"Ik zie een beweging richting nationalisme"

Dubbelinterview met de nieuwe en de scheidend voorzitter van Raad van Toezicht Nuffic.
Geschreven door Els Heuts

Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter van de Raad van Toezicht van Nuffic, droeg 27 september het stokje over aan Bert van der Zwaan. In gesprek met Nuffic Actueel schetst de vertrekkend toezichthouder de drie belangrijkste uitdagingen op internationaliseringsgebied. Zijn opvolger dient hem van repliek.

Het belang van internationalisering

“Ik vind het belangrijk om de Nederlandse bevolking onverminderd duidelijk te maken wat het belang van internationalisering van het onderwijs is voor onze samenleving”, steekt Arie Nieuwenhuijzen Kruseman van wal. “Het leidt niet tot kwaliteitsverlies en ontoegankelijkheid van het onderwijs, integendeel. Het zorgt voor een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en een betere toegang tot de arbeidsmarkt”.

Als toezichthouder heeft hij de discussie over Engels in het onderwijs en de instroom van buitenlandse studenten feller zien worden. “Ik zie een beweging richting nationalisme. Maar men verliest uit het oog wat het belang is van een internationale oriëntatie voor ons land. We zijn afhankelijk van het buitenland. Dat wordt onvoldoende erkend. Internationalisering heeft ons veel gebracht. En dat moet je dus blijkbaar steeds uitleggen. Nuffic is bij uitstek de organisatie die expertise heeft op dit terrein en moet nog meer die informerende rol op zich nemen.“

“Ik ben het ermee eens dat internationalisering van wezenlijk belang is”, stelt Bert van der Zwaan. Een kanttekening heeft hij ook. “Ik merk dat bij internationalisering vaak de nadruk ligt op Engels als voertaal en de mobiliteit van studenten. Maar het gaat erom dat Nederlanders van jongs af en aan vertrouwd worden gemaakt met internationaal kunnen denken en opereren. Dat is veel breder en daar speelt Nuffic een belangrijke rol in. De politiek en de overheid hebben dat bredere doel van internationalisering ook voor ogen. Maar als er sprake is van een probleem, bijvoorbeeld rond de instroom van buitenlandse studenten, dan wordt de discussie platgeslagen. Toch zal ons land de uitdagingen van de toekomst internationaal moeten oplossen.”

“We zijn afhankelijk van het buitenland. Dat wordt onvoldoende erkend.”

- Arie Nieuwenhuijzen Kruseman

Balans

Meer Nederlandse studenten in het buitenland laten studeren, is voor Kruseman een tweede belangrijke uitdaging. “De minister heeft het over meer balans tussen inkomende en uitgaande studenten. Maar balans vind ik geen doel op zich. Het aantal Nederlandse studenten dat in het buitenland gaat studeren is echt te laag. In elke vervolgopleiding heeft buitenlandervaring een toegevoegde waarde als voorbereiding op een werkomgeving waar internationale contacten steeds meer gemeengoed worden. Dus Nederlandse studenten moeten gestimuleerd worden om in het buitenland te gaan studeren. Maar dat betekent niet dat je de instroom van internationale studenten moet beperken. We hebben hen gewoon nodig. Zo heeft Nederland bijvoorbeeld te weinig potentieel om het onderzoek aan technische universiteiten te bemensen.”

Ook Van der Zwaan vindt het essentieel dat studenten ervaring opdoen over de grens. “Het belang daarvan wordt enorm onderschat. De discussie gaat nu vooral over de inkomende mobiliteit. Dat is belangrijk want wij willen talent binnenhalen. Maar minstens zo belangrijk is het om jonge mensen een internationale ervaring op te laten doen. Dit moet met kracht worden gestimuleerd. Het Erasmusprogramma is heel succesvol, maar Nederland zou daar zelf nog een beurzenprogramma naast moeten zetten.“

Hij is evenmin een voorstander van beperking van het aantal internationale studenten. “Maar”, zegt hij, “studenten zo maar naar Nederland laten komen vind ik niet zinvol. Zeker niet als ze alleen komen om voor een relatief laag bedrag aan een uitstekende universiteit geschoold te worden. We moeten de nadruk leggen op het werven en binden van talent en dat betekent dus selectieve instroom. Als we dat niet doen, verliest ons land aan positie.“

“Het Erasmusprogramma is heel succesvol, maar Nederland zou daar zelf nog een beurzenprogramma naast moeten zetten.“

- Bert van der Zwaan

Doorlopende leerlijn

Kruseman is ook pleitbezorger van een samenhangend internationaliseringsbeleid voor alle onderwijssectoren. Onder zijn voorzitterschap fuseerde Nuffic met het Europees Platform. “Er is een organisatie ontstaan die internationalisering bevordert en ondersteunt in het hele onderwijs, van basisscholen tot en met de universiteit. Dat geeft de mogelijkheid van een doorlopende leerlijn. Want internationalisering draait om competentieontwikkeling en kennis en inzicht in culturele diversiteit. Dat speelt in elke fase van het onderwijs een rol. Nuffic heeft de laatste jaren in toenemende mate een brugfunctie vervuld en een cruciale rol gespeeld in een samenhangend internationaliseringsbeleid. De onderwijsinstellingen zijn daar buitengewoon tevreden over."

