In gesprek met leerlingen en ouders over tweetalig primair onderwijs
Maryam en Lucas zitten in groep 8 van de Wilge in Hilversum. Maryam is halverwege ingestroomd, ze spreekt Urdu en Engels thuis. ‘Ik volg een apart programma voor de native speakers in de groep. We zijn met z’n vieren en maken dan bijvoorbeeld zelf een board game’.
Lucas heeft de volle acht jaar op De Wilge gezeten. Hij werkt aan zijn Engels met een methode en met projecten. ‘Op Wacky Wednesday hebben we les in alleen maar Engels. Dan doen we veel IPC en andere activiteiten’, vertelt hij. ‘De meester laat ons vrij om te bepalen of we presentaties in het Engels of het Nederlands doen. Ik kies dan voor Engels’.
In projecten komen aspecten van wereldburgerschap aan de orde. Uit hun hoofd sommen ze op: ‘Nederland Waterland, Continenten, Belangrijke Mensen bijvoorbeeld’. Op de vraag of ze naast het leerboek en projecten nog andere activiteiten in het Engels hebben, komt een bevestigend antwoord: ‘kringgesprekken, boeken, en soms gaat de meester ineens over in het Engels als hij wat bespreekt of uitlegt’. Lucas heeft nog wel een paar tips voor tpo, zegt hij tijdens het gesprek dat grotendeels in het
Engels plaats vindt: ‘ik had best meer spelling in het Engels willen hebben, en ook Rekenen had me leuk geleken’.
"De meester laat ons vrij om te bepalen of we presentaties in het Engels of het Nederlands doen. Ik kies dan voor Engels."
Op de muur in de lerarenkamer van de Visserschool in Amsterdam prijken bouwtekeningen. De Visserschool heeft behoefte aan nieuwe lokalen. De gesprekken met leerlingen vanaf groep 5, Miss Justyna als coördinator en vakleerkracht en met de kersverse zij-instromer Bart laten ze zien wat er in de lokalen gebeurt. De school is niet alleen gegroeid, maar ook van samenstelling veranderd.
‘Ik spreek Spaans en Engels thuis, Nederlands op school en met mijn vrienden’, zegt Oscar. Miss Justyna deelt bij elke les de klas in twee of drie groepen in en differentieert naar taalniveau en type activiteit. Er wordt veel digitaal gewerkt, hoewel dat soms niet gemakkelijk is. ‘Met corona konden we alleen maar thuis met de iPads werken, dat was heel lastig’, wisten veel leerlingen te melden.
Miss Justyna beaamt dit: ‘Verdieping en een meer gevarieerd aanbod kon niet of nauwelijks plaatsvinden. Dat betekent ook dat je in de hogere groepen nu voorzichtig moet zijn met je leerdoelen’. Naast de methode is er desalniettemin een behoorlijk scala aan aanvullende activiteiten: Het International Primary Curriculum (IPC) gaat soms in ‘t Engels, extra boeken worden gelezen en er wordt gericht gewerkt aan woordenschat en spelling. Op de vraag of er meer of minder Engels zou moeten komen luidt het antwoord eenstemmig: ‘Meer!’.
Op de Haagsche Schoolvereeniging (HSV) zijn vier ouders in een levendig gesprek over tpo, schoolkeuze en taalachtergronden. De tpo-afdeling is met de international primary gehuisvest in een statig, maar veel te krap gebouw. Het gesprek wordt in het Engels gevoerd. Dat verklaart meteen ook hun keuze: allen hebben een expatachtergrond; in drie gezinnen worden meerdere talen thuis gesproken, wordt ook rekening gehouden met meertaligheid. Op de vraag of tpo een overweging is geweest bij de aanmelding van hun zoon of dochter, wordt gezegd dat dit niet het geval was. ’Maar met wat ik nu weet, zou dat zeker een extra motief zijn’.
De ouders spreken hun vreugde uit over de taalvorderingen in het Engels. En vooral over het gemak waarmee hun zoon of dochter buiten school Engels spreekt. ‘Ik denk dat dit te maken heeft met de manier van onderwijs. Er is zoveel nadruk op interactie, dat kinderen ook buiten school geen schroom kennen’.
De leerlingen hebben sommige vakken met leeftijdsgenoten van de primary. Tot echte integratie, bijvoorbeeld nieuwe vriendschappen, lijkt dit niet te leiden. Binnen de eigen groepen is er overigens al een grote diversiteit en is IPC internationaal georiënteerd. Voor dat laatste zou contact met tweetalige basisscholen in het buitenland een mooie aanvulling vormen, suggereert een van de ouders.
"Er is zoveel nadruk op interactie, dat kinderen ook buiten school geen schroom kennen."
De doorstroom naar het voortgezet onderwijs komt vervolgens aan de orde. Er zijn wel tweetalige scholen in Den Haag en omstreken, maar die zijn niet echt bekend. Bovendien, zoals een ouder opmerkt: ‘the parents chose the primary school, the child chooses the secondary’. Die kan andere overwegingen dan het niveau Engels hebben.
In het volgende gesprek beschrijft Florian uit groep 7 een weekprogramma. ‘IPC doen we op maandag en dinsdag in het Engels, daarnaast hebben we veel andere lessen in het Engels. We hebben werkbladen voor woordenschat en spelling’. Scott uit groep 6 vult aan: ‘Rekenen doen we met een Nederlands boek, maar de uitleg is in het Engels’.
In groep 7 en 8 hebben de leerlingen al vrije schrijfopdrachten. De HSV monitort de voortgang van het Engels met deels zelfgemaakte toetsen. Dan krijgen we een blad met 100 woorden, die we moeten leren’. Of er nog wat anders gedaan kan worden? ‘Jawel’, zegt Isabelle, ‘ik wil meer presentaties in het Engels doen. Ik heb er dit jaar maar vijf gedaan’.
Lees meer over tweetalig primair onderwijs , waar leerlingen vanaf groep 1 gedurende 30% tot 50% van de tijd les in het Engels krijgen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine TPO HERE WE STAY. Tijdens de pilot (2014-2023) werd gemeten wat het effect is van Engelstalige lessen op de taalontwikkeling van kinderen. De deelnemende scholen werkten hard om tweetalig basisonderwijs te ontwikkelen. Dit gebeurde in samenwerking met het ministerie van OCW, universiteiten, Nuffic, EarlyBird, SLO en schoolbesturen.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.