Oud-student Angélique Huige

Angélique Huige volgde in 2018 de tweetalige mbo-opleiding International Business Studies bij Curio in Roosendaal. Ze behaalde ook een BTEC Extended diploma, een kwalificatie voor verdere opleiding en beroepskwalificatie in Engeland, Wales en Noord-Ierland. In 2018 werd ze verkozen tot BTEC-student of The Netherlands. Angélique liep stage bij het Zweedse softwarebedrijf AxCrypt, en hield daar een baan als Business Manager aan over. Daarnaast volgt ze de hbo-opleiding ICT aan HZ University.

“Van jongs af aan heb ik iets met talen. Toen ik in groep 8 zat, wilde ik graag naar het gymnasium, omdat ik dan Latijn zou leren, maar ik kreeg havo-advies. Na de middelbare school – uiteindelijk deed ik examen op de mavo, omdat de bètavakken toch te lastig bleken – koos ik dus voor tweetalig onderwijs: zoveel mogelijk taal.

Van mij had de hele opleiding in het Engels mogen zijn. Ik vond het ontzettend leuk om de taal goed onder de knie te krijgen. Een hoogtepunt was dat ik met een paar anderen van mijn opleiding meedeed aan de Model United Nations in Arnhem. Je vertegenwoordigt dan een land, debatteert met andere studenten van tweetalige opleidingen en internationale scholen. Het was heel leuk om zo je vaardigheden in debatteren én je taalkennis in praktijk te brengen.

Toen ik in het laatste jaar op stage mocht, wist ik meteen dat ik naar het buitenland wilde.

Ik twijfelde tussen Frankrijk en Zweden, maar Frankrijk vond ik te makkelijk, want daar heb ik familie en ik sprak al Frans. Zweeds was nieuw voor me, een uitdaging. Voordat ik naar Stockholm ging, heb ik de app Duolingo gedownload, om zo een beetje basis-Zweeds te leren.

Zonder de tweetalige opleiding had ik deze stageplek nooit gekregen, want een goede beheersing van het Engels is binnen het bedrijf heel belangrijk. In eerste instantie vonden ze me wat te jong, want ik was nog maar 18, maar na het gesprek wilde de baas me toch een kans geven. In het begin was het best wennen, ik sprak nog geen Zweeds en kende niemand. Vrienden maken in Zweden is niet makkelijk, want de mensen zijn er vrij afstandelijk. Je moet er zelf wat van maken en eropuit gaan. Dus ben ik bijvoorbeeld op een avond naar een café gegaan waar ze Dungeons and Dragons speelden, een bordspel. Daar leerde ik een jongen kennen die daarna een goede vriend is geworden.

Uiteindelijk mocht ik zelfs op mijn stageplek blijven werken. Omdat ik een hbo-opleiding ICT wilde gaan doen, ben ik weer naar Nederland verhuisd. Gelukkig vond mijn Zweedse werkgever het goed dat ik parttime zou gaan thuiswerken. In mijn nieuwe studie is een goede beheersing van het Engels ook weer heel belangrijk. Logisch, want de ICT-wereld is heel internationaal.

Ik zou iedere student die redelijk Engels spreekt, aanraden om voor een tweetalige mbo-opleiding te kiezen. Je leert de taal dan zo goed – ik dénk sindsdien niet eens meer in het Nederlands, zo vanzelfsprekend is het geworden. En als je eenmaal voor de opleiding hebt gekozen, ga dan sowieso op buitenlandstage. Het is een geweldige manier om ervaring op te doen.”

Docent Benjamin Porobic

Benjamin Porobic is docent applicatieontwikkeling bij de tweetalige opleiding Software Developer bij ROC Ter Aa in Helmond, die 3 jaar geleden werd opgezet. Voordat hij het onderwijs in ging, werkte hij als webdeveloper en webdesigner.

“Toen ik een jaar lesgaf op de Nederlandstalige opleiding, werd ik gevraagd of ik interesse had om over te gaan naar de nieuw te starten tweetalige opleiding. Die kwam er omdat Engels zo’n grote rol speelt in het vakgebied, en ook omdat studenten er belangstelling voor hadden getoond. Ik heb er even over nagedacht, want je gaat toch in een andere taal lesgeven, en ik ben een vakdocent – geen docent Engels. Maar het leek me wel wat om me op deze manier verder te ontwikkelen.

Het was heus niet altijd makkelijk. De eerste paar lessen waren best awkward om te doen: als je voor een groep van 25 studenten staat, wil je niet eindeloos zoeken naar het juiste woord. Bovendien hebben we weinig internationale studenten, we zijn vooral met Nederlanders onder elkaar, dan moet je even een drempel over om van spreektaal te veranderen. Het is niet alleen wennen voor studenten, ook voor docenten. Maar na een paar keer voelde ik me er al vrij comfortabel bij, en inmiddels gaat het vanzelf.

Waar ik veel aan heb gehad, was een tweeweekse cursus Engels in Norwich. Ik was er met 2 collega’s en we hadden afgesproken onderling ook alleen maar Engels te spreken. Dat kan ik aanraden, zo wordt het steeds vanzelfsprekender. Ook was het erg nuttig om eens een docent Engels mee te laten kijken terwijl ik lesgaf. Die wees me er bijvoorbeeld op dat ik niet ‘I’m gonna’ moest zeggen, maar ‘I’m going to’.

