Halverwege de buitenlandstage: wat leren deze drie studenten?
Lees ook deel 1 Op buitenlandstage: wat verwachten studenten te leren?
De hele dag een vreemde taal spreken. Ontdekken hoe jouw vak in het buitenland uitgeoefend wordt. Samenwonen met studenten uit wel tien verschillende culturen. Wie op buitenlandstage gaat, doet eindeloos veel nieuwe dingen – en ontwikkelt zo internationale competenties.
Drie studenten van de minor International Health Studies aan de Hogeschool Utrecht vertellen voor, tijdens en na hun buitenlandstage hoe zij daar tegenaan kijken. Wat willen ze leren? En lukt dat een beetje? In deel 2 van een drieluik: halverwege het verblijf.
Eléane is student logopedie. Ze loopt stage in een ggz-instelling op Curaçao.
‘Alles gaat hier tránkilo, rustig, het tempo ligt een stuk lager dan in Nederland. Mijn studiegenootje en ik zijn elke dag om negen uur aanwezig in de kliniek, de activiteiten voor de patiënten beginnen officieel om half tien, maar dat kan zo kwart over tien worden. Er is veel minder haast.
Laatst was me gevraagd om een presentatie voor te bereiden over een logopedisch onderwerp. Dat heb ik gedaan, maar daarna hoorde ik steeds maar niets. Het duurde een paar weken voor ik een reactie kreeg. Mijn begeleider in de instelling zei: ja, zo gaat het vaak.
Geen controle
Voor mij is het heel leerzaam dat de dingen hier zo anders gaan. Toen ik op stage ging, wist ik dat ik erg van controle hou, en dat flexibiliteit dus iets is wat ik te leren heb. Wat dat betreft ben ik echt op de goede plek gekomen. Controle hebben gaat hier niet.
"Ik hou van controle, maar hier leer ik me aan te passen op hoe de dag loopt."
Soms vallen er zorgverleners uit, dan hebben we ineens een grote groep patiënten om activiteiten voor te organiseren. Vaak moet je dan je plan aanpassen. Niet altijd leuk, maar het lukt me steeds beter om dan mee te gaan in hoe de dag loopt.
Met handen en voeten
Ik ben hier nu ruim een maand, maar het lijkt veel langer. De patiënten herkennen me inmiddels allemaal, dat is heel leuk. Soms vind ik het taalverschil wel lastig. Lang niet iedereen spreekt Nederlands of Engels, vaak alleen Papiaments. Met handen en voeten kom ik een heel eind, maar soms zou ik wat meer diepgang willen in een gesprek met een patiënt.
Tegelijkertijd merk ik dat we soms veel voor iemand kunnen betekenen. Er is hier bijvoorbeeld een meneer met autisme die zwakbegaafd is. De communicatie met hem verliep moeizaam. Voor hem hebben we een dagprogramma opgesteld met behulp van pictogrammen. Hij ziet nu precies voor zich wat hij wanneer moet doen: douchen, tandenpoetsen, ontbijten. Met de picto’s konden we hem meer structuur bieden én kunnen zijn zorgverleners beter met hem communiceren. Daar heb je dus niet altijd taal voor nodig.’
Dewi is student verpleegkunde en loopt stage op de kinderafdeling van een specialistisch ziekenhuis in Amman, Jordanië. Ze verblijft bij een gastgezin.
‘De jongeren met wie ik hier werk, hebben een beperking. In Jordanië wordt daar anders mee omgegaan dan in Nederland, al merk je wel dat er een verandering gaande is. De gedachte is nog vaak: ze kunnen toch niets leren. Wie hier een beperking heeft, staat meestal niet echt midden in de maatschappij.
Ik respecteer dat de cultuur hier anders is, maar probeer toch te laten zien dat een kind met een beperking wel degelijk heel veel kan. Zo heb ik bijvoorbeeld lessen aan jonge patiënten gegeven over zelfmanagement en hygiëne.
"Er wordt hier heel anders gekeken naar kinderen met een beperking."
Ondergedompeld in de taal
Communiceren gaat makkelijker dan ik gedacht had. Met de kinderen kom ik er vaak wel uit, zeker met behulp van lichaamstaal. Ik kan ook al best wat Arabisch verstaan, het helpt waarschijnlijk dat ik me voor de stage al een beetje in die taal had verdiept.
Er zijn wel situaties waarin ik er echt niet uitkom, bijvoorbeeld als iemand heel snel praat, maar ik begrijp het merendeel van wat er gezegd wordt. De taal is overal, doordat je erin ondergedompeld wordt, leer je heel snel.
Wel word ik soms moe van het praten in een andere taal, want ik spreek natuurlijk de hele dag Arabisch óf Engels. Dan is het heel fijn om even met mijn ouders te bellen. Ik spreek ze elke dag, ook al is het soms maar een paar minuten.
Wennen in een gastgezin
De gezinssituatie is hier heel anders. Ik ben enig kind, maar hier heb ik plotseling twee ‘zussen’ en twee ‘broers’. Soms zit ik ’s avonds op de bank in mijn pyjama een serie te kijken, en kondigt er iemand aan: over tien minuten gaan we naar het winkelcentrum! Dan heb ik niet altijd zin, maar nee zeggen is geen optie, dat vinden ze ongezellig.
