‘We gunnen elke leerling om de horizon te verbreden’

Wat hebben tweetalig onderwijs (tto), het netwerk Chinees en het Global Citizen Network met elkaar gemeen? Ze werken allemaal aan internationale competenties bij leerlingen door middel van wereldburgerschap. Dat ze veel raakvlakken hebben bleek wel op een door Nuffic georganiseerde bijeenkomst onlangs in Utrecht. Maar er zijn ook uitdagingen.

De drie voorzitters van de netwerken kwamen bij elkaar om te verkennen hoe ze meer kunnen samenwerken, en om thema’s zoals wereldburgerschap met elkaar te versterken. “We leiden leerlingen op om wereldburgers te zijn die deelnemen aan de internationaal georiënteerde, multiculturele maatschappij, met thema’s als duurzaamheid, inclusiviteit en vreedzaamheid”, legt Sandra Niemeijer, rector-bestuurder van het Schoonhovens College en voorzitter netwerk tto uit. “Op die manier kunnen ze werken aan de wereld van morgen, en deze een mooiere plek te maken.”

En dat doen de scholen van het Global Citizen Network ook, stelt voorzitter Flint van de Gronden, rector van het Ypenburg Lyceum. “We kijken hoe we ze vaardigheden kunnen meegeven om met andere leerlingen in Europa samen te werken.” In het netwerk Chinees ligt de nadruk in het wereldburgerschap vanzelfsprekend op de Chinese taal en cultuur, vult Wendy Groen, rector van het Rijnlands Lyceum Wassenaar en voorzitter netwerk Chinees, aan. “We zien een belangrijke rol voor ons netwerk omdat er in onze optiek vooral veel aandacht is voor burgerschap bezien vanuit de westerse cultuur. Het is belangrijk om ook te kijken vanuit andere perspectieven. Daarom vragen we meer aandacht voor de oosterse cultuur.”

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Van links naar rechts: Wendy Groen, Sandra Niemeijer en Flint van de Gronden. Fotograaf: Ruben Schipper.

Internationale samenwerking als uitgangspunt

Voor alle drie de netwerken is internationale samenwerking een belangrijk uitgangspunt. Eigenlijk is internationalisering een vorm van wereldburgerschap, stelt Van de Gronden. “Daarvoor hoef je overigens niet per se naar het buitenland. Internationalisation at home werkt ook goed, of uitwisseling tussen scholen in Nederland.”

En Nederland zelf wordt ook steeds internationaler, vult Niemeijer aan. “Kijk alleen al naar de vluchtelingen uit oorlogsgebieden die onze scholen binnenkomen. Dan wordt interculturele sensitiviteit belangrijker voor élke leerling. Van elkaar leren en gebruikmaken van de internationale contexten die je in je eigen school hebt, is heel belangrijk. Uiteindelijk willen we leerlingen leren om een open, brede blik te hebben op de samenleving, zowel hier dichtbij als ver weg. Hoewel de drie netwerken elk een heel andere inhoudelijke focus hebben, is de aanpak vergelijkbaar.”

Toch voegt een uitwisseling met een school uit een ander land echt wat toe, vindt ze. “Wat je meemaakt als je in een gastgezin leeft is toch wel echt een meerwaarde. Dat gunnen we dan ook zoveel mogelijk leerlingen.” Groen is het daarmee eens. “Je leert er enorm veel van in de praktijk, wanneer je in een heel andere omgeving komt, anderen ontmoet en met hen samenwerkt.”

“We leiden leerlingen op om wereldburgers te zijn die deelnemen aan de internationaal georiënteerde, multiculturele maatschappij”

Sandra Niemeijer, rector-bestuurder van het Schoonhovens College en voorzitter netwerk tto

Vrijwillige ouderbijdrage

Een ander raakvlak van de drie netwerken is dan ook de activiteiten in andere landen. Dat is wel een stuk lastiger geworden. Zo is bijvoorbeeld uitwisseling en samenwerking met China op dit moment praktisch lastiger geworden door politiek en coronamaatregelen. Ook zien de netwerken een behoorlijke impact van de vrijwillige ouderbijdrage. Zeker de tto-scholen hebben daar last van, vertelt Niemeijer. “De meeste scholen in ons netwerk vragen een bijdrage aan ouders voor de reizen in het kader van internationalisering. Als die bijdrage wegvalt is het voor een school niet meer op te brengen en dat betekent dan een verarming van het aanbod. Het percentage scholen dat geen internationale activiteiten meer doet, stijgt.”

