Leraren moeten meer samenwerken voor beter onderwijs
Nog gefeliciteerd met je verkiezing tot leraar van het jaar. Wat is je belangrijkste missie daarbij?
“Dat wordt me heel vaak gevraagd, maar mijn belangrijkste persoonlijke missie is gewoon ieder jaar om goed les te geven. Wat ik daarbij vooral heel belangrijk vind is dat leraren goed met elkaar samenwerken. Heel veel leraren zijn koning in hun klaslokaal en draaien hun eigen programma. Ik denk echter dat het onderwijs veel beter zou kunnen worden als we veel meer bij elkaar in de klas zouden kijken en een stukje van onze eigen autonomie loslaten."
“Denk bijvoorbeeld aan samen meer afspraken maken. In het vo hebben we best wel veel te maken met klassenmanagement. Kinderen van 12 tot 18 jaar zijn onstuimig, en hebben verschillende dingen aan hun hoofd, waarvan school er maar één van is. Als je bijvoorbeeld nog maar twee of drie jaar voor de klas staat, kan dat een hele uitdaging zijn. Dan kunnen die collega’s met meer ervaring je daarbij helpen. Door een lijn te trekken die voor alle leerlingen duidelijk is. Bijvoorbeeld met betrekking tot mobieltjes of de start van een les.”
In 2017/2018 heb je zelf internationale ervaring opgedaan tijdens een lange reis van Finland naar Singapore, waarbij je overal scholen, universiteiten, lerarenopleidingen, en soms zelfs ministeries van onderwijs hebt bezocht. Wat is je het meest bijgebleven?
“Waar ik de laatste tijd steeds vaker aan terugdenk is de tijd die we in Oekraïne hebben doorgebracht. We hebben daar gezien dat het onderwijs zo nationalistisch was geworden. Het had meer als doel gekregen om goede, rechtgeaarde Oekraïense burgers op te leiden. Ze wilden bijvoorbeeld in de geschiedenislessen meer tonen dat Oekraïne Europese wortels heeft, in tegenstelling tot Russische wortels bijvoorbeeld. Met de oorlog die nu gaande is, snap ik dat nu meer.“
“Verder denk ik vaak aan terug aan alle leraren die we hebben ontmoet. Ik vond het prachtig om te zien dat we allemaal op een bepaalde manier op elkaar lijken. Je hebt gelijk een band met elkaar, je deelt een soort zelfde bezieling. Ook de kinderen overal ter wereld lijken zo op elkaar. Ook in Georgië zijn ze bezig met ‘hoe kan ik precies genoeg leren om een zes te halen’. Ze lijken heel erg op mijn leerlingen. Dat vond ik een leuke conclusie.”
“Ik denk dat het onderwijs veel beter zou kunnen worden als we veel meer bij elkaar in de klas zouden kijken en een stukje van onze eigen autonomie loslaten.“
Erik Ex, docent geschiedenis op het Cygnus Gymnasium in Amsterdam
Ben je na afloop van je reis anders gaan kijken naar het onderwijs in Nederland?
“Wat ik heb gezien in andere landen is dat scholen en lessen veel meer op elkaar lijken. Dat komt denk ik omdat daar scholen meer onderdeel zijn van de staat, en werken volgens voorgeschreven programma’s, waarin staat hoe ze moeten omgaan met bepaalde dingen. Wanneer een leraar bijvoorbeeld in Estland binnenkomt in een lokaal gaan alle leerlingen opstaan om hem of haar te begroeten. Alle scholen doen dat overal in het land hetzelfde. Daardoor ontstaat een vorm van collective teacher efficacy. Door op eenzelfde manier te werken is het duidelijker voor leerlingen wat er van ze verwacht wordt.”
Is het Nederlandse onderwijssysteem dan te vrij, bijvoorbeeld dankzij artikel 23?
“Misschien wel ja. Ik denk dat dit artikel niet meer van deze tijd is. Het is 105 jaar geleden bedacht, in een tijd van verzuiling. Die verzuiling is voorbij en dat willen we ook graag zo houden. Maar de huidige vrijheid kan wel weer opnieuw leiden tot nieuwe verzuiling, we noemen dat nu bubbels. Als we dat verder in de hand willen werken, moeten we vooral zo doorgaan. Ik denk dat meer samenwerking onder leraren dit kan tegengaan.”
Als columnist schrijf je voor Trouw over onderwijs en ga je in op het belang van het leren over niet-westerse personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen om een ander perspectief op ons verleden te krijgen. Heb je deze brede blik op de wereldgeschiedenis altijd nagestreefd?
