De diploma-uitdaging van het online leren

Over de vraag hoe de waarde van een grote verscheidenheid aan certificaten, badges en andere micro-diploma’s moet worden beoordeeld.

Het leerlandschap verandert voortdurend. Een van de belangrijkste vernieuwingen van de afgelopen jaren is de explosieve groei van het aantal online cursussen. Die is uitstekend voor de democratisering van het onderwijs, omdat zo meer mensen toegang krijgen tot betaalbare onderwijsmiddelen. Tegelijkertijd is deze groei een enorme uitdaging voor hogescholen en universiteiten die moeite hebben om de waarde van een grote verscheidenheid aan certificaten, badges en andere microdiploma’s te beoordelen.

MOOC's in overvloed

De huidige koning van de online cursussen is de Massive Open Online Course, of MOOC. De wereldwijde top-5 aanbieders van MOOC, die sinds 2013 in de lift zit, had in 2018 77,7 miljoen geregistreerde gebruikers. Jaarlijks schrijven ongeveer 20 miljoen nieuwe gebruikers zich voor MOOC's in. Aan het eind van 2018 waren meer dan 900 universiteiten van over de hele wereld met 11.400 MOOC's gestart en daar komen elk jaar globaal 2000 nieuwe cursussen bij.

Ruim 900 universiteiten ter wereld, 20 miljoen nieuwe gebruikers per jaar

En het houdt niet op bij MOOC's. Er zijn ook Open leermiddelen, evenals een scala aan minder officieel erkende onderwijsverstrekkers die diploma’s aanbieden.
Hiermee wordt veel geld verdiend, maar het zorgt tot op zekere hoogte ook voor veel verwarring. Als deze cursussen en bijbehorende kwalificaties geen deel uitmaken van een erkende opleiding, is het voor academische instellingen vaak erg moeilijk om de waarde in te schatten van de online kwalificaties die (potentiële) studenten indienen, hetzij ter overweging tijdens het toelatingsproces, hetzij voor de vrijstelling van studiepunten.

Wilde Westen

“Het landschap van online leren lijkt momenteel een beetje op het Wilde Westen,” zegt Katrien Bardoel, coauteur van twee Nuffic-rapporten die zijn geschreven om duidelijkheid te verschaffen over wat universiteiten nodig hebben om de waarde van e-learningkwalificaties te herkennen. “Diploma's kunnen variëren van certificaten die je krijgt voor het online bekijken van een film, tot certificaten voor een uitgebreide cursus. Ten aanzien van inhoud en examens zit er veel verschil tussen de vereisten voor de cursussen.”

Ondanks het feit dat ze zich in het Wilde Westen bevinden, ontwikkelen de meeste Europese universiteiten enerzijds online cursussen, en zoeken ze anderzijds naar instrumenten om e-learningcertificaten te erkennen. De wildgroei aan op zichzelf staande e-learningkwalificaties (de kwalificaties die geen deel uitmaken van een officiële opleiding) houdt in dat een zekere standaardisatie voor zowel universiteiten als studenten nuttig zou zijn. Maar het is zeker niet nodig om nu al in paniek te raken, legt Bardoel uit.

Lees verder onder de afbeelding

Op de toekomst voorbereid

“Er is op dit moment op Europese universiteiten geen overweldigende vraag van mensen die een evaluatie willen van gecertificeerde online kwalificaties,” geeft ze toe. “Tegelijkertijd erkennen deze instellingen wel dat er waarschijnlijk een sterke toename in accreditatieverzoeken voor online cursussen zal ontstaan. Daarom is dit het juiste moment om stappen te zetten om evaluaties te standaardiseren en ten minste erkende methodieken en een toolbox voor online onderwijs te ontwikkelen.”

De door Nuffic gepubliceerde praktijkgids voor online leren, de Practitioner’s guide for the recognition of e-learning (681,1 kB) geheten, en de bijbehorende standpuntnota Academic recognition of e-learning (420,48 kB) (van beide is Bardoel coauteur), zijn uitstekende hulpmiddelen voor zowel universitair toelatingspersoneel, toegangspersoneel, faculteitshoofden en examencommissies. De documenten zijn gepubliceerd als onderdeel van het e-VALUATE project dat tot doel heeft bij te dragen aan doelmatiger beleid voor de erkenning van nieuwe vormen van online leren op het gebied van Europees hoger onderwijs.

Onderwijsvernieuwing

De Technische Universiteit Delft (TU Delft) behoort al vanaf het begin tot de voorhoede van deze golf van online onderwijs. De recente bloei van online leren is een logisch uitvloeisel van de traditionelere open onderwijsbeweging. “We zijn in 2007 begonnen door al het open cursusmateriaal te delen,” zegt Marinke Sussenbach, hoofd Onderwijs en Studentenzaken van de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft.

“Online onderwijs stimuleert het academisch personeel hun contactonderwijs te heroverwegen en aan te passen.”

“De volgende stap was meedoen met de MOOC-beweging in 2013 met een nu vrij beroemde MOOC on solar energy. Deel uitmaken van een wereldwijd platform en nieuwe kennis opdoen over hoe andere partners nieuwe ideeën bedenken, heeft ons echt geïnspireerd,” zegt ze. De TU Delft was lid van de klankbordgroep hoger onderwijs die terugkoppeling heeft gegeven op de praktijkgids van Nuffic.