Ook in het Global Citizen Network zien ze de effecten van het wegvallen van de ouderbijdrage. Meedoen aan debatwedstrijden, theater op school, alle extra’s verdwijnen uit het curriculum, vertelt Van de Gronden.“De bereidheid om ervoor te betalen is gezakt. In Den Haag zie je dat sommige scholen er geen last van hebben, maar andere scholen juist wel. En zo leidt de wet tot een totaal tegenovergesteld effect dan waar ze voor bedoeld was.”

Daar is Niemeijer het mee eens. “De wet wil de kansgengelijkheid vergroten, zodat geen enkel kind buitengesloten wordt. Nu zie je dat er een tweedeling ontstaat.” Groen vult aan: “Je kan niet tegen het uitgangspunt van de wet zijn, namelijk dat alle leerlingen moeten kunnen meedoen met activiteiten die de school organiseert. Er is nu alleen een probleem gecreëerd dat er eerst niet was, de meeste scholen hadden dit namelijk al best goed geregeld. De wet leidt tot een verschraling van het onderwijsaanbod, juist voor de leerlingen die het meer nodig hebben.”

Niemeijer: “De discussie over de ouderbijdrage stimuleert ook scholen om out of the box te denken. Dat biedt weer kansen. Dat hebben we tijdens corona ook gezien.”

Herziening van de burgerschapsopdracht

Een andere uitdaging voor alle drie de netwerken is de herziening van de burgerschapsopdracht voor scholen in het po en vo. Van de Gronden ziet het als kans. “Ik zou graag in alle documenten het woordje burgerschap willen vervangen door wereldburgerschap. We erkennen dat er iets moet gebeuren met burgerschap, maar we maken er een missie van om er een globale component aan toe te voegen waar dat mogelijk is.”

“Ik zou graag in alle documenten het woordje burgerschap willen vervangen door wereldburgerschap.”

Flint van de Gronden, rector van het Ypenburg Lyceum en voorzitter van het Global Citizen Network

Burgerschap zit eigenlijk al in het DNA van de drie netwerken, gaat Van de Gronden verder. “Moeten we dit nu echt zo expliciet maken om aan te tonen dat het effect heeft, zoals de inspectie wil? Kijk bijvoorbeeld naar tolerant zijn. Het gaat om het meten van attitude en dat is lastig. Daar moeten we goed over nadenken. Er zijn echt wel standaarden en afspraken nodig voor kwaliteitsdenken, maar wereldburgerschap past niet in een mal.”

Ook Groen ziet burgerschap als kans voor het netwerk Chinees. “Het kan zorgen voor verrijking van programma’s. Maar het zou jammer zijn als de nadruk zou worden gelegd om het met data te sturen. Hoe meet je bijvoorbeeld wat voor ervaring je hebt opgedaan in een gastgezin tijdens een uitwisseling?”

Inclusiviteit

Hoe zien de netwerken de toekomst? Voor het Global Citizen Network is inclusiviteit een van de speerpunten de komende jaren. “Hoe kunnen we het gedachtengoed van wereldburgerschap toegankelijk maken voor alle leerlingen?”, legt Van de Gronden uit. “Het zou gaaf zijn als we over vijf jaar daar een gemeenschappelijke taal voor hebben ontwikkeld. Zodat wereldburgerschap echt voor iedereen is. Dat willen we doen door onder andere onze kwaliteitsstandaard te borgen. Door middel van certificeren en collegiale visitaties willen we elkaar waarderen en helpen stimuleren.”

“Ik gun dat elke leerling Chinees als vak krijgt. Je leert niet alleen een ander schrift, maar ook andere perspectieven.”

Wendy Groen, rector van het Rijnlands Lyceum Wassenaar en voorzitter netwerk Chinees

Het tto-netwerk gaat vooral inzetten op meer verdieping, verbetering en professionalisering, aldus Niemeijer. “We hebben de afgelopen jaren veel groei gekend in het aantal scholen en de verschillende niveaus. Dat aantal is nu redelijk stabiel. Wij willen de komende jaren nog meer inzetten op inclusief onderwijs. Tweetalig onderwijs zou voor elke leerling toegankelijk moeten zijn. Daar ligt nog wel een uitdaging.” Groen ziet het netwerk Chinees juist de komende jaren verder groeien. “Ik gun dat elke leerling Chinees als vak krijgt. Je leert niet alleen een ander schrift, maar ook andere perspectieven. Ik ben trots op wat we bereikt hebben, namelijk dat Chinees nu ook voor havisten een erkend examenvak wordt. Wat mij betreft gaan we dat ook doorzetten naar andere niveaus.”

Van de Gronden sluit af: “Wat we alle drie gemeen hebben: we blijven onze leerlingen gunnen dat ze hun horizon verbreden en een mooie internationale ervaring opdoen die hun leven kan verrijken.”

Meer weten?

Meer nieuws over internationalisering in het voortgezet onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.