“Nee, dat is gaandeweg wat meer ontstaan. Het is natuurlijk de laatste tijd ook meer in opkomst. Ons geschiedenisonderwijs is gewoon heel erg westers georiënteerd. Tegelijk is er veel ruimte voor docenten, zeker in de onderbouw, om hier meer mee te doen. Ik denk dat we die ruimte moeten pakken om onze leerlingen meer wereldburgerschap aan te leren. Onze wereld wordt steeds kleiner. Dat betekent dat je je te verhouden hebt tot anderen, bijvoorbeeld migranten.“
“Ook heb je je te verhouden tot wie wij zijn in de wereld. Hoe worden wij gezien als Nederland in de wereld? Ook dat verandert steeds meer. Ik denk dat het heel goed is als wij ons daarvan bewust zijn. Onze leerlingen zullen heel vaak in contact komen met mensen uit het buitenland. Ook in Nederland natuurlijk, zeker in Amsterdam.”
(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Minister Dennis Wiersma en docent Erik Ex bij de uitreiking van de leraar van het jaar 2022.
Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft. Hoe zie jij de rol van het vak geschiedenis daarbij?
“Het is niet voldoende om hier in één les aandacht aan te besteden. Herhaling is belangrijk. Je moet dus ermee starten op de basisschool, daarna herhalen in de onderbouw en later nog een keer in de bovenbouw. Het mooie is dat er allemaal mooie, prachtige nieuwe verhalen liggen. En die zijn ook onderdeel van ‘ons’ verhaal. Er zijn mensen die hebben gestreden voor vrijheid en mensenrechten.“
“Neem iemand als Anton de Kom, die nu is opgenomen in de Canon. Dat is echt iemand die past in het Nederlandse verhaal, of je nu een witte Nederlander bent, Surinaamse wortels hebt of nieuwe migrant bent. Je kunt je met hem identificeren omdat hij het heeft over bepaalde mensenrechten. Als je hem weergeeft als een soort van tegenstander van Nederland geeft dat volgens mij het perspectief niet goed weer. Dat is volgens mij de essentie van wereldburgerschap: dat je je leert te verplaatsen in een ander, en met elkaar achterhaalt hoe komt het dat de wereld nu zo in elkaar zit. Meer kennis over wat er is gebeurd in het verleden helpt ons daarbij.”
“Voer het gesprek met elkaar in school: wat is wereldburgerschap nu precies?“
Erik Ex, docent geschiedenis op het Cygnus Gymnasium in Amsterdam
Hoe kunnen middelbare scholen nog meer aan wereldburgerschap werken?
“Er is meer samenwerking nodig bij alle vakken. Als school moet je voor jezelf bedenken: wat betekent wereldburgerschap nou eigenlijk? Wat zijn je doelen? Welke teksten kies je bij Engels en Nederlands? Heb je het over middeleeuwse letterkunde, dan kun je bijvoorbeeld laten zien wat voor een multiculturele wereld het toen ook was. Wat betekent wereldburgerschap voor de verschillende lessen, bijvoorbeeld gym? Het curriculum mag best wat samenhang vertonen zonder dat je per se de individuele vakken hoeft op te heffen. Voer het gesprek met elkaar in school: wat is wereldburgerschap nu precies?”
Een voorbeeld van samenwerking is om gezamenlijk van scholen een telefoonvrije plek te maken. Je bent daarvoor een petitie gestart. Wat is de gedachte daarachter?
“Ik denk dat we kinderen er veel plezier mee doen. Wij zijn het een beetje aan ze verplicht. Want het doet me pijn om te zien dat leerlingen moeite hebben om met elkaar te communiceren, bijvoorbeeld in de pauzes. Dat is op zich niet gek, want de kinderen zitten nu eenmaal in een fase van hun leven dat ze dit moeten leren. De één is er verder mee dan de ander. Maar echt contact maken met elkaar gaat niet als iedereen op zijn telefoon zit.“
“Er zijn al scholen die de telefoons verbieden, zoals vrije scholen of brugklaslocaties. Die hebben daar allemaal goede ervaringen mee. Collectieve afspraken kunnen daarbij helpen. Dus bijvoorbeeld aan het begin van de dag doen we alle mobieltjes in de kluis. Of bij aanvang van de les doe je ze in een vakje naast de deur. Het maakt het helemaal makkelijker als we dat landelijk afspreken.”
Beelden zijn afkomstig van fotograaf Fred Ernst.
Meer weten?
- Wil je ook werken aan wereldburgerschap in het onderwijs? Sluit je aan bij het Global Citizen Network.
- Wil je sparren over internationalisering op jouw school? Neem contact op met onze adviseurs.
Meer nieuws over internationalisering in het voortgezet onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.