Tips en weetjes uit de Maand van Taal en Wereldburgerschap

Hoe ga je om met meertalige kinderen in de klas? Welke impact heeft een coördinator Engels op een basisschool? Deze – en veel meer – vragen stonden centraal bij de Maand van Taal en Wereldburgerschap. We zetten een aantal opvallende conclusies en adviezen op een rij.
Geschreven door Jeroen Langelaar

De Maand van Taal en Wereldburgerschap in het basisonderwijs (11 september tot 10 oktober 2020) vond dit jaar vanwege de coronamaatregelen volledig digitaal plaats. Deelnemers hadden de keuze uit 23 webinars over onder meer kwaliteitszorg, meertaligheid en Engelstalige prentenboeken. Wat viel op?

Coördinator Engels op school maakt het verschil

Van de eibo-scholen (Engels in het basisonderwijs) beschikt 71 procent niet over een coördinator of werkgroep Engels. Bij de vvto-scholen (Vroeg vreemdetalenonderwijs) ligt dit percentage op slechts 30 procent. Onderzoek van de Inspectie voor het Onderwijs laat zien dat vvto-leerlingen de Engelse taal beter beheersen dan eibo-leerlingen, maar dat dit niet primair komt doordat vvto-scholen meer uren besteden aan Engels. Een coördinator of werkgroep Engels maakt het verschil, betoogde Marleen van der Lubbe van de Inspectie tijdens haar webinar. Centrale coördinatie zorgt immers voor een visie op Engels, borging van de kwaliteit en de zichtbaarheid van het vak. De Onderwijsinspectie adviseert daarom elke school een coördinator Engels aan te stellen.

‘Meertalige kinderen zijn geen optelsom van twee eentalige kinderen. Ze hebben een eigen cognitieve structuur’

Engels: leraren willen wel, maar kúnnen niet altijd

Leraren in het primair onderwijs zouden in hun lessen Engels graag meer focussen op mondelinge vaardigheden en communicatie. Op dit moment wordt vooral getoetst op woordenschat en luistervaardigheid, en veel minder op gespreksvaardigheid. Ook zouden leraren meer afwisseling willen aanbrengen in hun lessen. In de praktijk komt dit niet altijd uit de verf, omdat ze zich ‘onvoldoende vertrouwd’ weten met de taal, aldus Van der Lubbe. Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat 80 procent van de leerkrachten ontevreden is over de inhoud en omvang van Engels op de pabo. Dit is onveranderd ten opzichte van hetzelfde onderzoek vijf jaar eerder.

Meertalig kind? Omarm die tweede taal!

Vaak wordt aan ouders die thuis een andere taal spreken vanuit school aangeraden met hun kind Nederlands te spreken en te lezen. Dat is géén goed advies, zegt Marinella Orioni, auteur van diverse boeken over meertalig opvoeden. Orioni betoogt dat een taal levend moet worden gehouden en dat het belangrijk is voor kinderen (juist ook voor hun algemene taalontwikkeling) om die ‘thuistaal’ te spreken thuis. Taalinput is kennisinput, aldus de auteur. Aangezien ouders dit beter kunnen in hun eigen taal, verdient dit de voorkeur. Moet een leerling zijn Nederlands verbeteren? Stimuleer dan vooral Nederlandstalige vriendjes, clubjes en bezoekjes aan bijvoorbeeld de bibliotheek.

Maak daarnaast ook gebruik van die tweede taal, adviseert Orioni. Geef in de klas aandacht aan de thuistaal van leerlingen door bijvoorbeeld de ouders een keer bij de les te betrekken. Zo zien kinderen dat hun thuistaal niet als probleem wordt gezien, maar juist wordt gewaardeerd.

Taalachterstand: soms een non-issue

Het idee heerst vaak dat meertalige kinderen ‘minder woordjes kennen’. Dat is onwaar, benadrukt Orioni; ze kennen woorden in meerdere talen. “Meertalige kinderen zijn geen optelsom van twee eentalige kinderen. Ze hebben een eigen cognitieve structuur, die zich niet laat schikken binnen eentalige richtlijnen.”

80 procent van de leerkrachten is ontevreden over de inhoud en omvang van Engels op de pabo

Bovendien is niet elke taalachterstand hetzelfde. Leerkrachten doen er goed aan om erachter te komen of er daadwerkelijk een probleem is met de taalontwikkeling thuis, of dat het kind simpelweg in een andere fase van zijn taalontwikkeling zit. Kijk wanneer een kind is gestart met Nederlands. Van jongs af aan of pas sinds kort? Houd hier oog voor en reken een kind er niet op af. Leerlingen worden te vaak afgerekend op taal maar niet op cognitieve vaardigheden die aan taal zijn verbonden. Orioni pleit voor een andere manier van testen omdat in de huidige situatie te veel kinderen niet op de juiste plek in het voortgezet onderwijs terechtkomen.

Combineer Engels met handvaardigheid

Hoe kun je kinderen spelenderwijs Engels bijbrengen? Dat kan bijvoorbeeld door de Engelse taal te combineren met een vak als handvaardigheid, liet Sanne Schoenmakers van Hogeschool de Kempel zien in haar webinar ‘Content and Language Integrated Learning & Arts’. Volgens Schoenmakers is het daarbij van groot belang om de ‘vier C’s’ te combineren: content, cognitie, communicatie en cultuur. In haar webinar liet ze daarvan een mooi voorbeeld zien: leerlingen uit groep 5/6 kregen de opdracht om vormen te koppelen aan het thema ‘stadsgezicht’.

  • Laat leerlingen in het Engels zeggen welke vormen ze zien in een stadsgezicht.
  • Vraag leerlingen een foto maken hun eigen stad of dorpsgezicht en hierover met elkaar praten. Wat zien ze? Welke vormen zijn er gebruikt in de gebouwen?
  • Laat gebouwen zien uit andere landen, bijvoorbeeld kleurrijke woningen in Zuid-Afrika, het opera house in Sydney of een modern stadsgezicht als dat van Shanghai. Laat leerlingen in het Engels vertellen wat verschillen zijn en sta stil bij het land en de cultuur waar de gebouwen staan.
  • Geef leerlingen de opdracht hun eigen stadsgezicht te maken met wasco, potloden of viltstiften, en laat ze hun eigen stadsgezicht aan elkaar beschrijven. Bijvoorbeeld: “I used a triangle to draw the roof of the house.”