“Online leren stimuleert ons academisch personeel bij te dragen aan vernieuwing in het onderwijs. Het helpt hen hun contactonderwijs te heroverwegen en aan te passen,” zegt Sussenbach. Dat leidt tot het nieuwste toverwoord: ‘blended’. Blended onderwijs is de combinatie van campus- en online onderwijs, wat voor de TU Delft bijzonder interessant is. “We weten dat gecombineerde vormen van lesgeven effectiever zijn, maar we zijn er nog niet zeker van dat ze efficiënter zijn,” geeft ze toe.

Werken aan kwaliteitsborging

De TU Delft worstelt ook met de uitdaging van erkenning en beoordeling van online onderwijscertificaten. “Dit is een heel andere tak van sport dan het traditionele onderwijssysteem, waar duidelijke borgingsprocessen en accreditatiepartijen zijn. Het is ons nog niet gelukt om dit op te lossen. We hebben echter wel alternatieven ontworpen om deze uitdagingen het hoofd te bieden.”

In het licht daarvan biedt de TU Delft nu haar eigen MicroMasterdiploma aan. “Als ze de MicroMaster hebben voltooid, is dat 16 studiepunten waard en kunnen de studenten hem gebruiken als onderdeel van hun gewone erkende campusonderwijsprogramma, als ze worden toegelaten tot de masteropleiding en de examencommissie gaat akkoord.” legt Sussenbach uit. De MicroMaster is in geen geval een gemakkelijke optie voor studenten: het is een zeer intensieve cursus die in wezen bestaat uit vier verschillende MOOC's, afgeleid van de masteropleiding over zonne-energie van de TU Delft.

“Een ander initiatief is ons virtuele uitwisselingsverbond, waarbij we tussen een beperkt aantal partners cursussen uitwisselen,” zegt ze. “De cursussen zijn omgewerkt tot een online academische cursus om de kwaliteit te waarborgen. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze worden beoordeeld volgens academische normen.”

Europese normen

De Europese Vereniging van universiteiten voor afstandsonderwijs (EADTU.eu) is al sinds 1987 betrokken bij het afstandsonderwijs en ziet online onderwijs als een belangrijk instrument voor het verder vernieuwen van onderwijs. De vereniging vertegenwoordigt zo’n 200 universiteiten in Europa en is onder andere nauw betrokken bij het beoordelen van kwaliteitsniveaus van online leren.

“We zijn in gesprek met belanghebbenden, zoals de Europese Commissie en Europese nationale overheden over kansen voor onderwijsvernieuwingen,” zegt George Ubachs, de directeur van de vereniging. Zo richten we ons bijvoorbeeld op kwesties met betrekking tot regelgevingskaders die moeten worden aangepakt om ruimte te maken voor verdere ontwikkeling en vernieuwing in het onderwijs.”

“De digitale economie vraagt om verschillende competenties en vaardigheden, en permanent onderwijs groeit exponentieel. Toch bestaat er geen formele certificering voor dit segment.”

De standaardisatie van online onderwijsdiploma’s is een belangrijk thema op de agenda van de EADTU, met name als het gaat om korte leerprogramma’s,” verklaart Ubachs. “Mensen in het permanent onderwijs willen niet allemaal een volledig diploma, maar kijken vaak naar kortere opleidingen,” zegt hij. “We beschouwen permanent en campusonderwijs als even belangrijk. In feite zien we het permanent onderwijs in de toekomst nog wel groter worden dan campusonderwijs. Carrières zijn tegenwoordig veel langer dan ze vroeger waren, en in een wereld waar de digitale economie om andere competenties en vaardigheden vraagt, groeit permanent onderwijs exponentieel.” Toch bestaat er geen formele certificering voor dit segment.

Microdiploma’s voor kortere opleidingen

Ubachs legt uit: “Daarom hebben we het Common Microcredentials Framework (een gemeenschappelijk kader voor microdiploma’s) ontwikkeld, dat in april 2019 is gestart. Het is de eerste poging om een nieuwe kwalificatie voor kortere opleidingen in het permanent onderwijs te creëren. Het is onze ambitie dat dit een Europese norm wordt. Het is volledig in lijn met de Europese kwalificatiekaders en we kiezen voor opname in Europass 2.” Europass is een initiatief van de Europese Unie om de transparantie van kwalificaties te vergroten met als doel duidelijkheid te verschaffen omtrent de vaardigheden en kwalificaties van mensen in heel Europa.

Het is duidelijk dat het huidige brede scala van online onderwijsmiddelen slechts dient om zowel de mogelijkheden van studenten als academische instituten te vergroten. Niettemin is dit duidelijk ook het moment om beoordelingspraktijken voor op zichzelf staande kwalificaties, microdiploma’s en badges te standaardiseren, om studenten en examencommissies op weg te helpen naar een minder formele, maar niet minder spannende onderwijstoekomst.

Gratis downloads

  1. Practioner's Guide for the recognition of e-learning‌ (681,1 kB). Een stapsgewijze benadering van de academische erkenning van op zichzelf staande e-learning.
  2. Academic recognition of e-learning (420,48 kB). Aanbevelingen voor online onderwijsaanbieders.
  3. Students guide to e-learning‌ (388,66 kB). Tools voor het vinden van de juiste online cursus om je verder te helpen in je (student) carrière.