“Ik onderschrijf dat internationalisering in het basisonderwijs moet beginnen en vastgehouden moet worden via een doorlopende leerlijn”, zegt Van der Zwaan. “Maar ik vind het cruciaal dat je goed in de gaten houdt – en dat doet Nuffic ook - dat het op maat gesneden is. Er zijn tal van problemen in het onderwijs die om aandacht vragen bijvoorbeeld rond de reken- en taalvaardigheid. Dan moet internationalisering daar niet als extra taak bovenop komen. Het moet veel meer geïntegreerd worden in het bestaande onderwijs en daar speelt Nuffic een belangrijke rol in. ”

Toekomst Nuffic

De scheidend voorzitter betreurt het dat volgens een voorgenomen besluit de taken van Nuffic beperkt worden tot diplomawaardering, het uitvoeren van beurzen- en EU-programma's en de informatievoorziening aan onderwijsinstellingen en (toekomstige) studenten. “De ontwikkeling van de afgelopen jaren wordt daarmee teniet gedaan. Dat is kapitaalvernietiging. Want als je de activiteiten halveert, krijg je de expertise die in zeventig jaar is opgebouwd niet snel meer terug.”

“Het is een voornemen, zo ver is het nog niet”, reageert zijn opvolger. “Maar als de overheid dit gaat uitvoeren, dan is dat strijdig met het eigen beleid van het ministerie dat aangeeft dat internationalisering een plek moet hebben in het hele onderwijs. Ze geven daarmee een tegenstrijdig signaal af: we vinden het erg belangrijk, maar we gaan er wel op bezuinigen. Ik vind dat de overheid op dit voornemen moet terugkomen.”

“De overheid geeft een tegenstrijdig signaal af: we vinden internationalisering erg belangrijk, maar we gaan er wel op bezuinigen.”

- Bert van der Zwaan

Arie Nieuwenhuijzen Kruseman

Arie Nieuwenhuijzen Kruseman (1949) trad in augustus 2011 aan als voorzitter van de raad van toezicht van Nuffic. Hij was tevens lid van de remuneratiecommissie. Zijn benoemingstermijn liep tot 27 september 2019. Kruseman (1949) is emeritus hoogleraar inwendige geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Eerder was hij decaan faculteit der geneeskunde en rector magnificus aan de Universiteit Maastricht en voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG).

Bert van der Zwaan

Bert van der Zwaan (1952) is per 27 september 2019 de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht. Hij studeerde Geologie en Paleontologie aan de Vrije Universiteit en de Universiteit Utrecht. In 1991 werd Van de Zwaan hoogleraar Biogeologie in Nijmegen en in 2002 in Utrecht. Van 2011 tot 2018 was hij rector magnificus van de Universiteit Utrecht. In 2015 schreef hij naar aanleiding van gesprekken met collega’s in drie continenten het essayboek Haalt de universiteit 2040? Het boek kreeg veel bijval in en buiten de universitaire wereld.

Cathy Spierenburg

Na twee zittingstermijnen verlaat Cathy Spierenburg (1946) per 30 september 2019 de raad van toezicht. In 2011 trad zij toe tot de raad van toezicht van het Europees Platform waarmee Nuffic in 2015 fuseerde. Zij was voorzitter van de remuneratiecommissie die de besluitvorming binnen de raad van toezicht voorbereidt. Cathy Spierenburg heeft jarenlange bestuurlijke ervaring in vele organisaties in binnen- en buitenland en is op dit moment voorzitter van de raad van toezicht van de ASKO (33 basisscholen in Amsterdam), lid van het bestuur van de Landelijke Ouderraad en bestuurslid van Stichting Lezen.

Ze begon haar loopbaan in het basisonderwijs als hoofd van een kleuterschool. Na vier jaar verruilde zij die functie voor die van docent Nederlands aan de pabo. Vervolgens maakte zij een overstap naar de televisie als manager Jeugd educatie Teleac/NOT. Het beviel haar goed bij de publieke omroep en zij zette daarna het jeugdnet Zappelin/Zapp op en was daar ruim negen jaar de netmanager van. Spierenburg is adviseur kindermedia en oprichter/programmamanager bij My Book Buddy. Dat is een NGO die speciale bibliotheken opzet voor kansarme kinderen in ontwikkelingslanden.

Nog meer nieuws over internationalisering in onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.