Tweetalig onderwijs: bouwen aan doorlopende leerlijn
Zelfs via een zoommeeting is te zien dat het contact tussen de twee onderwijsprofessionals uit het primair en voortgezet onderwijs gebouwd is op vertrouwen en een gedeelde drive en passie voor tweetalig onderwijs. Xandra Pieters, locatiedirecteur van de tweetalige basisschool Harbour Bilingual, vindt dit de basis voor een goede samenwerking. Ruth Frans, docent Global Politics en coördinator van de instroom van groep 8-leerlingen op Wolfert Tweetalig, beaamt het volmondig: ‘Goed contact is essentieel om de overstap van leerlingen uit het tweetalig basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen.’
Contacten opbouwen
Xandra Pieters was zich al bewust van een goede overstap toen de eerste lichting leerlingen van deze nieuwe school nog maar in groep 6 zat. De eerste stap was om die contacten op te bouwen, legt zij uit: ‘We hebben onderbouwcoördinatoren en docenten Engels van verschillende vo-scholen in de buurt uitgenodigd voor een informatieve kennismaking. Zo konden we laten zien wat ons onderwijs inhoudt. En op welk niveau we verwachten dat leerlingen uitstromen.’
Differentiatie
Als leerlingen kiezen voor Wolfert Tweetalig hoeven zij geen instaptoets te doen, zoals leerlingen uit het reguliere onderwijs. Zij krijgen voorrang bij de toelating op school en stromen in op het hoogste taalniveau. Wel is er een intakegesprek om hun motivatie te bespreken. In de brugklas krijgen de leerlingen Engels aangeboden in drie niveaugroepen, dwars door de afdelingen heen georganiseerd. ‘Goed om veel leeftijdsgenoten te leren kennen’, meent Ruth Frans.
Betere aansluiting en leren van elkaar
Het goede contact tussen de twee scholen maakt een warme overdracht mogelijk. Ze wisselen informatie uit over het uitstroomniveau van de achtstegroepers en bespreken hoe het onderwijs inhoudelijk beter kan aansluiten. ‘Jullie leerlingen zijn breed georiënteerd door het tweetalig onderwijs. Daarom denk ik dat ze op onze school minder hoeven te wennen dan leerlingen uit het reguliere onderwijs’, zegt Ruth Frans. ‘Wij zouden ook meer vakoverstijgend les willen geven. Daarom vond ik het ook zo interessant om met jou uit te wisselen hoe jullie dat doen met het International Primary Curriculum (IPC).’
Xandra Pieters knikt: ‘Wij willen met onze werkvormen en aanpak ook beter aansluiten bij het voortgezet onderwijs. Zo oefenen onze leerlingen in het vertellen wat ze geleerd hebben. Dat hebben ze onlangs gedaan met powerpoints in een presentatie aan hun ouders. Dat was een succes. Ook willen we meer werken met portfolio’s.’
Tweetalig onderwijs ook verrijking voor leraren
Het gaat in het tweetalig onderwijs niet alleen om Engelse taalvaardigheid. Het feit dat leerlingen wiskunde en geschiedenis in een andere taal krijgen, betekent dat dat ze naast de woordenschat ook concepten ontwikkelen. Ruth Frans: ‘Ik merk dat leerlingen voordeel hebben van hun Engelse taalvaardigheid bij andere vakken die ze in het Engels krijgen. Ze kunnen zich beter uitdrukken: het is een geleefde taal. Ook voor leraren is het een verrijking, want je hebt toegang tot lesmateriaal dat je collega’s in de hele wereld gebruiken. Dat is letterlijk een window on the world.’
'Belangrijk is contact te houden, ook als alles goed gaat.'
Herkenning en afstemming
Beiden zeggen veel te hebben geleerd van de samenwerking. Voor vo-docenten is het goed om te zien hoe het werkt in het basisonderwijs, vindt Ruth Frans. ‘Zij zijn verrast over het niveau van de leerlingen.’ Xandra Pieters zag hoe het Wolfert Tweetalig omgaat met de moeilijkheid dat leerlingen sommige begrippen alleen in het Engels kennen, die ze bij het eindexamen weer moeten omzetten in het Nederlands. ‘Bij ons is dat net iets anders maar wel vergelijkbaar. Jonge leerlingen kennen sommige woorden en begrippen in het Nederlands nog niet, maar ze krijgen er wel les over in het Engels. Daar moet je als leraar dus extra aandacht aan besteden.’
(Tekst gaat verder onder afbeelding).
Verbindingen in expertgroep
Nu de goede samenwerking is opgebouwd, is de tweede stap om de contacten te verankeren. Volgens beide onderwijsprofessionals moet je daarvoor meer mensen uit de organisatie betrekken. ‘Praktisch gezien werkt het goed om activiteiten vast te leggen in het jaarplan. Belangrijk is om contact te houden, ook als alles goed gaat’, zegt Xandra Pieters. Om de overgang van po naar vo in goede banen te leiden, richtte zij twee jaar geleden een expertgroep tweetalig op, samen met een leraar van groep 8 en de tpo-coördinator.
‘Onze leraren Engels moeten daarin ook een plek krijgen, zij kijken immers naar de inhoudelijke aansluiting van het vak’, vult Ruth Frans aan. ‘In het najaar kijken we hoe het gaat met de leerlingen en waar eventuele hiaten zijn. Zo hebben we korte lijnen en dat is belangrijk!’
Essentie van een doorlopende leerlijn
Voor achtstegroepers verandert er veel als ze naar de brugklas gaan. Als zij voor tweetalig vervolgonderwijs kiezen is het belangrijk dat ze niet op het beginniveau met Engels starten, zoals de rest van de nieuwelingen in de brugklas. Om te groeien in hun ontwikkeling en gemotiveerd te leren, moeten leraren in het vo weten welk taal- en kennisniveau zij hebben zodat zij lesstof krijgen die precies aansluit. De uitdaging is om goed te differentiëren en de onderwijsdoelen in beeld te houden. En daar moet wel wat voor worden geregeld.
Meer weten?
Lees meer over tweetalig primair onderwijs , waar leerlingen vanaf groep 1 gedurende 30% tot 50% van de tijd les in het Engels krijgen. Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine TPO HERE WE STAY.
Hoe haal je de wereld in je klas? Dit vraagt om met een andere bril naar je les kijken. Laat je tijdens de conferentie Talen en Wereldburgerschap voor het primair onderwijs op 29 september inspireren door experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van wereldburgerschap, meertaligheid en Engels vanaf groep 1.
Meer nieuws over internationalisering in het basis- en voortgezet onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.