Mobiliteit 2.0: ‘In the middle of every difficulty lies opportunity’

Internationalisering blijft belangrijk, ook als buitenlandreizen niet mogelijk zijn. Tijdens de coronacrisis zijn er creatieve oplossingen ontstaan om goed om te gaan met reisbeperkingen. Sommige alternatieven voor een buitenlandervaring zijn here to stay.

Het citaat in de titel is afkomstig van Albert Einstein.

In het buitenland doen studenten internationale competenties op. Ze gaan buiten hun comfortzone en daarvan profiteren ze levenslang, vooral op het vlak van persoonlijke ontwikkeling (zie ook: leeropbrengsten internationaliseringsactiviteiten). Ze springen in het diepe en komen weer bovendrijven, maar ze zijn wel eerst kopje-ondergegaan.

Studenten ontwikkelen daarmee competenties die ze, eenmaal op de werkvloer, helpen om door te groeien van eenvoudige taken naar complexere taken, zoals het omgaan met klanten of collega’s met diverse culturele achtergronden of het werken met internationale systemen. Sommige initiatieven die als alternatief voor buitenlandreizen zijn ontwikkeld, blijken een waardevolle structurele aanvulling op het internationaliseringsaanbod, zoals online stagelopen bij een bedrijf in het buitenland.

Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt aan Tilburg University en onafhankelijk adviseur in de mbo-sector, weet hoeveel impact een buitenlandervaring kan hebben. Vijfentwintig jaar geleden deed hij in Madrid onderzoek naar groepsvorming bij bouwvaklieden. Ook al had hij Spaans geleerd, toch kon hij de bouwvakkers uit Toledo door hun dialect moeilijk verstaan.

“Ik moest echt met handen en voeten praten! Die ervaringen neem ik tot op de dag van vandaag mee. Na mijn stage heb ik op de universiteit internationale onderzoeksprojecten georganiseerd en werd ik coördinator van een internationaal masterprogramma in Advanced labour studies. Dat was allemaal niet gebeurd zonder mijn stage.”

Toekomstgericht werken

Van der Meer: “Momenteel werk ik aan de open aanpak voor de toekomst van het mbo. De visie ‘mbo in 2030’, die we nu opstellen, gaat over aandacht voor de individuele talentontwikkeling van studenten. Thema’s zijn gepersonaliseerd leren, valideren van leerprocessen en de veranderende rol van docenten. Internationalisering staat er nog niet in. Kunnen we studenten in 2030 allemaal een internationale ervaring bieden? Of eerder? De toekomst is wat mij betreft nú. Alle studenten zouden nog voor 2030 internationaal competent moeten zijn.”

Volgens Van der Meer maakt een internationale stage competenties rijker. "Die competenties kun je extra betekenis geven aan de hand van ons model voor toekomstgericht leren en werken. Daarin werken we met drie assen: creatievermogen, reflectievermogen en documentatievermogen. Om bij creatie te beginnen: als je stage wil lopen, begin je met te denken wat je ergens kunt halen. Je moet je oriënteren en informeren. Wat is er mogelijk? Zijn er al anderen voor jou geweest? Vervolgens voer je de stage daadwerkelijk uit."

Bij reflectie draait het om de vraag hoe het is gegaan in de voorbereiding, tijdens de stage en achteraf. Wat ging goed, wat had beter gekund? En ook: wat heb je geleerd? Hoe heb je jezelf ontwikkeld? “Je hebt bijvoorbeeld de taal geleerd’, zegt Van der Meer. “Of je hebt een persoonlijk avontuur meegemaakt. Een belangrijke reflexieve vraag is ook hoe anderen daarvan kunnen profiteren.

Zo kom je uit bij het documenteren. Het is heel waardevol om een dagboek te maken met persoonlijke ervaringen. Daarnaast moet iedereen een officieel verslag maken en post je wellicht foto’s en filmpjes op sociale media. Door documenteren wordt het leren expliciet. Als docent of IBPV-coördinator kun je succesvolle stages evalueren en valideren en dan weet je: daar kun je studenten met een gerust hart naartoe sturen. Als je je bewust bent van de kracht van creatie, reflectie en documentatie, geeft dat vertrouwen.”

“En als ze wel naar het buitenland gaan: wat willen we dan dat studenten daar leren? Vaak is het zelfontplooiing in sneltreinvaart."

Mobiliteit 2.0

Sinds maart 2020 is naar het buitenland gaan niet meer vanzelfsprekend. Toch gaat internationalisering door, maar dan met meer focus op internationalisering at home (IaH): werken aan internationale competenties in Nederland. Er ontstonden mogelijkheden om vanuit Nederland online stage te lopen bij organisaties in het buitenland. Het mooie is dat dit een optie blijft, ook als reizen naar het buitenland (mobiliteit) weer onbeperkt mogelijk is. Dat is goed nieuws voor de studenten die niet naar het buitenland gaan voor stage; de overgrote meerderheid.

Docent-onderzoeker Daan Maljers (ROC van Twente) en practor Babet Hoeberigs (ROC Mondriaan en ROC van Twente) delen hun kennis vanuit het Practoraat internationalisering. Hoeberigs: “Internationalisering is niet alleen naar het buitenland gaan. Het doel is studenten voor te bereiden op de internationale samenleving.” Maljers vult aan: “En als ze wel naar het buitenland gaan: wat willen we dan dat studenten daar leren? Vaak is het zelfontplooiing in sneltreinvaart. Naast zelfstandigheid, zelfredzaamheid, een andere taal leren en andere gewoonten zien, ervaren studenten hoe hun toekomstige beroep in een ander land eruitziet. Ze worden voorbereid op de internationale arbeidsmarkt.”

“Het expliciet waarderen van de persoonlijke ontwikkeling zet studenten meer in hun kracht.”

Expliciete waardering van ontwikkeling

De beoordeling van een internationale stage is nu vaak gekoppeld aan kerntaken, terwijl de leeropbrengsten vooral in zelfstandigheid en zelfredzaamheid liggen. Hoeberigs: “Het expliciet waarderen van de persoonlijke ontwikkeling zet studenten meer in hun kracht. Het is goed voor hun loopbaan en hun start op arbeidsmarkt. Bedrijven zien de meerwaarde van interculturele competenties, maar koppelen die niet altijd aan een buitenlandervaring. Het is goed als een student dit expliciet kan aantonen.”

De mate waarin studenten hun interculturele competenties ontwikkelen is niet goed in cijfers uit te drukken. Maljers: “Het leereffect is merkbaar of zichtbaar in een gesprek. Wat hebben studenten geleerd? Soms kan het helpen om het participant report van Erasmus+ te bespreken met de student. Deze officiële verantwoording is ook geschikt voor interne reflectie. Zelfs al is het leereffect is niet of moeilijk meetbaar: toch moet er waardering voor zijn. Dat kan in een portfolio of reflectiegesprek. Op die manier bereik je een verdubbeling van leren: ervaren én erover praten.”

Aan de slag: van competenties naar activiteiten

Er zijn vele internationaliseringsactiviteiten mogelijk. De internationaliseringskaart mbo met praktijkvoorbeelden* biedt inspiratie. De volgende stap is de activiteiten een vaste plek te geven in het curriculum, zodat zowel mobiliteit als internationalisation at home niet ‘iets extra’s’ zijn en elkaar blijven aanvullen. Expliciete aandacht voor creatie, reflectie en documentatie plaatst de internationaliseringsactiviteiten in een didactisch kader: mobiliteit 2.0.

*open de kaart met Acrobat Reader of Acrobat Professional voor volledige functionaliteit.

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de Over de Grensdag 2021.