'Internationalisering als rode draad door de school'
Hans Hupperetz, al 24 jaar schoolleider, zet zich sinds begin jaren tachtig in om internationalisering en tweetalig onderwijs op middelbare scholen een plek te geven. Ook is hij actief als adviseur voor het Global Citizen Network. Erwin Lutteke is ruim 17 jaar rector op een school waar betekenisvol leren hoog in het vaandel staat. Wereldburgerschap ziet hij als het uitdagen van leerlingen én docenten om hun grenzen te verkennen. Als je dat ziet, herkent en stimuleert, dan gebeurt er iets heel moois volgens hem.
Hoe heeft internationalisering bij jullie op school vorm gekregen?
Hupperetz: “Het is eigenlijk tweeledig bij ons. We vinden dat internationale bewustwording de basis moet zijn voor iedereen, vooral in de onderbouw. Voor leerlingen die er verdieping in willen, omdat ze later in het buitenland willen werken bijvoorbeeld, bieden we nog een international stream aan. Tevens mag internationalisering bij ons op school geen apart hokje zijn. Het moet worden geïntegreerd. Een nieuwe ontwikkeling wordt altijd gelinkt aan internationalisering. Op ons Technasium werken leerlingen bijvoorbeeld met opdrachten van buitenlandse opdrachtgevers. Zelfs sportoriëntatie heeft een internationale component. Zo zoeken we elke keer die verbinding.”
Lutteke: “We keken of de activiteiten die we al mondjesmaat in de onderbouw aanboden voor de niet-tweetalige leerlingen in het Global Citizen-beeld pasten. Vervolgens hebben we een kader gemaakt voor alle internationale reizen, en dan merk je dat je een overkoepelend kader hebt dat werkt.”
Waarom zijn jullie destijds aangesloten bij het Global Citizen Network? Wat heeft het jullie gebracht?
Lutteke: “Wat bij ons bleek te missen was een heel goed kader voor onze internationale activiteiten. Daar bleek het Global Citizen Network heel erg op in te gaan. De coördinatoren zijn met die vragen naar het netwerk gegaan en zij kwamen met hele mooie antwoorden terug.”
Hupperetz: “Ik vind het altijd belangrijk dat er bij dit soort activiteiten een goede degelijke basis is. Die vind je in het netwerk, waarin je kunt uitwisselen en van elkaar kunt leren. Een netwerk helpt met het duidelijk maken van de visie erachter, en er zijn doelstellingen die je met z’n allen wil bereiken. Het is niet maar ‘iets leuks’. Dat is de kracht van een netwerk. Daardoor krijgt wereldburgerschap ook vanzelf in de eigen school meer aanzien, status, inhoud, invulling.”
'Buitenland wordt voor leerlingen een ander fenomeen dan alleen een vakantiebescherming.'
-Hans Hupperetz, rector Sophianum
Hoe krijg je docenten mee?
Lutteke: “We hebben een duidelijke visie in ons beleidsplan opgenomen. Onze drie coördinatoren internationalisering houden zich vanuit die missie bezig met het kader voor de internationale reizen.
Zij beoordelen ook of een activiteit voldoet aan ons kader. Deze mensen moet je in positie brengen, zodat docenten weten waar ze voor internationalisering terecht kunnen. Zo krijgen de Global Citizen coördinatoren de gelegenheid studiedagen te organiseren en daar zelf invulling aan te geven.”
Hupperetz: “De internationale componenten staan in het schoolplan, maar zijn niet in beton gegoten. Daarnaast vinden we het belangrijk om docenten de kans te geven om zelf met internationalisering in contact te komen. Als de docent het zelf ervaart, en ziet wat de voor- en nadelen zijn, kan die het ook beter overdragen aan de leerling. Ook het onderwijsondersteunend personeel nemen we daarin mee. De leerlingen dragen zelf natuurlijk ook bij aan meer draagvlak voor internationalisering. Ze zijn heel enthousiast en vertellen open en eerlijk over wat goed en slecht ging tijdens hun buitenlandse ervaring. Betere ambassadeurs kun je niet krijgen.”
