Vaker buitenlandwens bij internationale ervaring
Tweederde van de studenten die beginnen aan een studie aan een hogeschool of universiteit heeft interesse in een buitenlandervaring, blijkt uit ons nieuwe onderzoek. Nuffic-onderzoekster Astrid Elfferich ontdekte dat vooral studenten met een internationale ervaring op hun middelbare school hun vizier vaker richten op het buitenland.
Hoewel tweederde van de beginnende studenten interesse heeft in een buitenlandervaring, gaat maar een kwart van de studenten in het hoger onderwijs uiteindelijk daadwerkelijk naar het buitenland. Er kunnen tal van beren op de weg zijn om de wens daadwerkelijk naar het buitenland te gaan te verzilveren, zo werd in verschillende andere onderzoeken al eerder aangetoond. Of het nu verwachte kosten, bureaucratie, gebrek aan bewustzijn of sociale of familiaire verplichtingen zijn.
Ervaringen op middelbare school zijn al van invloed
In haar onderzoek stipt Elfferich juist een aantal omstandigheden aan die een positieve correlatie hebben met interesse in een buitenlandervaring tijdens de studie. Zo zijn studenten die internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs, zoals tweetalig onderwijs (tto), volgden vaker geneigd naar het buitenland te willen gaan tijdens hun opleiding, zo laat het onderzoek zien. “Bij deze groep studenten ligt de intentie rond de 75 procent. Dat is ongeveer tien procentpunt hoger dan bij studenten die niet zulk onderwijs hebben gevolgd”, concludeert Elfferich.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er bij deze scholen een duidelijke nadruk is op de voorbereiding van de leerlingen op een internationale en interculturele samenleving. Omdat onderwijs aan tto-scholen en internationale scholen voor een groot deel in het Engels wordt gegeven, kan dit bovendien de drempel verlagen om naar het buitenland te gaan voor stage of studie.
"Je kunt wel zeggen dat ik altijd al internationaal georiënteerd ben geweest",
vertelt Daan van Dijk vanuit Barcelona.
Daan kreeg op middelbare school smaak al te pakken
Daan van Dijk (26) is een typisch voorbeeld van een student die al op de middelbare school in aanraking kwam met het buitenland en daarna ook tijdens zijn studie de grens over ging. Al als twaalfjarig jongetje wilde hij zelf per se naar een tweetalige opleiding.
Tijdens zijn studie ICT & Media Design aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven volgde hij een half jaar onderwijs in Uruguay. Daarna voltooide hij een masteropleiding in Barcelona. Heel verrassend is het volgens Daan niet dat hij zo’n internationaal pad koos. “Als kind was ik al goed in Engels. Ik heb er zelf bij mijn ouders echt op aangedrongen om naar een tweetalige school te gaan”, vertelt Daan vanuit Barcelona waar hij afgelopen zomer zijn masterdiploma behaalde aan de opleiding International Studies in Media, Power & Difference.
Als middelbare scholier draaide hij een week mee op een boarding school in Cambridge en deed hij mee aan een uitwisselingsproject met een school in het Franse Niort. “Die ervaringen hebben me zeker gesterkt in het idee ook daarna nog naar het buitenland te willen. Na de middelbare school heb ik ook een tijdje in Noord-Engeland en Schotland gewerkt. Je kunt dus wel zeggen dat ik altijd al internationaal georiënteerd bent geweest”, aldus Daan.
Nu hij eenmaal is afgestudeerd zoekt hij een baan in de Catalaanse hoofdstad. “Voorlopig zit ik goed in Barcelona, maar als ik over een tijd een leuke baan op een andere plek vind, is dat voor mij ook prima.”
Toch is er een ander aspect in het voortgezet onderwijs dat meer invloed heeft op het voornemen van studenten in het buitenland te studeren of stage te lopen. “Studenten die met hun middelbare school in het buitenland zijn geweest, gaven vaker aan interesse te hebben in een buitenlandervaring tijdens hun ho-studie. Dat geldt ook voor studenten met een internationale ervaring op hun middelbare school in Nederland, zoals een buitenlandse gastdocent of deelname aan een internationale onlineproject. Blijkbaar opent dit de ogen van sommige studenten die op deze manier worden getriggerd hun blik naar het buitenland te richten. Dat zijn relatief makkelijk te bereiken manieren om de intentie naar het buitenland te gaan te verhogen.”
