Op weg naar inclusiviteit door landbouw in Afrika

Florence Mayega Nakayiwa legt uit hoe landbouw en capaciteitsopbouw hand in hand gaan tussen het Afrikaanse continent en Nederland.
Florence Mayega Titia Bredee and Pascalle Grotenhuis

Een groot aantal vooraanstaande deskundigen op het gebied van internationale kennissamenwerking kwam eerder deze maand bijeen voor het symposium Shaping Futures in Den Haag. Het evenement maakte deel uit van de viering van 70 jaar Nuffic. Wij vieren dit jaar dat we ons al zeven decennia lang inzetten voor het versterken van onderwijsstelsels en het investeren in empowerment door internationale kennisuitwisseling.

Eén van de sprekers tijdens het evenement Shaping Futures was Florence Mayega Nakayiwa, plaatsvervangend uitvoerend secretaris van RUFORUM. Dit forum van regionale universiteiten voor capaciteitsopbouw in de landbouw is een consortium van 147 Afrikaanse universiteiten in 38 landen. Florence, die werkzaam is op het RUFORUM-secretariaat van de Makerere University in Uganda, nam deel aan de rondetafeldiscussie van Shaping Futures over klimaat, voedsel en voeding. Tijdens ons gesprek onderstreepte Florence waarom inclusiviteit zo’n belangrijk thema is dat het Afrikaanse continent met Nederland verbindt.

Lees verder onder de foto

Florence Mayega Titia Bredee and Pascalle Grotenhuis

Foto: Florence Mayega Nakayiwa, Titia Bredée en Pascalle Buitenhuis

Is Nederland een interessant land voor het Afrikaanse continent?
Nederland is een van de rijkste bronnen van landbouwkennis ter wereld. Omdat een groot deel van het Afrikaanse continent agrarisch is, is het belangrijk voor ons om te kunnen putten uit het rijke arsenaal aan bronnen dat Nederland te bieden heeft. Dit is een enorm voordeel voor ons: Nederland kan ons laten zien hoe we meer waarde kunnen toevoegen. We kunnen dus capaciteit ontwikkelen door uitwisselingen tussen onze landen. Verschillende omgevingen kunnen voor de landbouwsectoren van alle betrokken landen meerwaarde opleveren.

Helpt in Nederland ontwikkelde technologie u in Afrika?
Zeker. Een concreet voorbeeld dat ik ken is dat het grootste deel van de technologie in de Ugandese pluimveesector uit Nederland komt. Dat is een goed voorbeeld van hoe een sector zich kan ontwikkelen door kennisuitwisseling en hoe vervolgens capaciteit wordt ontwikkeld.

Wat zijn de voordelen van academische uitwisselingen?
Jezelf open stellen voor andere invloeden is belangrijk in elk landbouwontwikkelingsproces. Op dit moment leven we – of we het leuk vinden of niet – in een global village. Wat ergens in Europa gebeurt, kan gemakkelijk van invloed zijn op wat er in Afrika gebeurt. Als je je hiervan bewust bent, kun je een betere burger, een betere landbouwer, een betere beroepsbeoefenaar worden, als je weet wat er in andere landen gebeurt. Academische uitwisselingen bieden medewerkers, studenten, bestuurders en de landbouwers zelf de gelegenheid om te zien hoe de landbouw elders wordt uitgeoefend.

Wat is er volgens u nog nodig om vanuit Afrikaans perspectief betere kansen in de landbouw te creëren?
Afrika is een continent van kleine boeren, dus we moeten oplossingen zoeken die de bestaansmogelijkheden verbeteren vanuit het perspectief van de kleine boer. Dat heeft alles te maken met bewustwording: van wat de bestaande situatie is, wat er kan worden gedaan om die te verbeteren, en wat echt haalbaar is.

Ook moeten we de landbouw op een holistische manier bekijken. Niet landbouw als louter productie, maar als een waardeketen die helemaal tot aan de consument reikt. Want meestal denken mensen bij het woord landbouw onmiddellijk aan boerderijen. Maar we moeten alle verschillende aspecten van de landbouw in onze overwegingen meenemen: als ik een producent ben, wat heb ik dan nodig? Inputs, mechanisering, onderwijs, markten, het zijn allemaal vitale onderdelen van het systeem.

Lees verder onder de foto

Florence Mayega Nakayiwa speaking at on stage

Foto: Dr. Florence Mayega Nakayiwa (RUFORUM) in gesprek met Myrtille Danse (Netherlands Food Partnership), Jean Baptiste Musabyimana (Rwanda Development Board) en Chris de Nie (Ministerie van Buitenlandse Zaken), met Marijke Roskam als gespreksleidster.

Dus bij RUFORUM kijkt u naar de hele waardeketen in de landbouw?

