Mbo: internationale competenties in kaart

​​​​​​​Internationale competenties helpen je te leren, leven en werken in een interculturele klas, samenleving en een internationaal georiënteerde arbeidsmarkt. Wij vingen die competenties in een model dat bruikbaar is in alle onderwijssectoren. Hoe wordt het in het mbo gebruikt?
Geschreven door Nuffic

Van elkaar leren

Anne Rosier werkt als onderzoeker bij Nuffic en onderzocht de leeropbrengsten en het gebruik van het model internationale competenties. “Ons model baseert zich op een onderwijsbreed beeld van internationalisering, waarbij we keken naar verschillende ervaringen en behoeften van onderwijsprofessionals.

Omdat er eerder geen onderscheid gemaakt is in activiteit en onderwijssector is vervolgonderzoek gedaan. De ontwikkeling van de student stond daarbij centraal. Nu willen we het competentiemodel nog praktischer te maken. Zo’n model is nooit af omdat beroepsonderwijs en de wereld constant in beweging zijn”.

Literatuuronderzoek en interviews met onderwijsprofessionals leverden begin dit jaar het competentiemodel op, waarin internationale competenties worden uitgelegd aan de hand van drie onderdelen die sterk met elkaar samenhangen: interculturele competenties, internationale oriëntatie en persoonlijke ontwikkeling.

“Maar internationalisering om het internationaliseren werkt niet”, aldus Rosier. “Meer factoren spelen een rol voor internationale ervaringen zoals context, leeromgeving en -behoeften van de student”.

Daarom dient het model als instrument voor oriëntatie en dialoog. “Het gaat om het gesprek tussen vakdocenten onderling en met hun studenten”, zegt Rosier. “Uit ons vervolgonderzoek blijkt dat de leeropbrengsten bij internationalisering lang niet altijd eenduidig zijn, maar dat ons model wel een gemeenschappelijke taal en basis biedt voor het gesprek erover. En dat kan ook letterlijk over de grenzen heen worden gevoerd.”

“Het gaat om het gesprek tussen vakdocenten onderling en met hun studenten”

Anne Rosier, onderzoeker, Nuffic

Inzichten

De onderzoeker vroeg scholen hoe ze het model gebruiken en dat leverde verrassende inzichten op: “Variërend van gespreksstarter om docenten te interesseren tot instructiemodel voor opleidingsteams bij studentbegeleiding en het schoolbreed integreren van internationalisering in onderwijsprogramma’s”. Het competentiemodel biedt hiervoor ondersteuning, zodat “internationalisering niet verwordt tot iets wat er ‘ook nog bij moet’”, zegt Rosier.

Het gesprek start volgens de onderzoeker eerst met uitleggen wat internationale competenties zijn, voordat het overgaat op het verkrijgen van internationale ervaring. “Kijk je naar ons onderzoek dan staan in de mbo-sector zelfstandigheid en zelfredzaamheid als internationale competentie bovenaan, gevolgd door in andere talen durven communiceren, en aanpassingsvermogen. Daarvan zou het zeker mooi zijn als mbo-docenten dit als leerdoelen integreren in het onderwijsprogramma.”

Inschatting

Rosier wijst erop dat het van belang is dat docenten, voordat ze met studenten bespreken wat ze willen leren en ervaren, goed weten wat internationale competenties zijn. “Pas daarna kun je als docent samen met de student een inschatting maken welke ontwikkelpunten er zijn en de internationale ervaring kiezen die daar het beste bij past.”

Dat er bij docenten meer kennis en bewustwording nodig is, dat beaamt internationaal coördinator Peter Stolk van mboRijnland. “Het Nuffic-model verspreidden we intern, maar het bleef nog niet hangen. Docenten hadden nog te weinig kennis over internationale competenties en hoe dit model toe te passen.” Stolk besprak daarom met de HR-afdeling hoe het competentiemodel in het functieprofiel van de docent te integreren.

“Dit staat nog in de startblokken. We vinden het wel belangrijk dat elke docent internationale competenties ontwikkelt, vanwege de multiculturele populatie in de klas en de internationaler wordende arbeidsmarkt. Door dit model te bespreken krijgen docenten meer inzicht wat je met internationale competenties bedoelt”, aldus Peter Stolk.

