Laten zien wat je kan met de Franse taal

Sinds vijf jaar biedt het Porta Mosana College in Maastricht versterkt Frans aan leerlingen die meer met deze taal willen doen. Dat is vooral te danken aan het enthousiasme van docenten Frans: Linda Ruijters en Sophie Kerstens. Hoe geven zij invulling aan dit vak?
een van de leerlingen interviewt online de Franse ambassadeur

Docenten Linda Ruyters en Sophie Kerstens doen er alles aan om hun vak zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Zo organiseerden ze het Festival CLIL en français op school. Ruim 80 leerlingen deden mee.

Op het Porta Mosana College staat talentontwikkeling en persoonlijke groei hoog in het vaandel. Zowel op het gebied van life science en sport, als op het gebied van moderne vreemde talen. Naast tweetalig vwo en havo kun je als leerling kiezen voor extra vakken versterkt talenonderwijs, zoals Frans. Daar kun je bijvoorbeeld je DELF (Diplôme d'Etudes en Langue Française) halen, dat wordt verstrekt door de Franse overheid. De school is verder lid van het Netwerk Duits en Frans (LinQ) van Nuffic en organiseert reizen naar onder meer Straatsburg, Brussel en Parijs.

Hoe zijn jullie destijds gestart met versterkt Frans? Vanuit welke vraag of ambitie kwam dit voort?
Ruijters: “Het was ook wel een beetje ambitie van onze school om meer te doen met Frans, maar vooral ook van onszelf. We wilden heel graag kinderen de kans bieden om een DELF- diploma te kunnen halen. Dat is internationaal erkend en ook richting vervolgopleiding heel interessant. We vonden het mooi om de onderbouw af te sluiten met dit diploma. We hebben zes jaar samengewerkt met de Fédération Wallonie-Bruxelles om te kijken of we tweetalig onderwijs (tto) Frans konden opzetten. Dat bleek te hoog gegrepen. Vooral ouders zagen het als te veel risico. Je doet toch een heel vak in een vreemde taal. Daarom zijn we verder gegaan met versterkt Frans.”

Wat bieden jullie daarmee precies aan?
Kerstens: “Het versterkt Frans is er vooral voor leerlingen die wat extra uitdaging willen of op een andere manier bezig willen zijn met Frans. Bij versterkt Frans gaat het minder om woordjes leren en grammatica maar meer om de taal met communicatie en spelletjes leuk te maken. Ik heb er voor mijn reguliere lessen Frans veel inspiratie uitgehaald, zoals bepaalde werkvormen om leerlingen uit te dagen meer te doen aan taalproductie.”

"Je steekt toch je nek uit vanuit de passie voor het vak. Uiteindelijk is dat wat het onderwijs nodig heeft en wat je baan leuk houdt."

Waar zijn jullie zelf het meest trots op?
Kerstens: “Ik vind het wel gaaf hoeveel dingen we hebben uitgeprobeerd. Ondanks het feit dat de praktijk weerbarstig is, komen we toch steeds weer met nieuwe ideeën, zoals met het Festival. Ik vind het leuk dat wij met ons tweeën met dit idee kwamen. We hebben altijd gedacht in wat wel mogelijk is, en wat leuk en prikkelend is voor de leerlingen. Daar ben ik het meest trots op. Je steekt toch je nek uit vanuit de passie voor het vak. Uiteindelijk is dat wat het onderwijs nodig heeft en wat je baan leuk houdt.”

Ruijters: “Ik ben ook het meest trots op dat we onszelf steeds opnieuw weer weten uit te vinden. We halen veel energie uit onze samenwerking. Dat leerlingen uit de vijfde klas in gesprek gingen met de Franse ambassadeur is dan ook een soort cadeautje, een beloning."

Hebben jullie concrete tips voor andere scholen die versterkt Frans willen aanbieden?
Ruijters: “Ga het vooral gewoon doen, al is het maar met vijf leerlingen. Als het dan eenmaal goed loopt, spreekt het vanzelf meer leerlingen aan. Je moet het dus wel zien als een jarenlange investering, en het niet na een jaar al opgeven omdat er maar vijf leerlingen hebben meegedaan. Je hebt een lange adem nodig. Belangrijk is dat je er zelf enthousiast over blijft.” Kerstens: “Ik hoop dat meer scholen durven de buitenwereld naar binnen te halen, of naar buiten te gaan. Ik denk dat leerlingen daar het allermeest van leren.”

Het idee van het Festival CLIL France is vanuit de Franse ambassade, Nuffic en het Porta Mosana College ontstaan. Wat gebeurde er in die week?
Ruijters: “We hebben een speciaal CLIL-lespakket ontwikkeld voor vijfdeklassers, waarin ze in het Frans hebben geleerd over de EU, Franse staatsinrichting en francofonie. Het gesprek met de ambassadeur was daarvan de climax. Ook hebben we een docent, die heel erg in de Franse chansons zit en met derdeklassers chansons zong. Zij bereidde ook met leerlingen uit 4- en 5-vwo twee chansons voor die ze voorafgaand aan het interview met de ambassadeur ten gehore brachten. We hadden aanvankelijk het festival nog groter gepland, inclusief speeddates met francofone sprekers, maar door de onzekerheid rond corona hebben we dat moeten laten varen.”

Wanneer is het festival voor jullie een succes?
Kerstens: “Als de leerlingen door het festival zien wat de kansen en mogelijkheden zijn van het spreken van meerdere talen. Dat ze praktisch zien wat je met een taal als Frans kan. Dat is de boodschap die hopelijk in de hoofden van de leerlingen naar binnenkomt.”

In gesprek met de ambassadeur

Sophie Hellebrekers uit Maastricht (17 jaar), 5 -vwo, was een van de vijftien leerlingen die een vraag mocht stellen aan Luis Vassy, de Franse ambassadeur. Ze vroeg hem wat voor verbeteringen hij zou willen zien in Frankrijk en Europa. “Hij antwoordde dat hij onder meer betere crisisrespons zou willen zien, zoals met corona of de Oekraïne-oorlog”, vertelt ze.

“Het was leuker dan verwacht. Wat ik vooral leuk vond, waren de voorbereidingen voor het gesprek. We hebben in de les veel oog gehad voor andere culturen, zoals de Franse politiek en de EU. In de onderbouw stoorde ik me er wel eens aan dat in vakken als geschiedenis alleen de Nederlandse focus er was. Ik ben zelf actief in het Europese Jeugdparlement, en dus al meer gewend aan die internationale focus. Ik vond het leuk dat mijn klasgenoten daar nu ook mee bezig waren.”

Meer weten?