Automatische erkenning diploma’s breidt zich uit
In 2015 besloten Nederland, België en Luxemburg tot automatische wederzijdse niveauerkenning van bachelor- en mastergraden in het hoger onderwijs. In 2018 werd deze beschikking uitgebreid met twee niveaus, de associate degree en de doctorsgraad. Niet lang daarna sloten de Baltische staten (Letland, Litouwen en Estland) een vergelijkbaar verdrag met elkaar. Inmiddels hebben beide regio’s een verdrag gesloten om ook elkaars diploma’s te erkennen.
Met dit multilaterale verdrag, dat op 27 september wordt geformaliseerd, neemt de automatische erkenning van diploma’s binnen Europa een vlucht. Het betreft een open verdrag, waar andere Europese landen zich op termijn bij kunnen aansluiten, als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Die ontwikkeling past binnen de visie van de Europese Commissie, die automatische erkenning een ‘hoeksteen’ noemt van de European Education Area, die voor 2025 moet zijn gerealiseerd.
Lancering verdrag
Op maandag 27 september 2021 vindt het online lanceringsevent plaats van het multilaterale verdrag. Meer informatie over het programma en inschrijving.
Volgens Jenneke Lokhoff (foto), werkzaam bij Nuffic en tevens President van het European Network of Information Centres in the European Region (ENIC-Bureau), is het evalueren en erkennen van diploma’s bij uitstek een onderwerp dat internationaal overeenstemming behoeft. Erkende diploma’s vormen immers de poort tot de Europese onderwijs- en arbeidsmarkt.
“Automatische erkenning betekent dat diploma’s op systeemniveau worden erkend”, legt Jenneke uit. “Dat houdt in dat een Bachelor of een Master in het ene land ook in het andere land als Bachelor of Master wordt gezien.”
Eigen afweging mogelijk
Toch staat automatische erkenning niet gelijk aan automatische toelating tot een instelling. Er bestaat namelijk ook erkenning op programmaniveau. Dit heeft betrekking op de leeruitkomsten en het profiel van een opleiding.
Jenneke: “Bij erkenning staat altijd de vraag centraal: is de student in staat om te slagen voor de studie met het diploma waarvoor erkenning is aangevraagd? Zo kan het gebeuren dat het profiel van een Bachelor niet goed aansluit bij de gewenste Master-studie. Dan is er sprake van een wezenlijk verschil op basis waarvan een instelling een eigen afweging kan maken.”
Daarnaast spelen ook rechten verbonden aan het diploma, of specifieke programma-eisen, een rol bij toelating.
'Op basis van een wezenlijk verschil kan een instelling zijn eigen afweging maken'
De HAN University of Applied Sciences in Arnhem en Nijmegen biedt onderdak aan ruim 1.900 internationale studenten. Per jaar wordt slechts enkele tientallen keren een student geweigerd omdat het diploma onvoldoende aansluit bij de gewenste studie.
In de regel gaat dit om voor de hand liggende afwijzingen, vertelt Admissions Officer Marc Rensen (foto). “Iemand die met een fotografie-Bachelor een engineering-Master wil doen, dat werkt niet. En vaak zien die studenten dat zelf ook wel in.”
De facto werken Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs, zoals de HAN, al met automatische erkenning van diploma’s, omdat de richtlijnen van Nuffic erop zijn gebaseerd. De werkwijze ruimt onduidelijkheden uit de weg en bespaart instellingen tijd. Datzelfde geldt voor uitgaande studenten. Marc: “De HAN heeft een uitgebreid uitwisselingsprogramma. Het is een fijn idee dat je HAN-diploma meteen wordt erkend, zodat je toegang krijgt tot de buitenlandse arbeidsmarkt.”
Grijs gebied kleiner
Het multilateraal verdrag maakt het werk voor instellingen alleen maar makkelijker, zegt Jenneke, die spreekt van een ‘versimpeling’. “Het grote voordeel van internationale afstemming is dat een beslissing altijd hetzelfde en dus consistent is. Er hoeft minder uitgezocht te worden en dat levert snellere procedures op. De winst – eerlijke en snellere erkenning – is voor zowel studenten als voor instellingen.”
Nadelen zijn er volgens haar niet. “Het is niet dat we opeens diploma’s gaan erkennen die we voorheen niet erkenden. In het verdrag spreken we eigenlijk af dat we iets doen waarvan we al hadden afgesproken dat we het zouden doen. Het is allemaal zorgvuldig ingebed in gezamenlijke kwaliteitszorg en kwalificatieraamwerken. Wel merken we dat het een technisch onderwerp is dat constant uitleg behoeft. Daar blijven we ons dan ook voor inzetten, onder meer met de lancering op 27 september.”
'Het grote voordeel van internationale afstemming is dat een beslissing altijd hetzelfde en dus consistent is. Er hoeft minder uitgezocht te worden'
Marc wijst erop dat instellingen door de automatische erkenning zich meer kunnen focussen op inhoudelijke verschillen. “Elke aanmelder wordt beoordeeld op cijferlijst en vakkenpakket. Als er geen substantiële verschillen zijn, dan is het meteen duidelijk, want we hoeven niet meer te kijken naar niveau.”
Positieve ontwikkelingen
Ook al verandert er voor de meeste Nederlandse instellingen in de praktijk weinig, toch ziet Marc het multilaterale verdrag en de toekomstige Europese verplichting als positieve ontwikkelingen.
“We mogen Nuffic dankbaar zijn voor het feit dat we al zo ver zijn op dit gebied. Niet elke ENIC-NARIC is zo nauw betrokken bij de instellingen. Er wordt nu een bepaalde helderheid verschaft en we zien onze huidige praktijk bevestigd. Dat is prettig. Waar ik voor de toekomst op hoop, is uitbreiding buiten Europa, want de verschillen in onderwijssystemen met Azië en Afrika zijn vele malen groter dan de verschillen binnen Europa.”
Jenneke wijst erop dat er ontwikkelingen zijn die dit ondersteunen, zoals afstemming tussen kwalificatieraamwerken en de nieuwe Global Convention voor erkenning. “Bovendien zijn er verschillende vormen van automatische erkenning. Juridisch, zoals een verdrag, maar ook de facto. Nuffic geeft in haar beschrijvingen van onderwijssystemen bijvoorbeeld voor 96 landen het niveau van een diploma ten opzichte van een Nederlandse kwalificaties. Dat is ook een vorm van automatische erkenning.”
Automatische erkenning
Meer weten over automatische erkenning van diploma’s? Bezoek dan onze informatiepagina.