Verschillende vormen van vreemdetalenonderwijs
In het basisonderwijs zijn er meerdere termen om aan te geven dat een school vreemdetalenonderwijs geeft. Maar wat betekenen ze nou eigenlijk?
Engels in het basisonderwijs (Eibo)
Het vak Engels is sinds 1986 verplicht in het basisonderwijs. De meeste scholen geven Engels in groep 7 en 8.
Versterkt Engels of versterkt Eibo
Hiervan spreken we als basisscholen Engels aanbieden vanaf groep 5 of 6.
Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto)
Vvto-scholen bieden hun leerlingen vanaf groep 1 een vreemde taal aanbieden. De taal op een natuurlijke manier leren staat daarbij voorop. Juist vanaf groep 1 is dat goed te realiseren. In de onderbouw draait het om het begrijpen en spreken. In de hogere groepen leren kinderen ook lezen en schrijven in de vreemde taal. Wettelijk is het toegestaan tot 15% van de lestijd in het Engels, Frans of Duits te geven. Dat komt neer op zo’n 3 uur per week. Een aantal vvto-scholen voldoet de landelijke standaard Engels. Dat zijn landelijk erkende vvto-scholen.
Lees meer over vroeg vreemdetalenonderwijs
Tweetalig primair onderwijs (tpo)
De 17 basisscholen die meedoen aan de pilot tweetalig primair onderwijs (tpo) zijn vrijgesteld van de wettelijke eis maximaal 15% van de lestijd in een moderne vreemde taal te geven. Hun leerlingen krijgen 30 tot 50% van de tijd les in het Engels. De pilot tpo meet wat het effect hiervan is op de taalontwikkeling van kinderen en loopt van 2014 tot en met 2022.
Lees meer over tweetalig primair onderwijs
Duits of Frans op de basisschool
Steeds meer kinderen krijgen Duits of Frans op de basisschool. Niet alleen in de grensregio’s, maar ook in andere delen van Nederland. Duits en Frans op de basisschool zijn net als Engels mogelijk vanaf groep 1. Spelenderwijs de taal leren staat daarbij voorop.
Lees meer over Duits of Frans op de basisschool