuffic, was vanaf het begin betrokken bij de opzet van de tpo-pilot. “Dit is echt een kroon op het werk voor iedereen die zich de afgelopen jaren voor tpo heeft ingezet. Nu is het officieel dat tpo niet alleen werkt, maar zelfs ook bijdraagt aan beter onderwijs. Dat is fantastisch.”

De pilot: bewezen effect

Want dat het werkt blijkt uit de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek naar de impact van tpo. Het Expertisecentrum Nederlands coördineerde het landelijk Flankerend Onderzoek Tweetalig Primair Onderwijs (FoTo), wat werd uitgevoerd door een consortium van universiteiten. De leerlingen van twaalf tpo-scholen werden tussen 2014 en 2023 gevolgd van groep 1 t/m groep 8.

Myrna Feuerstake

“‘Het was belangrijk om de pilot wetenschappelijk sterk te onderbouwen, vertelt Feuerstake. “Jonge kinderen zijn geen proefkonijnen, daarom moest het goed onderbouwd zijn. De pilot mocht niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs.”

In totaal hebben 17 scholen de volledige acht jaar van de pilot doorlopen. Ze startten met tpo in groep 1 en bouwden langzaam op naar de hogere groepen. “De scholen waren echte pioniers”, vertelt De Jong. “Bij de invoering van tpo komt veel kijken voor de school, het team en de dagelijkse lespraktijk. Het is ontzettend mooi om te zien hoeveel expertise er jaar na jaar is opgebouwd.”

De belangrijkste vraag bij de pilot was of Engels onderwijs niet ten koste gaat van het Nederlands en het rekenen bij de leerlingen? En wat zijn de opbrengsten voor de taalvaardigheden? De conclusie van het wetenschappelijk onderzoek was duidelijk: tweetalig onderwijs leidt tot even goede resultaten in Nederlands of rekenen, en versterkt bovendien de Engelse taalvaardigheid. Die onderbouwing leidde tot het wetsvoorstel om scholen breder aan de slag te laten gaan met tpo.

Noortje van de Laar van OBS Passe-Partout in Rotterdam

Dagelijkse meerwaarde

Directeur Noortje van de Laar van OBS Passe-Partout in Rotterdam is enthousiast over het nieuws.
“Het is een positief resultaat, we kunnen door,” zegt ze. “Na negen jaar tpo zien we nog steeds dagelijks de meerwaarde voor onze leerlingen. Ze spreken met trots Engels, zijn zelfverzekerd en kunnen zich goed uitdrukken.”

Haar school startte twee jaar na het begin van de pilot met de invoering van tpo. Passe-Partout is een multiculturele school met veel expatkinderen, en Engels vormt er inmiddels een vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijs. “Ouders kiezen bewust voor onze school,” vertelt Van de Laar. “Ze willen dat hun kinderen Engels leren of hun taalvaardigheid onderhouden. Onze resultaten laten zien dat het Nederlands daar niet onder lijdt. Sterker nog, het versterkt de taalontwikkeling.”

Volgens Van de Laar draagt tpo bij aan meer dan alleen taalvaardigheid. “We zien ook dat tpo het wereldburgerschap versterkt bij onze leerlingen. Ze leren van jongs af aan communiceren met mensen van verschillende achtergronden. De kinderen leren vanaf groep 1 te communiceren in het Engels, en dat is echt een meerwaarde.”

Tegelijkertijd benadrukt ze wel dat tweetalig onderwijs veel vraagt van het team. “Het reguliere curriculum volgen is al een uitdaging, laat staan als je dat deels in een andere taal doet. Daarom investeren wij veel in scholing, van taalcursussen tot CLIL-trainingen. We zijn zelfs met het team op studiereis naar Canterbury en Cádiz geweest. Een enthousiast, professioneel en betrokken team is essentieel om tpo goed neer te zetten.”

Leren van elkaar

Ook het tpo-netwerk van Nuffic speelt volgens haar een cruciale rol in het succes, gaat Van de Laar verder. “Hier leer je van elkaar, wissel je ervaringen uit en bespreek je uitdagingen. Zonder dat netwerk zou je op een eilandje zitten. Elke bijeenkomst geeft ons weer nieuwe energie.”

Feuerstake ziet het scholennetwerk als een onmisbare motor achter de kwaliteit van tpo. “We waren pioniers en hadden elkaar destijds hard nodig. Theorie en praktijk moesten met elkaar in gesprek blijven. Die wisselwerking is wat het netwerk zo waardevol maakte, en nog steeds maakt.” Ook is de rol van de tpo-coördinator van belang, vult Feuerstake aan. “Iedere school die meedoet heeft een goed geschoolde tpo-coördinator nodig. Zonder coördinator wordt het geen succes.”

De Jong beaamt dat het netwerk ook in de toekomst cruciaal blijft, zeker nu nieuwe scholen zullen starten met tpo. “Tpo is een grote onderwijsverandering en dat doe je niet zomaar. Het is belangrijk om het goed aan te pakken vanaf het begin. Neem de tijd om leerkrachten, leerlingen en ouders hierin mee te nemen. Het is een intensief proces voor de school. Het netwerk kan hier goed bij helpen.

Een toekomst vol kansen

Met de nieuwe wet krijgt tpo eindelijk de wettelijke basis die het verdient. Voor scholen als OBS Passe-Partout, die al jaren ervaring hebben, betekent dit vooral erkenning. Voor nieuwe scholen opent het de deur naar deze moderne, internationale vorm van onderwijs. Of zoals het mooi wordt samengevat in het tpo-magazine: ”Tpo is here to stay."