Ja: wat gebeurt er nadat je de kip, de eieren, de bonen en de maïs hebt geproduceerd? Er moet opslag zijn, verwerking, behandeling na de oogst: in Afrika loopt het verlies na de oogst op tot zo’n 30 %, dus je moet goed kijken naar het proces na de oogst. Vervolgens: wie gaan er naar de markt, wat is de logistiek, wat zijn de transportregelingen en ‑voorzieningen? En dan op de markt zelf: wie kopen er, wat zijn de prijzen? Wie hebben dit product uiteindelijk nodig? Wie gebruiken het en hoe gebruiken ze het? En wat zorgt ervoor dat jongeren zich tot de landbouw aangetrokken voelen in de hele waardeketen?

Welke voordelen kan deze aanpak in principe opleveren?

Het aanpakken van deze cruciale kwesties kan naar mijn mening ook belangrijk zijn voor het verbeteren van de werkgelegenheid voor jongeren. Veel jongeren willen niet op de boerderij werken: ze denken dat het vermoeiend, vies en saai is. Maar als het om logistiek, verwerking en marketing gaat, willen ze wél meedoen. Ze weten dat ze ook meer geld kunnen verdienen door waarde toe te voegen. Dat is allemaal onderdeel van de landbouwketen van nu. En als we de landbouwproductie als een holistische waardeketen beschouwen, is de kans groter dat we van betekenis zijn voor de verschillende actoren in de landbouwsector.

Hoe is inclusie belangrijk geworden in uw werk?

RUFORUM is het forum van regionale universiteiten voor capaciteitsopbouw in de landbouw. Het is een netwerk van universiteiten in Afrika: we hebben nu 147 universiteiten in 38 landen op het Afrikaanse continent. Dit zijn universiteiten die landbouw als een van de kerndisciplines hebben. We richten ons niet alleen op de landbouw op zich: je moet ook kijken naar wetenschap, technologie en innovaties, want je kunt onmogelijk over landbouw praten zonder het bijvoorbeeld over gezondheid of economie te hebben.

Inclusie betekent voor ons dat we kwetsbare groepen in het hele proces betrekken, mensen die tot nu toe niet aan bod kwamen. Op dit vlak concentreren we onze inspanningen op vrouwen en jongeren. Vrouwen maken immers 52 % van de bevolking op het Afrikaanse continent uit.

Kan capaciteitsontwikkeling vrouwen helpen?

Hoewel vrouwen in alle verschillende processen binnen de landbouw vertegenwoordigd zijn, is dat meestal toch in de meer marginale onderdelen van de activiteiten. We moeten dus hun capaciteit, kennis en vertrouwen opbouwen. Als we vooruit willen komen, moeten we vrouwen overal bij betrekken. Maar als je kijkt naar leidinggevende posities, of naar het hoger onderwijs, en veel andere plaatsen en posities waar beslissingen worden genomen, zijn vrouwen in de minderheid. We moeten hen dus steunen. Dat is één aspect van de onderliggende gedachte bij ons streven de capaciteit van vrouwen te ontwikkelen. Niet alleen om te zorgen dat ze voor zichzelf kunnen opkomen, maar ook voor de samenleving als geheel.

Bij inclusie-interventies gaat het volgens ons niet om één pasklare oplossing die altijd en overal opgaat. We streven naar interventies die echt inspelen op de problemen waar deze verschillende groepen, vrouwen en jongeren, zich op willen richten. ” – Dr. Florence Mayega Nakayiwa (RUFORUM)

Hoe kunt u jongeren aanmoedigen om zich in te zetten voor de landbouw?

Jongeren zijn de tweede kwetsbare groep die we willen helpen door inclusie. Het eerste wat ik heb geleerd van het werken met jongeren is dat je ze aan tafel moet uitnodigen, en ze de kans moet geven hun eigen problemen te verwoorden. Bij RUFORUM verdiepen we ons in wat jongeren drijft.

Hebt u nieuwe inzichten opgedaan?

Eerst spraken we met een groep jongeren over de waardeketen, productie, marketing en verwerking. We kwamen er echter al snel achter dat hun interesse ligt bij digitale technologieën: precisielandbouw. Dat verschil in perceptie is belangrijk voor de manier waarop we onze inclusieprogramma’s opzetten. Bij inclusie-interventies gaat het volgens ons niet om één pasklare oplossing die altijd en overal opgaat. We streven naar interventies die echt inspelen op de problemen waar deze verschillende groepen, vrouwen en jongeren, zich op willen richten. In aanleg kan dit goed zijn voor het hele landbouwsysteem, omdat die interventies nieuwe oplossingen voor problemen kunnen bieden die veel innovatiever zijn!

Auteur: Mike Cooper

Nog meer nieuws over internationalisering in het onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.