Het is ook niet de bedoeling dat ik alleen op pad ga. Als ik ergens met een andere vrijwilliger ben, checkt mijn gastgezin eerst wie dat is. Ik vind het niet erg hoor, ze zijn gewoon heel zuinig op me.’
Student verpleegkunde Sophie loopt stage in een ziekenhuis in Sri Lanka.
‘Eerst orthopedie, toen hartchirurgie, sinds vorige week oncologie: na ruim een maand ben ik al op mijn derde afdeling. Ik heb expres voor afdelingen gekozen waar ik in Nederland nog geen stage had gelopen, dus ik kan ontzettend veel leren.
Heftige dingen
Een opvallend verschil is dat er hier gescheiden mannen- en vrouwenafdelingen zijn. In het begin voelde dat gek, maar het went ook wel snel. Men gaat hier minder snel naar het ziekenhuis. Dat heeft te maken met geld, maar ook met cultuur. Het is vrij gebruikelijk om eerst naar een traditioneel genezer te gaan. Soms tref je dan heftige dingen aan.
Een jongetje van acht had een gebroken arm, maar was door zijn ouders eerst naar een traditioneel genezer gebracht. Het bot was niet goed geheeld, waardoor de chirurgen in het ziekenhuis het moesten reconstrueren. Ik vind het moeilijk om dan toe te kijken. Tegelijk merk ik, nu ik hier een tijdje ben, dat ik gemakkelijker dingen accepteer in plaats van ze te willen veranderen.
"Doordat ik de hele dag in een groep ben, komen de momenten in mijn eentje harder aan."
Uit je comfort zone
Het belangrijkste wat ik hier wilde leren, was uit mijn comfort zone stappen. Daarom probeer ik mezelf zoveel mogelijk uit te dagen. Ik heb vaak de neiging om voor de veilige optie te kiezen en ben iemand die graag plannen maakt, maar hier laat ik die plannen in het weekend juist vaak aan andere studenten over. Organiseren zij een feestje of trekken ze er samen op uit, dan ga ik gewoon mee, ik zie wel wat er gebeurt.
We wonen hier met 30 studenten. Aan de ene kant is het heel fijn dat er veel anderen zijn, want je kunt meteen je ervaringen delen en er is altijd wel iemand die er iets in herkent.
Tegelijkertijd is het soms overweldigend. Thuis zitten we hooguit met vijf man aan de eettafel als er gasten zijn – ik woon alleen met mijn moeder. Hier ontbijt je al meteen in een grote groep. Op de een of andere manier komen de momenten dat ik even alleen ben daardoor harder aan.’
Betty Bakker-Camu is docent verpleegkunde en begeleidt deelnemers van de minor International Health Studies (IHS) tijdens hun buitenlandstage.
‘De praktijk is bijna altijd anders dan de theorie. Dat merk ik elke keer weer aan onze studenten. Natuurlijk bereiden we ze uitgebreid voor op hun verblijf in het buitenland. Ze weten al dat de praktijk in bijvoorbeeld een ziekenhuis of verpleeghuis daar heel anders is. Maar weten en ervaren zijn twee verschillende dingen.
"Hoe goed je ook voorbereid bent: weten en ervaren zijn verschillende dingen."
Want je kunt het je gewoon niet vóórstellen. Dat een patiënt in sommige landen heel anders benaderd wordt. Soms krijgt iemand geen aandacht, wordt tegen hem of haar gescholden of wordt iemand zelfs geslagen. Het komt voor dat een moeder op de stoep van het ziekenhuis bevalt, omdat ze er pas laat naartoe gaat. Of dat de bevalling niet goed gaat, en ze toch snel daarna weer naar huis moet.
Kritiek en begrip
Studenten zijn vaak onder de indruk. Na een eerste vakantiegevoel komen ze vaak in een fase waarin ze kritisch zijn: waarom moet het hier op deze manier? Kan het niet anders?
Maar daarna komt vaak de fase van begrip. Dan zien ze dat men elders vaak veel minder geld en materiaal heeft, en tóch zijn stinkende best doet om goede zorg te bieden en vaak nog creatief ook. Dat leidt terug in Nederland ook weleens tot boosheid en ongeloof, omdat er in Nederland zoveel is, en ook veel weggegooid wordt.
Een totaal nieuwe omgeving
Mijn contact met de studenten verloopt vooral via de app. Als er iets is, benaderen ze meestal eerst een studiegenoot die ter plekke aanwezig is of familie, meestal daarna pas de docent. Ik ben er wanneer ze hulp nodig hebben en denk zo goed mogelijk mee.
"Het is razend knap wat deze studenten doen. Ze duiken midden in een totaal nieuwe omgeving en stellen zich kwetsbaar op."
Het is razend knap wat ze doen, ze duiken midden in een totaal nieuwe omgeving, nemen initiatief, stellen zich kwetsbaar op. In ruim twee maanden tijd verruimen ze hun blik, worden ze cultuursensitief, en daar hebben ze een leven lang voordeel van.’
Lees ook deel 1 van dit drieluik Op buitenlandstage: wat verwachten studenten te leren?
Nog meer nieuws over internationalisering in het onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.