Verder zou ik andere docenten die met een tweetalige opleiding beginnen, adviseren om goede afspraken te maken over hoe je bepaalde situaties in de les aanpakt. Hoe streng ben je bijvoorbeeld als studenten onderling Nederlands praten in de les? Daar wil je 1 lijn in trekken.

Nog een tip: neem voldoende tijd om je lesmateriaal voor te bereiden. Wij namen in aanloop naar het 1e jaar ruim de tijd om het Nederlandstalige materiaal te vertalen, maar voor het 2e jaar hadden we daar te weinig rekening mee gehouden.

Wat de student betreft, denk ik dat de meerwaarde van tweetalig onderwijs niet alleen zit in de taal, maar ook in ‘het internationale stukje’. Je leert meer over het vakgebied buiten Nederland als je de tweetalige opleiding kiest.

Het Engels gaat ze trouwens vaak vrij gemakkelijk af. Veel van onze studenten gamen in hun vrije tijd of deden al wat aan programmeren voor ze aan de studie begonnen. Daarbij kun je niet om het Engels heen, dat is dé ICT-taal. Een tweetalige opleiding is dus een vrij logische keus.

Daar komt bij dat een groot deel van onze studenten doorstroomt naar het hbo. ICT-opleidingen daar zijn grotendeels Engelstalig, dus dan is het erg fijn als je de taal al goed onder de knie hebt. De internationale bedrijven in deze regio vinden het ook fijn als stagiairs of nieuwe medewerkers goed Engels spreken. Stel dat er twee studenten zijn met gelijke kwaliteiten, en maar 1 van de 2 heeft een tweetalige opleiding gedaan, dan ben ik ervan overtuigd dat de meeste werkgevers voor hem of haar kiezen.”

Werkgever Cassi Catsaros

Cassi Catsaros is marketing manager bij Most Wanted DJ in Almere, ‘s werelds grootste agentschap voor hardcore dj’s. Het bedrijf doet boekingen, maakt merchandise en verzorgt marketing voor hen. Cassi begeleidt regelmatig tweetalige stagiairs en nieuwe medewerkers.

“De wereld van de hardcore muziek is ontzettend internationaal. Onze dj’s komen uit allerlei verschillende landen en dat geldt ook voor hun fans. We communiceren per mail en op social media bijna alleen maar in het Engels. Als je bij ons stage komt lopen, moet je die taal dus heel goed beheersen, zodat je zelfstandig een Facebookbericht of Instagrampost kunt schrijven. Je krijgt natuurlijk ook feedback van ons, maar hoe zelfstandiger je kunt werken, hoe beter.

Maar het gaat niet om taal alleen: ook zelfvertrouwen is onmisbaar. Als je weinig zelfvertrouwen hebt, kijk je de kat uit de boom en durf je misschien niet zo gemakkelijk een gesprek aan te gaan. Dat is lastig in ons bedrijf, want als je bijvoorbeeld belt met een van de dj’s of met ons op een festival bent, kunnen wij niet elk gesprek begeleiden. Interculturele vaardigheden zijn ook erg belangrijk. Nederlanders kunnen erg rechtdoorzee zijn, je moet kunnen aanvoelen wat je tegen iemand uit een andere cultuur wel en niet kunt zeggen. Vaak zijn studenten van tweetalige opleidingen hier wat sterker in omdat ze gewend zijn om met mensen uit andere culturen om te gaan.

Zelf kom ik uit Australië, dus Engels is mijn moedertaal. Toch hebben we hier het liefst mensen die sterk zijn in zowel het Nederlands als het Engels. Bijna alle collega’s hier zijn namelijk Nederlandstalig, en we hebben ook veel contact met Nederlandse bedrijven. En spreek je nog andere talen? Alleen maar fijn. Spaans kan goed van pas komen, net als Frans, want in die landen is Engels spreken wat minder vanzelfsprekend dan bij ons.

Het niveau van het Engels verschilt erg per student, valt me op. Sommigen zijn er heel sterk in, anderen minder. Dat heeft er bijvoorbeeld mee te maken of iemand op uitwisseling is geweest, internationale vrienden heeft, veel Engelstalige televisie kijkt. Je merkt ook duidelijk dat studenten van een tweetalige opleiding de taal een stuk beter onder de knie hebben.

Opleidingen kunnen nog wel wat verbeteren. De nadruk ligt vaak op werken bij grote bedrijven, terwijl er ook een heleboel bedrijven zijn zoals wij: met 50 medewerkers of minder. Dit is de tijd van start-ups, kleine bedrijven hebben de toekomst. Vakken over marketing en social media kunnen goed in het Engels gegeven worden, want die taal speelt in die vakgebieden gewoon een grote rol. Aan de andere kant kan een vak als Finance weer prima in het Nederlands. Met andere woorden: soms kan er nog wel iets meer over nagedacht worden welk vak in welke taal gegeven wordt.”