Hospita neemt het op tegen huisjesmelker

Aanspraak, extra zakcentje en iemand die op het huis past

Een kamer van 24 vierkante meter voor een redelijke prijs, met hulp bij praktische zaken. Daar kan de Poolse Michal binnenkort op rekenen, dankzij hospita Gerda Zaalberg. “Als het mijn kind was, zou ik dat ook graag willen.”
Geschreven door Annelieke Zandvliet

In steeds meer steden [Tilburg, Leiden] klonk deze zomer de oproep: neem een student in huis. Het stimuleren van het aanbod ‘onzelfstandige woningen’ is ook een onderdeel van het Actieplan Studentenhuisvesting. Dat dit kan bijdragen aan het oplossen van het kamertekort, is duidelijk. Maar hoe is het nou om een internationale student in huis te hebben, en waarom zou je het doen?

Zorgeloos van huis

Drie jaar geleden las Gerda Zaalberg in de regionale krant over internationale studenten van de Universiteit Utrecht waar geen woonruimte voor was. Dat was voor haar de aanleiding om contact te leggen met de universiteit. “Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik in een groot huis woon, in m’n eentje”, vertelt ze. Zaalberg schrikt soms van de advertenties die ze ziet. “Kamers waar niet veel meer dan een bed in past, worden aangeboden voor 500 of 600 euro. Er zijn hier twee huisjesmelkers actief. Mijn kamers zijn 24 vierkante meter.”

Zelf heeft Zaalbergen er ook voordeel van. “Ik vind het wel fijn om een tijdje van huis te kunnen zonder dat het wordt leeggehaald.” Bang dat een onbekende huisgenoot dat juist haar woning zou leeghalen in plaats van op haar spullen te passen, is ze niet. “Als je zo’n eind reist voor je studie, ben je er vast niet op uit om dat te doen. Buitenlandse studenten hebben volgens haar nog een specifiek pluspunt: ze gaan na een tijdje weer weg. “Een studiejaar duurt maximaal 10 maanden, dat is te overzien.”

“Een studiejaar duurt maximaal 10 maanden, dat is te overzien.”

Onderhoud aan het dak

Dat het verhuren van een kamer geld oplevert, noemt de hospita mooi meegenomen. De extra inkomsten geeft Zaalbergen op aan de Belastingdienst. Net als anderen die een ruimte in hun eigen huis verhuren krijgt ze vrijstelling tot een bedrag van ruim 5000 euro. “Ik heb het niet nodig om het huis overeind te houden, maar je kunt er wel van op vakantie gaan of onderhoud aan het dak laten doen.”

Ook niet onbelangrijk: het is gezellig om heel diverse personen in huis te hebben. “Zonder gezin heb je op die manier toch aanspraak”, zegt Zaalberg. Met haar eerste internationale huisgenoot, Nina uit Belfast, heeft ze nog steeds contact. Die liet haar onlangs weten dat ze inmiddels een goede baan heeft gevonden in Dublin. Een andere student zorgde tijdens zijn verblijf voor een muzikale noot, vertelt de hospita. “Hij had een klavecimbel op zijn kamer, af en toe galmde Beethoven door het huis.”

Stilte vanaf 23 uur

Die student vertrouwde haar na enkele maanden toe dat hij homo was. Geen probleem voor Zaalbergen. “Hij mocht best zijn vriend hier laten slapen, als ik maar wist dat er nog iemand in huis was voor het geval er brand zou uitbreken. Ik ben hun moeder niet, ik ga ook niet zeggen hoe laat studenten naar bed moeten.”

Huisregels heeft Zaalbergen wel. Zo wil ze vanaf 23 uur stilte in huis. “Daar ben ik streng in”, zegt ze, “vroeger voor mijn kinderen ook. Ik ben altijd heel expliciet: er geldt een proeftijd van 3 maanden. Ik ben niet moeilijk in de omgang. Maar als studenten geen rekening houden met de huisregels, gooi ik ze er uit.”

