"Angst voor het vreemde zit diep in ons"

Jarenlang dacht de Leidse hoogleraar immunopathologie, Jan Anthonie Bruijn, mee met Nuffic. Eerst als lid, de laatste jaren als voorzitter van de adviesraad. Tot hij afgelopen juli werd gekozen tot voorzitter van de Eerste Kamer.
Geschreven door Els Heuts

Waarom ben je toegetreden in 2011 tot de adviesraad van Nuffic?

“Vanwege het grote belang van internationalisering in het onderwijs voor onze samenleving. Op alle vlakken komen we steeds meer en steeds sneller in contact met ‘het vreemde’. Terwijl we ondertussen vanuit de evolutie juist geselecteerd zijn om daar heel voorzichtig mee om te gaan. Angst voor het vreemde zit diep in ons en dat zorgt voor discrepantie. Des te belangrijker is het dat jongeren internationale competenties opdoen via talenkennis, fysieke of digitale mobiliteit en een internationaal georiënteerd curriculum. Daar heb ik mij voor willen inzetten de afgelopen jaren.”

Bij je aantreden waarschuwde je in vakblad Transfer voor een dreigende tweedeling. Internationalisering zou vooral bij opleidingen en instellingen met kansrijke jongeren plaatsvinden. Hoe zie je dat nu?

Daar zijn de afgelopen jaren echt stappen in gezet. De EU wil dat in 2020 6 procent van de mbo-studenten, minimaal twee weken voor studie of stage naar het buitenland gaat. Ik zie dat er in het mbo en voortgezet onderwijs dus ook het vmbo, steeds meer aandacht is voor internationalisering. Het is zo belangrijk om ook de anders opgeleide jongeren hierin mee te nemen.“

Wat vind je van de nut en noodzaak van internationaliseren in alle onderwijssectoren?

“Die noodzaak staat voor mij buiten kijf. Internationalisering moet een doorlopende leerlijn in het onderwijs zijn. Daarom is het ook zo goed geweest dat Nuffic en Europees Platform, waar ik sinds 2009 voorzitter van de Programmaraad was, gefuseerd zijn en dat die fusie gelukt is.”

Wat waren de belangrijkste onderwerpen voor de adviesraad in de afgelopen jaren?

“We hebben het vaak over mobiliteit gehad. De invoering van het bachelor/master stelsel moest dat stimuleren. Maar in praktijk bleek de aansluiting tussen een Nederlandse bachelor en een buitenlandse master lastig te zijn. De voertaal van opleidingen kwam ook regelmatig op tafel. Het moeilijkste onderwerp was de inhoud van curricula. Het ging dan om de vraag hoe je als Nuffic instellingen kunt helpen bij het nadenken of het curriculum voldoende internationaal georiënteerd is.“

Hoe kijk je op die discussies terug?

“De openheid van de discussies heb ik altijd zeer gewaardeerd. We waren geen toezichthouder dus we konden als adviesraad vrijuit spreken. Ik vond het knap hoe mensen bij Nuffic openstonden voor onze adviezen en zich kwetsbaar op durfden te stellen. Ik zag veel ambitie om deze moeilijke klus, het stimuleren van de internationalisering in het hele onderwijs

"De openheid van de discussies heb ik zeer gewaardeerd."

Wat was een belangrijk advies aan Nuffic?

“Om een andere positie te kiezen. Nuffic heeft zich ontwikkeld van louter ondersteuner tot een intermediaire organisatie die zich actief opstelt en als ambitie heeft dat alle leerlingen en studenten, linksom of rechtsom, internationale competenties meekrijgen. Dat gaat veel verder dan het verstrekken van subsidies. Nuffic is als kennisinstituut een actieve gesprekspartner van de instellingen, maar ook van de politiek. De gesprekken met medewerkers zijn heel anders dan tien jaar geleden. Het gaat nu om de vraag hoe je als intermediaire organisatie onderwijsinstellingen kan helpen met internationaliseren.”

Volgens een voorgenomen besluit wordt de subsidie voor Nuffic per 2021 flink verlaagd. De subsidie voor po, vo en mbo staat ter discussie. Wat vind je daarvan?

“Het is nog geen definitief besluit en ik kan daar vanuit mijn huidige functie nog niet in treden.”

Welk advies wil je Nuffic meegeven voor de komende jaren?

“De volgende slag is de digitalisering van het onderwijs. Jongeren gaan als gevolg van internationalisering online onderwijs volgen. Dat biedt mooie kansen, maar levert ook vraagstukken op. Bijvoorbeeld op het gebied van bekostiging, kwaliteitsbewaking, toegankelijkheid maar ook weer wat betreft die tweedeling. We hebben Nuffic nodig om een voortrekkersrol te spelen bij het nadenken over de kansen en uitdagingen die hiermee gepaard gaan.”

Wat spreekt je aan in de functie van voorzitter van de Eerste Kamer?

“Het is een ambt waarbij je het land dient. Je moet ervoor zorgen dat de senaat zijn werk goed kan doen en draagt dat werk uit in binnen- en buitenland. Ik ben al zes jaar lid van de Eerste Kamer voor de VVD en vind dat de senaat een cruciale rol vervult bij de kwaliteit van wetgeving. Dat is voor alle Nederlanders belangrijk. Ik vind het prachtig om dit te mogen doen.”