Beoordelingssystemen
Grading system
In het voortgezet en hoger onderwijs gebruiken instellingen letter grades om resultaten te beoordelen. Hieronder staat de betekenis van de gebruikte letters, tenzij in een toelichting bij het transcript iets anders is aangegeven (er bestaan namelijk veel variaties).
In cijfers (GPA) | Letter grade | Omschrijving | Betekenis |
---|---|---|---|
4 | A | excellent/superior | uitstekend |
3 | B | very good/above average | zeer goed/bovengemiddeld |
2 | C | average | gemiddeld |
1 | D | below average | benedengemiddeld |
0 | F | failure | gezakt |
Afkortingen die veel voorkomen op transcripts, vooral in het hoger onderwijs:
Letter | Betekenis |
---|---|
P | pass: voldoende, geen cijfer toegekend |
S | satisfactory: bevredigend, geen cijfer toegekend |
I |
incomplete: de eisen zijn niet afgerond voor einde semester (aan de eisen moet binnen de voorgeschreven termijn worden voldaan) |
W | withdrawn: teruggetrokken (met toestemming) van het volgen van een vak |
NC | no credit: geen studiepunten toegekend |
R | repeat: een vak dat voor een tweede keer wordt gevolgd omdat in eerste instantie een onvoldoende is behaald |
Credit system
Er bestaan verschillende studiepuntensystemen, maar ze gaan allemaal uit van het aantal contacturen en niet van studiebelastingsuren. We beschrijven hier de systemen die het meest voorkomen in het voortgezet en hoger onderwijs.
Voortgezet onderwijs
- 1 credit voor een vak (subject) dat 5 lesuren per week is gevolgd tijdens 1 heel schooljaar (van ongeveer 36 weken);
Let op: soms geeft de school hiervoor 5 credits i.p.v. 1 credit. Bijvoorbeeld: een student krijgt 5 uur per week les in het vak natuurkunde, waarvoor hij aan het einde van het schooljaar 1 credit of 5 credits krijgt, afhankelijk van het systeem dat de school gebruikt.
Hoger onderwijs
- Theoretisch onderwijs: 1 credit = ca. 1 uur college + 2 uur voorbereidingstijd.
- Praktijkonderwijs: 1 credit = 2 à 3 uur laboratorium, practicum of stage.
Het is belangrijk om te weten of een instelling het jaar in semesters indeelt of in kwartalen (quarters). Een schooljaar heeft:
- 3 semesters (fall, spring en summer) van 15 à 16 weken; of
- 4 quarters (fall, winter, spring en summer) van 10 à 12 weken.
De indeling heeft gevolgen voor de betekenis van het aantal credits. Dit staat meestal duidelijk in het transcript (of anders in een toelichting bij het transcript):
- 1 semester credit = 1 contactuur per week gedurende 15 à 16 weken; in totaal 120 semester credits voor een bachelorgraad (30 credits per jaar).
- 1 quarter credit = 1 contactuur per week gedurende 10 à 12 weken; in totaal 180 quarter credits voor een bachelorgraad (45 credits per jaar).