Heeft een huurder hulp nodig, dan biedt de hospita die. Ze gaat mee naar de gemeente, wijst op het bestaan van de ov-chipkaart en brengt een student desgewenst in contact met een taalmaatje. “Het is een expliciete voorwaarde van Hospi Housing dat je iemand wegwijs maakt. Als het mijn kind was, zou ik dat ook graag willen.”

"Ik ben niet moeilijk in de omgang. Maar als studenten geen rekening houden met de huisregels, gooi ik ze er uit.”

WA-verzekering als voorwaarde

Zaalberg is onverdeeld positief over haar ervaringen, maar kan op weinig begrip rekenen in haar omgeving. “Vaak krijg ik de reactie: ‘Een vreemde in je huis – ik moet er niet aan denken.’ Maar iedereen krijgt toch gasten over de vloer? Na een paar weken zijn de studenten geen vreemden meer.”

‘Ben je niet bang dat ze iets kapot maken?’ hoort Zaalberg ook vaak. Dat is ze niet. Haar huurders betalen borg en ze stelt een WA-verzekering als voorwaarde. “De loodgieter moest eens komen, omdat een student de gootsteen kapot had gemaakt”, vertelt ze. “Dat kan gebeuren, daar heb ik een deel van de borg voor gebruikt.”

Vrije opgang

Mensen vinden het erg lastig dat anderen hun huis in en uit kunnen lopen, merkt de hospita. Dat is jammer, vindt ze, want er zijn genoeg grote huizen in Utrecht en omgeving. “Ik probeer nog steeds mensen te vertrouwen, daarin ben ik nog niet teleurgesteld.” Het scheelt wel dat haar huis een vrije opgang heeft: meteen vanuit de hal kan de student de trap op, naar boven. Zo heeft Zaalbergen een stukje echte privéruimte.

“Het is een gevoel”, zegt ze. “Vroeger waren er grote gezinnen, nu zijn we veel minder gewend om iemand in onze persoonlijke ruimte te hebben. Je zit echt niet op elkaars lip. Die beleving zou meer aandacht moeten krijgen.” Maar Zaalberg koos niet voor de Italiaanse student die aangaf samen te willen eten. “Ik heb een druk sociaal leven, dat lukt me niet.”

Hospi Housing

Zijn eigen ervaring in Colombia, waar hospita Ana Lucia hem de stad liet zien en schaterlachend zijn steenkolen-Spaans corrigeerde, bracht Daan Donkers op het idee voor de start-up Hospi Housing. Die brengt internationale studenten in contact met mensen die een kamer in hun eigen huis willen verhuren. Dit studiejaar is er een pilot in Utrecht, daarna wil Hospi Housing uitbreiden naar (alle) andere studentensteden.

‘Internationals welcome’ in plaats van ‘Dutch only’

Positieve ervaringen delen van studentenhuizen die ervaring hebben met een mix van Nederlandse en buitenlandse studenten. Dat wordt de insteek van de campagne ‘Internationals welcome’ van ESN Groningen en de Groninger Studentenbond tegen kameradvertenties met de vermelding ‘Dutch only’. “Wij gaan niet zeggen: het is goed voor jullie om buitenlandse studenten in huis te nemen”, zegt scheidend voorzitter Tjitske Schokker van ESN Groningen, “maar we willen laten zien dat het leuk is, en eigenlijk helemaal niet zo eng.”

De studentenorganisaties ondertekenden vorig najaar het convenant Studenten- en Jongerenhuisvesting Groningen, waarin de betrokken partijen (zoals de gemeente Groningen) afspraken maakten over hun inzet. “Eén van deze acties is het promoten van huisvesten van internationale studenten in studentenhuizen en onzelfstandige eenheden.”

Beide organisaties zijn nu op zoek naar enthousiaste studentenhuizen. Daar willen ze filmpjes en posters van maken voor een campagne in de laatste maanden van dit jaar, met het oog op de februari-instroom van internationale studenten.

Nog meer nieuws over internationalisering in onderwijs? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.