Ook het ho kan zijn voordeel doen met CLIL
Het was een vreemde gewaarwording voor Marloes Ambagts-van Rooijen toen ze in 2014 op de Haagse Hogeschool kwam werken. Rond die tijd werden veel opleidingen geïnternationaliseerd. Als nieuwkomer in het hoger onderwijs viel haar op dat van docenten en studenten werd verwacht dat ze zomaar op het Engels overstapten. “Ik dacht: is er niet meer ondersteuning nodig op het gebied van didactiek?”
Ambagts studeerde Engels en volgde het Bilingual and International Teacher Education Programme aan de Universiteit Utrecht (tegenwoordig de Utrecht Teacher Education Academy). Voordat ze op de Haagse Hogeschool terecht kwam, werkte ze in het tweetalig voortgezet onderwijs en in de inburgering. “Binnen mijn opleiding en de scholen waar ik werkte was CLIL de norm. Het was voor mij bijna vanzelfsprekend geworden om op die manier te werken.”
Taal en inhoud
“Het mooie aan CLIL is dat je taal bewust gebruikt om de vakinhoud te verdiepen, en andersom”, vertelt Ambagts. De naam Content and Language Integrated Learning zegt het al: taal en inhoud gaan hand in hand. Het begrip staat in Nederland vooral bekend als de didactiek van het tweetalig onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs. Een voorbeeld is de vakdocent biologie die lesgeeft in het Engels. Het idee achter CLIL is dat taal meer betekenis krijgt in zo’n rijke context als een biologieles, en op die manier beter beklijft. Tegelijkertijd verdiept dezelfde les de vakinhoud van de biologieles.
'Het mooie aan CLIL is dat je taal bewust gebruikt om de vakinhoud te verdiepen, en andersom.'
CLIL is overigens geen vastomlijnde methode, vertelt Ambagts. Het wordt in verschillende landen en onderwijsvormen op allerlei manieren toegepast. Maar activerende werkvormen spelen altijd een grote rol. “De docent zorgt ervoor dat de student constant talige output genereert en op verschillende niveaus actief met de stof bezig is.”
Engelstaligheid en kwaliteit
In de samenleving wordt al langere tijd gedebatteerd over de gevolgen van de verengelsing in het hoger onderwijs. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van Nederlandse taalvaardigheid, de toekomst van het Nederlands als onderwijstaal en de kwaliteit van Engelstalige lessen. “Engelstaligheid hoeft niet ten koste te gaan van onderwijskwaliteit”, schrijft de KNAW in het rapport 'Nederlands en/of Engels.
Een randvoorwaarde is wel dat opleidingen voldoende aandacht besteden aan de didactiek van het geven van onderwijs in een vreemde taal. “Essentieel voor het effectief kunnen aanbieden van een opleiding in het Engels is dat wordt geïnvesteerd in de inhoudelijke en didactische aspecten die samenhangen met de taalkeuze”, schrijft de KNAW.
'Juist deze methodiek geeft docenten handvatten om de international classroom optimaal te benutten ter verdieping van hun vakinhoud.'
Omdat studenten in de international classroom vaak met verschillende achtergronden en niveaus van voorkennis en taalvaardigheden een college binnenstappen, is het volgens Ambagts cruciaal daar aandacht aan te besteden. “Docenten hebben veel vaardigheden nodig hebben om hun manier van lesgeven en hun curriculum aan te passen aan een divers studentenpubliek,” zegt ze. “Juist de CLIL-methodiek geeft hen een hoop handvatten om deze diversiteit optimaal te benutten ter verdieping van hun vakinhoud.”
Taal van het vak
Op de Haagse Hogeschool heeft Ambagts de afgelopen jaren een aantal trainingen opgezet voor docenten, waarin deze vaardigheden en de CLIL-methodieken een belangrijke rol spelen. Dat begon in 2016 met een training ‘tools for the English taught classroom’ en inmiddels draait een ‘Training for International Learning and Teaching’ (TILT). In workshops en werkplekopdrachten oefenen docenten strategieën om didactiek, pedagogiek en curriculumontwerp aan te passen aan hun internationale klassen.
“Ik merk dat het docenten motiveert om CLIL toe te passen”, zegt Ambagts. Voorafgaand aan een cursus hoort ze collega’s vaak zeggen: in het Engels lesgeven is veel extra werk. Ook vragen docenten zich of hun Engels wel goed genoeg is. Maar perfect Engels spreken is niet nodig, benadrukt ze. “Als vakspecialist moet je natuurlijk wel helemaal thuis zijn in de taal van je vak.”
Steiger bouwen
Ambagts noemt een voorbeeld van een les binnen de HBO-V opleiding waarin docenten CLIL integreerden. Studenten moesten voor een project over global health een buitenlandse opdrachtgever interviewen. “Als je studenten dat onvoorbereid laat doen, is de kans groot dat je niet veel vragen krijgt”, zegt Ambagts. Nu kregen studenten de opdracht om van tevoren samen alvast in groepjes over vragen na te denken. Ze kregen daarbij terminologie uit het vakgebied aangereikt om te bespreken.
'Docenten vergeten vaak hoezeer studenten zich nog de taal van een vakgebied eigen moeten maken.'
Scaffolding, noemt Ambagts het: met tussenopdrachten een steiger bouwen om zo het leerproces te ondersteunen. Deze techniek wordt veel gebruikt in CLIL. “Docenten vergeten vaak hoezeer studenten zich nog de taal van een vakgebied eigen moeten maken”, aldus Ambagts.
Reflectie
Ambagts geeft zelf de vakken business communication en intercultural collaboration aan de Haagse Hogeschool. Ze herinnert zich nog een mooi moment tijdens een groepsgesprek in een werkcollege. Voorafgaand aan dit gesprek hadden de studenten thuis aan de hand van concrete vragen nagedacht over hun rol en behoeftes binnen een studieproject. Met een triomfantelijk gezicht zei een Aziatische studente in een vloeiende zin tegen haar groepsleden: “Ik heb gemerkt dat ik soms even de tijd nodig heb om mijn mening in het Engels te formuleren. Willen jullie dan even op mij wachten?”
“Dat maakte me echt trots”, zegt Ambagts. “Die vorm van reflectie, het gesprek over cultuur en taal dat in die groep werd gevoerd. En de voorbereiding die de student duidelijk had geholpen om de woorden te vinden die ze nodig heeft om haar ideeën te formuleren. Dat vond ik geweldig.”
Nog meer nieuws over internationalisering in onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.