"We vinden het belangrijk dat elke docent internationale competenties ontwikkelt, vanwege de multiculturele populatie in de klas en de internationaler wordende arbeidsmarkt."

Peter Stolk, internationaal coördinator, mboRijnland

Lespakket

De internationaal coördinator wil op deze wijze docenten meer leren nadenken hoe ze die competenties aan studenten kunnen leren. “In lessen mis ik soms nog wel het interculturele aspect. Prima dat de focus op vakmatig handelen ligt, maar vooraf leren over de cultuur en geschiedenis van een land geeft meer context en biedt studenten daarna houvast in bepaalde beroepssituaties tijdens een buitenlandstage”.

Voor Stolk hoort begrip leren tonen hier ook bij. Hij geeft een voorbeeld: “Zo leren bij Y-junction, het Erasmus KA-2 project van Autotechniek, docenten van ons en het Graafschap College van hun Finse, Duitse en Spaanse collega’s hoe de culturele verschillen met deze landen zijn en het lesgeven daar is. Ze maken er nu zelfs een lespakket van”. Voor Stolk bewijst dit dat het Nuffic-model juist dan van meerwaarde is voor het internationale stageprogramma.

Stolk stimuleert ook docentstages bij mboRijnland, zodat docenten verder kijken dan hun eigen vak. Buitenlandse docenten die bij hen op uitwisseling zijn hebben een speciale rol. “Zij openen bij ons deuren voor internationalisering, want door het gesprek en samenwerking met hen interesseren onze docenten meer zich hoe elders het onderwijs is en hoe in het buitenland gewerkt wordt. Oftewel internationale competenties.”

Bagage

Volgens Stolk bespreken docenten door deze internationale bewustwording ook gemakkelijker met studenten wat zij naast taalvaardigheid als bagage mee terug willen nemen en welke buitenlandervaring ze willen opdoen. Stolk geeft nog een voorbeeld en noemt EMEU-modules. “Via een internationale website voor mobiliteit kunnen studenten op EMEU-modules inschrijven en een vier wekenprogramma volgen. Dat docenten hun studenten op deze website wijzen komt doordat ze bewust zijn dat vooraf een goede voorbereiding op een internationale buitenlandstage nodig is.”

Met zo’n hulpmiddel voorkom je dat studenten voor een buitenlandervaring afhaken, vindt Stolk. “Bovendien is het effect achteraf dat mbo-studenten niet alleen internationale competenties krijgen, maar zich ook volwassener gedragen. Dat laatste is een mooie extra opbrengst”, zegt de internationaal coördinator.

Lees meer over internationale competenties www.nuffic.nl/internationalecompetenties

"Het gesprek over internationale competenties binnen het onderwijs wordt in alle landengevoerd."

Anne Rosier, onderzoeker bij Nuffic

Wisselwerking

Onderzoeker Anne Rosier ziet reflectie en samenwerking als extra opbrengst én als randvoorwaarde voor het ontwikkelen van internationale competenties. Dat geldt zowel bij het gesprek over internationaliseringservaringen als bij internationalisering van beroepsonderwijs zelf. Rosier: “Het is de kunst om voor en na een buitenlandervaring, en bij de begeleiding ervan goed te reflecteren op de leeropbrengsten en het leerproces.”

Haar wens is “dat mbo-scholen dadelijk toegang hebben tot een ‘databank’ met instrumenten en spelvormen die hen helpt ontdekken wat iemand met internationalisering wil bereiken en welke (begeleidings-)middelen er beschikbaar zijn”. Ze hoopt ook dat de wisselwerking tussen docenten, studenten en andere begeleiders zich zo verder ontwikkelt en nieuwe inzichten oplevert met betrekking tot het internationale competentiemodel.

Rosier verwacht dat instellingen voor beroepsonderwijs in andere landen het Nuffic-model ook gaan gebruiken. “Omdat het gesprek over internationale competenties binnen het onderwijs in alle landen wordt gevoerd: het is voor elke student in de wereld belangrijk! Die wereld verandert en bewust werken aan internationale competenties versterkt de professionele houding bij mbo-studenten.”

Altijd op de hoogte blijven? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.