"Studenten die met hun middelbare school in het buitenland zijn geweest, gaven vaker aan interesse te hebben in een buitenlandervaring tijdens hun ho-studie"
Een aanbeveling die hieruit volgt is volgens Elfferich dat internationalisering zou moeten worden gezien als iets dat in het hele onderwijs geïntegreerd moet worden. Beleidsinitiatieven die streven naar het frequenter en inclusiever maken van buitenlandervaringen in het ho zouden volgens haar dus ook kunnen focussen op het verbreden en verdiepen van internationale activiteiten in het vo.
Opleidingsniveau van ouders
Ook studenten met één of meerdere hoogopgeleide ouders, zijn eerder geneigd hun vizier te richten op het volgen van een deel van de studie in het buitenland, blijkt uit het rapport. Dat geldt ook voor vrouwelijke studenten. Daarnaast zijn iets oudere studenten vaker van plan in het buitenland te studeren of stage te lopen. Dat is opvallend volgens Elfferich. “Een ander internationaal onderzoek wijst er juist op dat oudere studenten minder vaak de intentie hebben om het buitenland te gaan, mogelijk vanwege meer sociale verplichtingen. In mijn onderzoek laten de cijfers iets anders zien.”
Dit betekent ook dat eerstegeneratiestudenten, dat zijn studenten zonder minimaal een hoogopgeleide ouder, minder vaak de intentie hebben om naar het buitenland te gaan voor een studie of stage. “Om buitenlandervaringen inclusiever te maken, zouden onderwijsinstellingen zich meer kunnen richten op het extra begeleiden van deze groep bij hun buitenlandervaring. Het Better Prepared-programma van de VU in Amsterdam zou bijvoorbeeld uitgebreid kunnen worden door de eerstegeneratiestudenten ook te begeleiden bij een buitenlandse studie of stage”, aldus Elfferich.
Better Prepared voor eerstegeneratiestudenten VU
Om eerstegeneratiestudenten studenten beter voor te kunnen bereiden op hun studie en te laten inzien welke mogelijkheden de opleiding biedt, organiseren universiteiten en hbo opleidingen verschillende programma’s. Zo kunnen aankomende studenten op de VU in Amsterdam een aantal dagen meedraaien in het Better Prepared-programma.
Volgens Loes Mulders, programmamanager bij de VU, werken programma’s als Better Prepared heel goed. “Als studenten in deze groep gestimuleerd raken, zie je vaak dat ze door hun studie heen vliegen met extra programma’s en stages overal in Nederland en het buitenland en het ook sociaal heel goed doen. Hiervan profiteren ze ook nog later in hun carrière. Herkenning is voor deze groep het belangrijkst. In het Better Prepared-programma ziet een student dat hij of zij niet de enige is die in deze situatie zit. Ze bouwen zo aan hun eigen netwerk.”
Invloed van corona nog niet meegenomen
Het rapport is gebaseerd op de antwoorden van 8455 studenten op vragen in de Startmonitor uit september 2018. “De kans bestaat natuurlijk dat de Startmonitor van komend jaar een heel ander beeld laat zien vanwege de coronacrisis”, aldus Elfferich. “In vervolgonderzoek is het de moeite waard om te kijken of internationale online-ervaringen, die tijdens de coronacrisis in frequentie zijn toegenomen, ook invloed hebben op de intentie naar het buitenland te gaan. Hoewel reizen het afgelopen jaar moeilijker was, zouden ook dit soort internationale online-ervaringen invloed kunnen hebben.”
Het is voor zover bekend voor het eerst dat deze wens om in het buitenland studeren of stage te lopen van Nederlandse studenten in kaart is gebracht. “De meeste andere literatuur richt zich op Amerikaanse studenten”, geeft Elfferich aan. “Hopelijk geeft dit onderzoek handvaten om te kijken hoe het gat kan worden verkleind tussen de intentie naar het buitenland te gaan en het uiteindelijk ook echt in het buitenland studeren of stagelopen.”
Het volledige rapport lees je hier: Wie is van plan (niet) in het buitenland te studeren of stage te lopen? (522,63 kB)