Hoe hebben jullie internationalisering verankerd?
Hupperetz: “Wij vinden dat in onze school kleinschaligheid de norm moet zijn. Dus hebben we bij elk van de vier onderwijskolommen, vwo, havo, mavo en vmbo, eigen internationaliseringsspecialisten aangesteld. Zij kijken wat er nodig is bij de leerlingen van hun afdeling. De vmbo-leerling gaat bijvoorbeeld stagelopen bij een bedrijf over de grens in Duitsland, terwijl de vwo-leerling mogelijk overweegt om later in het buitenland te gaan studeren. Die moet je dan laten kennismaken met een universiteit over de grens.”
Lutteke: “Onze missie en ambities voor internationaliseren staat duidelijk in ons beleidsplan. Elke activiteit op het Isendoorn College met een internationaal oogmerk, zowel tijdens de lessen als buiten de school, leggen we langs onze standaard Internationalisering. Daarnaast maakt elke leerling de opgedane vaardigheden en ervaringen van het internationaliseringsprogramma zichtbaar aan de hand van tien Isendoorn Competenties. Dit vormt een substantieel onderdeel van het plusdocument van elke leerling.”
Wat levert internationalisering op voor leerlingen?
Hupperetz: “Het verschilt per leerling. Ten eerste is het een hele goede beroepsvoorbereiding. Welk beroep je ook kiest, je wordt in deze tijd altijd geconfronteerd met internationalisering. Ten tweede is het ook een stukje bewustwording dat je niet alleen op deze planeet zit, dat er andere werelddelen zijn met andere problemen. Buitenland wordt voor leerlingen een ander fenomeen dan alleen een vakantiebescherming."
"Ook biedt een buitenlandse ervaring leerlingen een les in zelfstandigheid, iets durven. Je moet over bepaalde barrières en grenzen heen. Dat doet heel veel met leerlingen. Sommige ouders zeggen dat ze een ander kind hebben teruggekregen na de reis. Sommige kinderen krijgen dit van huis uit niet mee. De ouders zijn erg blij dat wij hun kinderen toch de mogelijkheid bieden om kennis te maken met het buitenland.”
Lutteke: “We willen dat leerlingen ons ook vertellen hoe we beter met elkaar kunnen samenleven. Hoe kunnen we duurzaam met elkaar samenleven? En dat begint al in de brugklas tot en met hun profielwerkstuk in 6 VWO waarin we dat willen terugzien.”
'Internationalisering is nog geen basisvaardigheid... nóg niet!'
- Erwin Lutteke, rector Isendoorn College
Welke uitdagingen zie je, ofwel voor je eigen school, ofwel voor wereldburgerschap, in het algemeen?
Hupperetz: “De uitdaging die ik zie is dat de onderwijskundige meerwaarde ervan overeind moet blijven.
Ik denk dat je met een bepaalde visie vooruit moeten durven te kijken. Wat komt er op ons af? Waar bewegen we naartoe? Dan kun je die meerwaarde erin verwerken. Duurzaamheid is bijvoorbeeld in Nederland heel actueel, maar krijgt in andere landen minder vaak aandacht. Dan zou een meerwaarde kunnen zijn dat wij vanuit Nederland met scholen in contact komen en daarover praten, en zo langzamerhand dit thema als olievlek verder kunnen krijgen.”
Lutteke: “Ondanks onze overkoepelende missie en activiteiten die ingekaderd zijn, moet ‘t nog meer in de haarvaten gaan zitten. Het moet nog meer tijdens de lessen aan bod komen. Bijvoorbeeld door voorafgaand aan een uitwisseling met Duitsland daar aandacht aan te besteden in de les geschiedenis of aardrijkskunde. En dat er bij terugkomst ook in die lessen weer een vervolg aan wordt gegeven. Dan gaan leerlingen merken dat het niet even een leuke activiteit is, maar dat het er gewoon in past. Dat vind ik de grootste uitdaging. Internationalisering is nog geen basisvaardigheid... nóg niet!”