Internationalisering in het EU-stemhokje

Onderwijsinternationalisering in Europa is vooral Erasmus+. Maar de EU kan meer doen, vinden verschillende partijen. Nuffic Actueel bekeek de verkiezingsprogramma’s.
Geschreven door Annelieke Zandvliet

“Sinds 1987 hebben miljoenen Europeanen via Erasmus de kans gekregen in een andere lidstaat te studeren of stage te lopen”, schrijft D66. “Met dit onderwijsproject heeft de Europese Unie bijgedragen aan kansengelijkheid, sociale binding en actief burgerschap. Maar er kan meer.”

Dat vinden ook andere partijen waar we op 23 mei op kunnen stemmen. En dat is van belang als een nieuw Europees Parlement uiteindelijk een besluit neemt over de toekomst van Erasmus+. Wil het, net als het huidige parlement, een verdriedubbeling van het budget?

Opleidingsniveau

Net als D66 willen CDA, GroenLinks, 50PLUS, Partij voor de Dieren, DENK en Volt uitbreiding van Erasmus+. Daarmee gaat het niet altijd (alleen) om meer budget. “Verbondenheid met Europa mag niet voorbehouden blijven aan een beperkte groep. We willen dat iedere Europeaan, onafhankelijk van opleidingsniveau de kans heeft om Europa te leren kennen”, aldus GroenLinks. “Daarvoor is een breed opgesteld Erasmus-programma nodig.”

50PLUS wil met name versterking van het programma gericht op ‘opleidingen beneden universitair niveau’. CDA zou de programma’s graag toegankelijker maken voor mbo’ers en hbo’ers. Als het aan Volt ligt gaat het bij de uitbreiding vooral om middelbare scholieren, mbo-studenten en gehandicapte studenten.

Ook GroenLinks noemt specifiek uitwisseling tussen middelbare scholen en beroepsopleidingen. D66 vindt dat er meer aandacht moet komen voor uitwisseling in het mbo en wil meer ruimte voor Centres of Vocational Excellence binnen Erasmus+: partnerschappen tussen scholen en regionale ontwikkeling.

De VVD beperkt zich tot de opmerking dat talenten zich ontwikkelen door uitwisselingen tussen universiteiten en beroepsopleidingen. De partij stimuleert die uitwisseling.

Docentenmobiliteit

Mobiliteit van docenten is volgens de Piratenpartij en Vanderegio een zeer bruikbare manier om kennis over onderwijs binnen Europa te verspreiden en de onderontwikkeling van nationale onderwijssystemen tegen te gaan. Als het aan deze partijen ligt, wordt het voor docenten op alle onderwijsniveaus gewoon om ten minste een semester lang les te hebben gegeven in het buitenland.

Verder moet de EU wat GroenLinks betreft uitwisselingsprogramma’s mogelijk maken tijdens de professionele loopbaan. Volt heeft een EU-‘Voltaprogramma’ voor ogen, dat voorziet in uitgebreide financieringssteun voor alle trainingsactiviteiten, inclusief om- en bijscholing.

Meertaligheid

“Een voorwaarde voor het welslagen van internationale mobiliteit en uitwisseling van leerlingen is de stimulering van meertaligheid”, stelt D66. “In alle niveaus van het onderwijs is het belangrijk om hier genoeg aandacht aan te besteden. Zeker voor de grensregio’s is meertaligheid van groot belang.” Ook het CDA vindt dat Europa onderwijs in meerdere talen moet stimuleren. “Zo worden jongeren weerbaarder en plukken ze de vruchten van nieuwe ontwikkelingen.”

De SP pleit eveneens voor goed taalonderwijs in Nederland, “zodat iedereen Nederlands leert.” De Groenen wijst juist op het belang van het leren lezen en schrijven van de moedertaal voor de taalontwikkeling van allochtone kinderen. Die partij wil daarom op de basisschool enkele uren per week onderwijs in de moedertaal voor allochtone kinderen faciliteren.

Diplomaerkenning

Maak het makkelijker om overal in Europa te studeren en te werken, door het vergroten van de transparantie en erkenning van kennis, vaardigheden en deskundigheid. Dat is een oproep van Volt. DENK en GroenLinks willen dat ook en de VVD stimuleert het. “De wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties wordt weliswaar gegarandeerd door Europese wetgeving, maar de toepassing in de lidstaten laat te wensen over”, schrijft 50PLUS. Daar moet volgens de partij verbetering in komen en de Europese Unie dient daar een grotere rol in te spelen.

D66 wijst op het belang van het afbouwen van het aantal beroepen die afgeschermd zijn voor niet-ingezetenen. GroenLinks wil meer steun van de EU voor grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling en stages. Verder moeten er volgens die partij Europese afspraken worden gemaakt om mbo-opleidingen en –diploma’s beter op elkaar af te stemmen.

(Internationale) samenwerking

De VVD noemt internationale onderzoeksprojecten waarmee Europa de samenwerking tussen kennisinstellingen bevordert. Volgens D66 heeft het stimuleren van samenwerking tussen universiteiten, onderzoeksinstituten en hogescholen in Europa blijvend aandacht, zodat programma’s goed op elkaar aansluiten en zowel studenten als wetenschappers eenvoudig in een ander land aan de slag kunnen. Daarnaast wil de partij binnen het regionaal beleid extra aandacht voor grensoverschrijdende samenwerking van onder meer scholen.

GroenLinks vindt dat de EU studiemigratie tussen de EU en ontwikkelingslanden moet bevorderen om het toekomstige aanbod van kenniswerkers te vergroten in zowel de EU als de herkomstlanden.

Grenzeloos onderwijs

De Piratenpartij en VandeRegio vragen aandacht voor een vrije doorstroming van kennis en informatie in het onderwijs. Die is volgens deze partijen essentieel en moet worden bevorderd en gewaarborgd. "Grenzeloos onderwijs is een belangrijk onderdeel van elk Europees welzijnsprogramma. Geen deel van Europa blijft achter."