Medezeggenschap internationale student beter geregeld

Door een wijziging in regelgeving hebben studenten van buiten de EER geen werkvergunning meer nodig voor bestuurswerk en medezeggenschap.

Sinds 1 januari kunnen studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) volwaardig deelnemen aan medezeggenschap op hogescholen en universiteiten. Daarnaast kunnen ze ook bestuursfuncties uitoefenen bij studie- en studentenverenigingen. Studenten met deze ambitie hebben niet langer een werkvergunning nodig.

Stages al langer vrijgesteld

Studenten van buiten de EER die in Nederland studeren hebben een verblijfsvergunning voor studie nodig. Als ze ook een werkvergunning hebben, dan mogen ze naast hun studie maximaal 16 uur per week werken. Door middel van deze wijziging in het ‘Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen’ wordt er een vrijstelling opgenomen voor speciale functies in het studentenleven. Op die manier is medezeggenschap of een bestuursfunctie ook voor studenten van buiten de EER bereikbaar zonder het aanvragen van een werkvergunning.

Eerder werden studenten van buiten de EER al vrijgesteld van de werkvergunningeis bij stages. Dit betekent dat zij in het kader van hun opleiding zowel curriculaire als extra-curriculaire stages mogen lopen zonder dat hiervoor een werkvergunning moet worden aangevraagd. Wel is een stageovereenkomst verplicht waarbij de stageverlener, student en onderwijsinstelling betrokken zijn.

ISO en Nuffic positief

De nieuwe wijziging kan rekenen op een positieve reactie van Freddy Weima, directeur van Nuffic: “Een international classroom stopt niet bij de muren van de collegezaal. Ook daarbuiten kunnen studenten van elkaar leren. Door deze wijziging in regelgeving kunnen alle studenten hun stem laten horen binnen de medezeggenschap, of je nu uit Nederland, de EU of van daarbuiten komt.”

Ook het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is tevreden met de wijziging. Kees Gillesse, voorzitter van het ISO: “Deze vrijstelling maakt de medezeggenschap toegankelijker voor studenten van buiten de EER. Dat is een goede zaak, want als instellingen internationale studenten aantrekken is het vanzelfsprekend dat deze studenten ook moeten kunnen meepraten over hun onderwijs.”